Meneer van Dalen geeft antwoord

In gesprek met Postcards From Mars' Bart van Dalen

Tekst: Niels Spinhoven / Foto's: Danique van Kesteren (OAK & FIR) ,

Eén van de fijnste Utrechtse releases van de laatste tijd komt niet uit Utrecht, al scheelt dat verrekte weinig. We hebben het over de lp Growth van Postcards From Mars. Achter die naam gaat Bart van Dalen schuil en hij is geen onbekende in de Utrechtse popscene. Van Dalen is een geboren Amersfoorter, oprichter van pixelpunkband Findel, hij speelt in het noisebandje Boner Petit en een groot deel van de plaat werd opgenomen in de Utrechtse Studio Brainwash. Om maar wat te noemen. Niettemin opereert hij vanuit het Noord-Hollandse Lage Vuursche, waar zijn eigen Pine Tree Studio diep in de bossen verstopt zit.

We spreken met Van Dalen over Growth in Hollandsche Rading, het plaatsje dat haar naam ontleent aan de ligging op de grens tussen Noord-Holland en Utrecht. Hij vertelt met hetzelfde enthousiasme over zijn project als over een antieke grenspaal die hij net vlakbij zijn studio heeft ontdekt.

Postcards From Mars ontstaat terwijl Van Dalen lid is van Only Seven Left, een voornamelijk op tienerpubliek gerichte act. Hij komt in 2008 bij de groep met één doel voor ogen: liedjes schrijven. “Ik vond het een mooie uitdaging om heel gericht supercatchy songs te maken voor een duidelijk beschreven doelgroep. Only Seven Left is natuurlijk zo commercieel als 't maar kan, maar ik ben daar allesbehalve vies van. Ik hou van pop en van een goede top 40 hit.” In die periode koopt Van Dalen een Taylor GA4, een akoestische gitaar. “Die gitaar heeft een bijzonder geluid en als ik erop speel, komt er altijd wel iets uit. Postcards From Mars begon toen ik op die gitaar liedjes voor mezelf ging schrijven. Kleine schetsmatige nummers, vaak in mineur, als tegenwicht voor de opgewekte Only Seven Left-nummers.”

Van Dalen omschrijft zijn tijd in Only Seven Left als hectisch en leuk, maar uiteindelijk gaat het schrijven van songs binnen het vastomlijnde genre hem tegenstaan. In 2011 besluit hij om ermee te stoppen. Het schrijven van kleine liedjes zet hij voort. “Ik nam thuis op met een klein recordertje en die liedjes gooide ik meteen op Soundcloud. In 2014 had ik een aantal nummers liggen waarin ik een nieuwe lijn ontdekte. Het was een soort tweede generatie songs. Vanaf dat moment ben ik het project steeds interessanter gaan vinden én serieuzer gaan nemen.” Van Dalen vat het ambitieuze plan op om een jaar lang elk seizoen een Postcards From Mars EP uit te brengen en om de cyclus af te sluiten met een langspeler op vinyl. Met het uitbrengen van Growth is dat doel, alhoewel later dan gepland, bereikt.

De folky popsongs op Growth klinken uitnodigend en vertrouwd. De productie is kraakhelder en instrumentkeuze is met een hoofdrol voor akoestische gitaar of ukelele, vrij traditioneel. Maar aan de aandachtige luisteraar openbaren zich handenvol aan vernuftige arrangementen die de songs doen groeien en gloeien. De aan Paul Simon’s Graceland in herinnering brengende koortjes in ‘Still Trying’ of de piano als kloppend hart van de ritmesectie in ‘In Control’ zijn slechts twee voorbeelden. Het roept de vraag op hoe lang de weg is van een eerste gitaarschets, naar een afgerond nummer.

Van Dalen moet daar even over nadenken. “Lastig om daar een vinger achter te krijgen. Ik kan mezelf behoorlijk verliezen in het bedenken hoe een liedje moet gaan klinken. Van ‘Here’s To The Future’ bestaan heel veel verschillende versies. Maar aan de andere kant is er de eerste iPhone-take van ‘Breathe’. Die song was klaar toen ik ‘m voor het eerst vastlegde, daar heb ik nauwelijks meer iets aan veranderd.” Co-producer Brian Esselbrugge blijkt een belangrijke rol te spelen bij het vervolmaken van songs. “Die tweede mening is ontzettend belangrijk voor me. Ik begin zelf met een opzet voor een nummer, maar op een gegeven moment neem ik ‘m mee naar Brian. Samen denken we verder na over hoe we het tot een beter liedje kunnen maken. Daar ben ik eigenlijk voortdurend naar op zoek.”

Ook de puntigheid van de liedjes valt op. Een typisch nummer op Growth klokt drie minuut nogwat. Van Dalen wijt het, vanwege zijn professie als producer van reclamemuziek, aan beroepsdeformatie. “In commercials moet het in 30 seconden gebeuren. Mijn spanningsboog is daardoor vrij kort. Misschien maak ik onbewust wel liedjes die uit allemaal stukjes van 30 seconden bestaan. Hoe dan ook, ik hou ervan constant verrast te worden in een nummer. Ik haat het eindeloos herhalen van refreinen. Als ik een refrein herhaal, dan moet het anders, in een uitgeklede vorm of juist met een extra stem. Ik wil graag dat je een song meteen nóg een keer wilt horen. En daarna nóg eens."

Growth is in fysieke vorm exclusief op vinyl verschenen. Op de cover prijkt een foto van een afgevallen boomblad in verregaande staat van ontbinding, waardoor een ragfijn netwerk van nerven zichtbaar is. De vitaliteit die uit de titel spreekt, schuurt met dit beeld. Van Dalen nuanceert dat onmiddellijk: “Als je de albumhoes in je handen hebt, zie je dat er gouden accenten in de foto zijn verwerkt. Ik wil benadrukken dat er ook in dode, kleine dingen schoonheid zit. En daarbij, het groeien en vergaan van dingen ligt in de natuur dicht bij elkaar.” De natuur is een regelmatig terugkerend thema op de plaat. De achterliggende fascinatie blijkt pril. “In 2014 ben ik naar de Amerikaanse westkust gereisd, naar Washington State om precies te zijn. Ik ben groot fan van de serie Twin Peaks. Die is daar gefilmd. Dat gebied heeft diepe indruk op me gemaakt, de natuur is daar zo groots en ongerept. Het gevoel van mystiek die de plek bij me oproept, biedt veel aanknopingspunten voor songs.”

En sindsdien trekt de westkust aan Bart van Dalen. In ‘The East’ bezingt hij die krachten in de regels “Take me back to Washington (...) where the air proclaims my name.” “Dat nummer gaat over de drang die ik voel om naar Amerika te verhuizen. Ik voelde me daar zo prettig. Mensen zijn relaxed en behulpzaam en de natuur is overweldigend. Ik volg een aantal fotografen uit de omgeving van Seattle die actief zijn op Instagram. Ik kijk elke morgen als ik wakker word wat ze aan het doen zijn. Maar ik durf niet te verhuizen, want het gaat me hier goed af. Ik heb leuk werk, ik woon in een fijn land op een mooie plek. Waarom zou ik dat opgeven?” En met die vraag kondigen zich typische quarterlife dilemma’s aan. “Ik zit heel erg op mijn plek. Dat koester ik. Maar ik droom ook. Ik ben nu op het moment in mijn leven waarop duidelijk zal gaan worden welke dromen gaan lukken en welke ik moet vergeten. Ik ben dus een beetje aan het afstrepen. Wat is realistisch? Wat niet? Het zijn nu nog keuzes, ik ben flexibel. Maar ik weet ook dat wat ik achterlaat, niet meteen terug heb in Amerika...”

In de liner notes van het album wordt Growth een levenswerk genoemd. Dat klinkt als magnum opus en daarmee het eindstation van Postcards From Mars. Maar Van Dalen ontkent stellig. “Ik heb volop ideeën voor nieuw werk en ik wil niet te lang met deze plaat onder mijn arm blijven rondlopen.” Een aantal songs op Growth nam Van Dalen op in Hochkrimml, in de Oostenrijkse Alpen. “Die manier van werken past goed bij me en ligt ook al besloten in de bandnaam. Dat wil ik vaker gaan doen, op locatie schrijven en opnemen.” Hij lacht: “Misschien dan niet op Mars, maar tijdens een lange trip naar Washington moet zeker lukken.”

Te zien: zaterdag 24 september speelt Postcards From Mars op festival Nachtklooster in Woerden. Meer info vind je hier.