Stephan Maaskant wil het rebelse jonge broertje zijn

Kersverse programmeur over dansavonden, de Rotterdamse scene en zijn plannen met Rotown

Robin van Essel | Foto's: Joyce Moes ,

De Rotterdamse popscene schudde op zijn grondvesten dit voorjaar, toen bekend werd dat programmeur Joey Ruchtie na negen jaar Rotown zou verlaten voor zijn eigen thuisstad Groningen. Zijn opvolger is Stephan Maaskant (31), al eerder nacht- en lokaalprogrammeur in dezelfde zaal, die zich dramatisch gezegd aan de zware taak mag gaan kwijten om de nalatenschap van Ruchtie te evenaren.

Tegelijk met het bekendmaken van het vertrek van Joey Ruchtie brak op deze redactie de geruchtenmaalstroom los: wie zal er voor de aanzienlijke taak komen te staan om hem op te volgen? Dat het geen totaal onbekende zou worden, stond wel vast. Daarvoor is het netwerk rond Rotown te ingebed in de Rotterdamse scene.

‘Ooh, aan hem hadden we helemaal niet gedacht,’ zeiden we toch, toen Stephan Maaskant begin mei als opvolger werd aangekondigd. Tuurlijk, de Rotown-programmeur voor de dansavonden, evenementen als Oud & Nieuw en Koninginnedag en lokale initiatieven (waaronder Rotterdam Riot en Rotown College): zo voor de hand liggend dat je hem gewoon vergeten was. Niet zo heel vreemd, vindt Maaskant zelf: “Ik doe veel, maar zit graag een beetje onder de radar. Ik voerde mijn taken uit en keek met Joey mee. Ik ben nooit echt bezig geweest met netwerken. Ik gebruik nauwelijks social media en zorgde alleen dat ik een beetje in the picture bleef. Ik ben geen compleet onbekende, toch?”

Dat laatste zeker niet: Maaskant werkt al ruim tien jaar bij Rotown. Vanuit een bijbaantje als glazenhaler werkte hij zijn weg via de bar en het programmeren in Exit opwaarts en werd begin 2012 aangesteld als parttime programmeur naast Joey Ruchtie. Maaskant was verantwoordelijk voor lokale showcases en clubavonden en tilde die, door daadwerkelijk te prógrammeren, naar een hoger niveau.

Maaskant: “De nacht was eerst bijzaak in Rotown. Er waren vier residents. Dat maakte niks uit, het was een andere tijd: mensen kwamen voor de nacht. Tegenwoordig moet je echt programma neerzetten. Tuurlijk, er is nu concurrentie van clubs, maar dat was toen niet anders. Ik denk dat vooral dat men nu minder trouw is aan een locatie. Met je vrienden zoek je een evenement op maat, gezelligheid over inhoud. Dat geldt zeker voor dansavonden.”

Gaan we daarvan meer terug zien in Rotown?
“Joey en ik werkten uit dezelfde agenda, maar het belangrijkste van een popzaal is de livemuziek. Het kwam regelmatig voor dat bands op het laatste moment werden geboekt. Dan kon ik niet goed afstemmen met het nachtprogramma. We hadden zelden van acht tot vier een kloppend plaatje. Dat kan ik nu puur logistiek gezien wel beter uitlijnen. Zonder dat publiek niet meer snapt wat er wanneer is, he. Er moet wel consistentie in zitten.”

En het lokale aspect? Rotown werd nog wel eens verweten ‘geen Rotterdams podium’ te zijn.
“Dat is ook zeker belangrijk. Rotown is een merk in Nederland, maar ook in Rotterdam. Joey’s kracht lag internationaal, die van mij meer in de stad. We geven al veel ruimte aan Rotterdamse bands, maar ik verheug me erop de samenwerking aan te gaan met V11 of Roodkapje. Het is waardevol als je als stad je muziekcultuur als front communiceert. Dat ze in Den Haag ook weten wat Roodkapje doet. Daar valt nog veel te winnen.”

Zoals ook met Rotterdamse voorprogramma’s?
“We doen het soms wel, hoor. Vorige maand stond Mark Lotterman in de Maassilo in het voorprogramma van Sivert Høyem. Het liefst zie ik bij elke grote act een Rotterdams voorprogramma, maar Rotown is een productietechnisch een aparte zaal. Het restaurant zorgt ervoor dat je niet om één uur ’s middags een uitgebreide soundcheck kan gaan doen. We zijn aan het kijken wat we nog meer kunnen doen. Zo’n Eendrachtsfestival bijvoorbeeld, daar moet Rotown gewoon deel van uitmaken. Het is voor alle partijen interessant.”

Er is veel gezegd en geschreven over de Rotterdamse scene. Hoe ervaar jij die?
“Kijk, het centrum van Utrecht en Groningen stroomt over van de studenten. Rotterdam bestaat uit eilandjes: Witte de With, Hofplein, Nieuwe Binnenweg - er is geen samenspel. Je kan niet rondlopen en je keuze maken, die heb je al gemaakt. Niemand weet nu al wat-ie aanstaande vrijdag gaat doen, en vrijdagmiddag weet iedereen het ineens staat iedereen op dezelfde plek. Wat we wel merken, is dat het helpt dat de fietstunnel onder CS weer open is. Mensen bleven hangen in de bottleneck bij Hofplein.”

Hoe sta jij tegenover dat eveneens veelbesproken grote Rotterdamse podium?
“Je moet niet ambiëren om hier een Melkweg of Paradiso te openen. Dat gaat mis. Een nieuw podium zou voor de Rotterdammers zijn. In het segment boven Rotown, zo’n zeshonderd man capaciteit, is nog wel ruimte. Het zou mooi zijn als het in het centrum zou zijn.”

Niet bang voor concurrentie?
“Helemaal niet, een andere capaciteit is een ander podium, waar je dingen wel of juist niet kan doen. Vroeger was Nighttown groot en Rotown de underdog. Nu zijn wij de grote jongen, hét doorgeefluik voor internationale alternatieve muziek in de stad. Dat slaat eigenlijk nergens op. Ik zou het wel interessant vinden om het rebelse jonge broertje te zijn.”

Wat drijft jou als programmeur van Rotown?
“Joey is natuurlijk een blauwprint van hoe succesvol te zijn als programmeur in Nederland. Als ik goed in zijn voetsporen kan treden, is dat waardevol voor Rotown en mijzelf. Grote namen binnenhalen doet me niet zo veel. Ik snap dat je dan van toegevoegde waarde bent voor je zaal, maar Rotown is klein. We kunnen in een niche blijven. Daar haal ik meer persoonlijk plezier uit. We hadden ooit The XX, daar stond zestig man. Een half jaar later stonden ze op Lowlands en zei men: ‘waarom boek je die niet een keer?’ Tuurlijk, we hadden liever uitverkocht, maar voor de naam Rotown is dat heel goed. Ik streef ernaar om de band te boeken die later een ‘Nevermind’ maakt. Nirvana speelde ooit in Nighttown voor vijftig man, maar als je iedereen die zegt dat hij er was, moet geloven, waren er duizend. Dat is tof.”

En vanuit het oogpunt van de Rotterdamse muziekscene?
“Ik hoop dat we nog meer bijdragen aan een solide basis. Rotterdam is zo fragmentarisch, maar de kwaliteit is er gewoon. Bij Rotown College steekt vaak genoeg iets bijzonders de kop op. Rotown kan helpen als springplank. The Afterveins is heel goed bezig. Wolf In Loveland en Delikt zitten allebei in een heel andere hoek, maar ook leuk om te zien. Wat Victim Victim doet is heel spannend. En zo gebeurt er echt heel veel. Ik heb de ambitie om Rotterdam te helpen om elk jaar minstens één zo’n band waar we trots op kunnen zijn de wereld in te sturen.”