The Grand East: "We hebben geleerd te doseren"

Overijsselse rock-‘n-soulband wil Nederland en daarna buitenland veroveren

Tekst: Chris Bernasco / Foto: Tineke Klamer ,

Een maand geleden presenteerde The Grand East zijn debuutalbum Movano Camerata in de Sugarfactory in Amsterdam. De vijfkoppige rock-’n-soulformatie uit Overijssel toert momenteel door Nederland tijdens de vijftiende editie van de Popronde. We spraken af met frontman Arthur Akkermans bij een kop koffie in Het Gegeven Paard, en hadden het over zijn roots, doseren, ambities en de Utrechtse scene.

"Ik groeide op in het buitengebied van Diepenheim in Overijssel, in de jaren negentig. Daar had je niet veel. Alleen weilanden en koeienstront. Dus trok ik veel op met mijn buurjongen Teun, die twee jaar jonger is. We luisterden naar dezelfde muziek, vooral uit de jaren zestig en zeventig. We staken elkaar aan. Gingen samen op gitaarles. Later kwam er een jongen honderd meter verderop wonen. Dat was Niek, onze gitarist. Zo is het allemaal begonnen."

Buurjongens
Ondanks het vroege uur vertelt zanger-mondharmonicaspeler Akkermans van The Grand East honderduit. Hoe in 2009 toetsenist Joris zich bij de drie buurjongens voegde, en twee jaar later drummer Imanishi, waarmee de band Texas Radio compleet was. Hoe ze met hun energieke bluesrock al snel een hechte fanbase wisten op te bouwen, vooral rondom hun Twentse thuisbasis. En in de jaren daarna doorgroeiden naar zo’n 150 optredens per jaar, onder meer op de Zwarte Cross en Eurosonic.

Roots
De bandnaam Texas Radio bleek echter allesbehalve uniek te zijn. In Engeland was bijvoorbeeld ook al een Texas Radio. Daarom herdoopte de band zich vorig jaar tot The Grand East. "Die naam verwijst naar een bestaande reisroute door de VS, maar natuurlijk ook naar onze roots in het oosten van het land, waar we stiekem best trots op zijn", zegt Akkermans. Als The Grand East pakten ze de draad snel weer op en speelden ze onder meer bij Club 3voor12/Utrecht, op Oerol en in het voorprogramma van DeWolff in een uitverkocht Paradiso. "Sinds we Goomah als label en boekingskantoor hebben, gaat alles sowieso een stuk professioneler", vult de zanger aan.

Muzikale invloeden
Voor elk van de vijf leden, allemaal van begin jaren negentig, is The Grand East de eerste band. De ongeschoolde muzikanten vonden elkaar in hun liefde voor de blues en rock van de jaren zestig en zeventig. "Als kind kende ik maar drie platen: Led Zeppelin II, L.A. Woman van The Doors en Who’s Next van The Who", vertelt Akkermans. "Die platen van mijn ouders hebben me gevormd." Hij haast zich vervolgens om te benadrukken dat The Grand East meer invloeden kent. "Tom Waits en Canned Heat bijvoorbeeld. Onze bassist Teun is een wandelende encyclopedie, hij is gek van The Allman Brothers en Red Hot Chili Peppers. En Joris houdt veel van hiphop. Dat komt allemaal op de een of andere manier samen in onze muziek."

Doseren en controleren
De afgelopen twee jaar ontwikkelde de band zich volgens Akkermans in verschillende opzichten. "We doen niet meer alleen stampwerk. We doseren alles beter. We bouwen bijvoorbeeld ook rustigere stukken in de nummers in. En als we ergens een uitspatting hebben, dan weten we die nu ook te controleren. Dat is het verschil. Ook schrijven we de nummers niet meer uitsluitend door te jammen op een riff. De basisideeën worden door de groepsleden thuis ontwikkeld en tijdens de repetities uitgewerkt. Daarbij hebben we trouwens volop discussie. 'Negentig procent lullen, tien procent spelen', zeggen we wel eens."

Het debuutalbum
Op 12 oktober presenteerde The Grand East zijn debuutalbum Movano Camerata in de Sugarfactory in Amsterdam. Twee afgeladen bussen vertrokken vanuit Diepenheim naar de hoofdstad, waar een gezellig en zelfs bijna emotioneel feestje werd gevierd. Op het door Goomah Music uitgebrachte album brengt de band een stevige mix rock-’n-soul, zoals ze het zelf noemen. In de teksten laat Akkermans graag ruimte voor de interpretatie van de luisteraar. Wel wil hij kwijt dat hij met een nummer als ‘Rabbits & Children’ kanttekeningen wil plaatsen bij hoe mensen - inclusief hijzelf - zich laten leiden door smartphones en andere moderne technologie. "Maar als iemand er iets heel anders in hoort, vind ik dat ook prachtig. Ik hou ervan als dat kan met een nummer."


Utrecht en DeWolff
De wortels van The Grand East mogen dan in Twente liggen, inmiddels wonen drie van de groepsleden in de Domstad. "Het mooiste van de Utrechtse scene tot nu toe is dat we de mannen van DeWolff leerden kennen. Dat ze ons als voorprogramma vroegen voor hun cd-presentatie, terwijl ze ons maar heel kort hadden gezien, dat was echt ongelooflijk. Die gasten zijn zo inspirerend. En sinds afgelopen zomer mogen we hun studio aan de Oudegracht gebruiken voor onze repetities, dat is ook heel tof. Alles staat daar klaar, inclusief twee Hammond-orgels. Zoiets hadden we trouwens echt nodig, want het reizen tussen hier en Twente en de optredens begon ons op te breken, naast onze studies en zo."

Ambities
Gevraagd naar de ambities van de band, moet Akkermans even nadenken. Dan komt het hoge woord eruit. "Frankrijk en Duitsland, dat is toch wel onze droom. Net als Birth of Joy heeft gedaan. Daar zit een heel goede markt voor ons soort muziek. Maar ho, wat zeg ik. We zijn er nog lang niet in Nederland, we hebben net een beginnetje losgepeuterd. Laten we eerst maar eens ons stinkende best gaan doen op Noorderslag en daarna op de festivals in de zomer."

Loon naar werken
Vorig jaar werd The Grand East tijdens de veertiende editie van de Popronde dertien keer geboekt, dit jaar in 35 van de veertig steden, de akoestische shows meegerekend. "Er lijkt iets te gebeuren. Dat vinden we supertof. En het zit elke keer stampensvol. Het is trouwens ook behoorlijk zwaar, soms spelen we zeven keer in vier dagen. Het mooie van hoe het nu gaat is dat we eindelijk zo ver zijn dat we onszelf kunnen gaan uitbetalen. Tot nu toe stopten we alles wat we met optredens verdienden in de band. In de bus, de benzine. En in eten en drinken, daar houden we ook van."

Live-band
Op zaterdag 19 november staat The Grand East op het Amersfoortse poppodium Fluor, in het kader van de Popronde. "Hoewel we heel blij zijn met onze plaat, zijn we een echte live-band", zegt Akkermans. "Live doen we er nog een schepje bovenop. Het kan een spektakel zijn. Soms klimt Joris in een paal of ga ik op m’n kop staan. Ja, je kunt wel zeggen dat we op het podium helemaal tot ons recht komen."

Te zien: The Grand East tijdens Popronde Amersfoort, zaterdag 19 november 2016 (22.00 uur) @ Fluor