Gek genoeg is Watt vanavond niet uitverkocht. Zo’n 900 mensen wisten op de laatste avond van het Paasweekend de zaal aan de West-Kruiskade te vinden. Misschien is men moe van Motel Mozaïque of wil men op tijd naar bed aangezien er de volgende dag gewoon weer gewerkt of gestudeerd moet worden. Uitverkocht of niet, men maakt zich op voor een leuke avond.
Utrechters Kensington mogen vanavond het voorprogramma verzorgen. Het viertal heeft al eerder mogen openen voor bekendere bands. Zo mochten zij het publiek opwarmen voor o.a. The Rascals, The Wombats en al twee keer The Subways. Vanavond kunnen zij dus Razorlight aan hun lijstje toevoegen en dan ook nog eens in Watt.
Kensington speelt energieke indierock dat sterk doet denken aan Arctic Monkeys en eerdergenoemde Wombats. Met twee zanger/gitaristen, Casper en Eloi, is er niet duidelijk één frontman. De band wordt gecompleteert door Jan op bas en Niles op de drums. Voor een Hollandse band klinken ze zeer Brits, het is dat de heren tussen de nummers door Nederlands spreken. Gelukkig, want als het een Engels bandje betrof, was het de zoveelste indiepop-formatie. Voor Nederlandse begrippen is Kensington toch behoorlijk uniek te noemen, zeker op het niveau waarop zij spelen.
De toehoorders lijken niet warm te lopen voor deze Utrechtse heren. Dat komt vaker voor in Watt: het publiek komt voor de ‘grote naam’ en interesseert zich niet in wat er verder die avond gebeurt. Jammer, maar Kensington is goed bezig en deze avond staat wel leuk op hun cv. Deze band speelt uitstekende, catchy muziek, maar na ruim een half uur leggen alledrie de gitaristen, basgitaar meegerekend, hun instrument voor de monitorboxen voor een zoemend einde.
Een band om in de gaten te houden. Binnen een aantal maanden hopen ze bovendien de studio in te gaan om een volledig album op te nemen, ze zijn al hard aan het schrijven aan tracks voor deze plaat. Volgende keer alleen in Rotown?
Dan is het tijd voor de hoofdact van de avond: Razorlight. Voorzien van een nieuwe drummer uit New York, David ‘Skully’ Sullivan-Kaplan, is er nog weinig Brits aan deze band. Met verder twee Zweden in de gelederen is alleen de zelfingenomen voorman Johnny Borrell Engels van geboorte. Voor Borrell is het misschien wel goed dat Watt niet helemaal afgeladen is. Zo is er namelijk ook nog ruimte voor zijn ego.
Er wordt geopend met Back To The Start en achterin de zaal valt mij direct een typisch Watt-euvel op: het geluid is slecht. Later op de avond begin ik te twijfelen of het in dit geval wel aan de grote zaal aan de West-Kruiskade ligt. Zowel de zang als de muziek lijken op festivalniveau te zijn afgesteld en daarmee bedoel ik de kwaliteit die achterin de grootste tent van toepassing is.
Bij Razorlight ontbreekt het vanavond aan interactie met het publiek. Natuurlijk wordt er meegeklapt en -gezongen, maar Borrell en consorten worden hier niet warm of koud van. De Mick Jagger-achtige bewegingen van de voorman helpen hier ook niet aan. Net als het opgaan in de muziek van dezelfde Borrell en newbie Sullivan-Kaplan. Uiteraard speelt de band naar behoren, maar daar hoef je de deur niet voor uit.
Gaande het optreden van dit internationale gezelschap wordt duidelijk dat er zeer weinig nummers van het laatste album, Slipway Fires, te horen zijn. Gezien de recente verschijning van deze cd, lag dit vooraf toch wel in de lijn der verwachting.
De meeste songs van Razorlight op het podium van Watt komen van het allereerste album Up All Night.
Somewhere Else, alleen verschenen op een heruitgave van het debuutalbum van deze band, is na krap drie kwartier(!) de laatste song. Uiteraard komt Razorlight terug voor een toegift, maar deze bevat ook slechts twee nummers. Who Needs Love en Vice besluiten dit optreden en na iets meer dan 50 minuten mogen de bezoekers alweer naar huis. Lekker als je morgen weer moet werken, maar 25 euro voor een optreden van nog geen uur maakt het een duur avondje. Ik heb releaseparties van debuutalbums meegemaakt die langer duurden...
De conclusie van deze avond luidt dan ook dat we van Kensington meer gaan horen en dat we alledrie de albums van Razorlight beter thuis konden luisteren.