Bliksembezoekje aan het Le Guess Who?-kantoor

Onderonsje met de organisatoren in de stilte voor de storm

Tekst: Jelle Talsma ,

Donderdag begint de tiende editie van Le Guess Who? Het leek me een goed idee om een pretentieloos bliksembezoekje te brengen aan TivoliVredenburg. Daar zit het tijdelijke kantoor van organisatoren Bob van Heur, Johan Gijsen en Barry Spooren. Niet om ze door te zagen over hun visie, of ze ter verantwoording te roepen over hun blokkenschema - maar gewoon om even te polsen hoe ze erbij zitten, zo in de stilte voor de storm.

Ik dacht: dat gaan ze nooit goed vinden, zo’n journalist die ze even in de nek komt hijgen op de vooravond van hun grote festival. Ik vergiste me echter: ze vonden het geen probleem. Barry Spooren bood me zelfs aan mee te lunchen in TivoliVredenburg. Ik blij en vereerd.

De man achter Spooren
Spooren begeleidt me door de gangen van TivoliVredenburg naar hun kantoor. Tenger voorkomen met sluik haar, half over het voorhoofd gedrapeerd. Heeft een vriendelijk gezicht. Spreekt met een zuidelijk accent. Op het kantoor liggen posters, t-shirts en draaitafelslipmatten met afdrukken van het beeldschone Le Guess Who? artwork. Het is er rustig. Gijsen en Van Heur zijn er nog niet, die staan nog even het AD te woord. Een stuk of zes jongens en meisjes zitten gebiologeerd te tikken achter hun laptop. Ik vertel dat ik net gestopt ben met koffie drinken, dus zet Spooren een bakje thee. Morocco-mint van de Hema in kartonnen bekertjes.

Hij begon ooit met luisteren naar Nirvana en Metallica. Was altijd al bezoeker van Le Guess Who?. Volgde de opleiding HKU-muziekmanagement. Werkte een tijd voor het Incubate festival in Tilburg, ook al zo’n obscuur muziekgebeuren. ‘Dat spannende. Die acts die je allemaal niet kent. Dat je het ziet en denkt: wat gebeurt hier? Het was duister en underground.’ Hij tuurt veelal dromerig naar buiten. Als hij inhoudelijk spreekt over muziek kijkt hij me recht aan. Geven zijn ogen licht. Begint hij breed te grijnzen.

Zijn affiniteit met duistere muziek is langzaam gegroeid. Hij is altijd op zoek geweest naar meer. Spitte jarenlang muziekbladen door. Schreef ooit voor muziekblog Kicking the Habit. Over een songschrijver Jim Sullivan, die in de jaren zeventig van de aardbodem verdween. Een soort Rodriguez-achtig verhaal. Heeft twee platen achtergelaten: Jim Sullivan en U.F.O. Er gingen wilde theorieën de ronde. Sullivan zou in de woestijn zijn geliquideerd, of beter nog: meegenomen door aliens. Hoe hij dat verhaal op het spoor kwam weet hij allang niet meer. Altijd zoeken. Altijd hongerig zijn naar nieuwe dingen.

"Je bent constant op zoek naar iets wat je nog niet eerder hebt gehoord. Dingen waarvan je in eerste instantie denkt: ‘ik weet niet wat ik hiermee aan moet.’ Maar waar je toch weer naar gaat luisteren. Dat je probeert te vatten wat er in zit. Dat is een fascinerend ding. Het hangt ook van het moment af, van hoe je je persoonlijk voelt."

Ik vraag hem hoe hij zich persoonlijk voelt. "Ha!" Spooren veert op. "Een gezonde spanning. Zo’n gevoel van: ‘laten we maar beginnen!’ Het is ook zo’n rare dynamiek: dat je een jaar lang bezig bent met iets wat vier dagen duurt. Je werkt op naar een enorme piek en dan val je in een zwart gat."

Gezonde spanning
Gezonde spanning, omdat dit hun grootste editie ooit is. Ze zijn niet weersafhankelijk, maar toch checkt hij de weersvoorspelling. Het gaat regenen. Hoe verdeelt het publiek zich dan? Dit jaar zijn er de grootste namen ooit. En ze gaan dieper dan ooit. Zoals met Phurpa bijvoorbeeld, een twee uur durende show met keelzang en oude Tibetaanse instrumenten. Ze zoeken steeds meer de avantgardistische hoek op, met drones en fluisterende freejazz. Dat levert discussie op binnen het team: de balans moet kloppen. Steeds de vraag: ‘klopt het wel?’ De eeuwige spanning tussen diepte en toegankelijkheid. Johan Gijsen riep het vele malen eerder: je kan beter je kop stoten aan een optreden en nog maanden lang oreren over de buil, dan er een onschuldig ‘gezellig’ gevoel aan overhouden.

Die gezonde spanning, slaat die weleens om naar ongezonde spanning? Als je iets helemaal wil doen - moet je er helemaal voor gaan en kan je jezelf erin kwijt raken. Je moet niet geobsedeerd raken. En tegelijkertijd moet je jezelf kwijt raken. En geobsedeerd raken. Anders kan je het niet doen. Hoe werkt die paradox? Ik worstel met het formuleren van deze vraag. Dan komt Johan Gijsen binnen. Begroet me hartelijk. "Van geobsedeerd raken hebben velen van ons een handje", zegt Spooren. Gijsen, die achter ons iets uit de koelkast pakt grijnst veelzeggend. Betrapt bijna. We lachen. "Ergens is dat goed. Maar tot op bepaalde hoogte’" gaat Spooren verder.

Ik vraag hem of hij het uit kan zetten, die obsessie. "Niet met de knop. Maar ik heb twee kids thuis lopen en dat helpt. Dan zit ik soms vol zorgen op de fiets naar huis, kom ik thuis en springt mijn kleine om de hoek: ‘Papa papa, ik ben Brandweerman Sam, kom me pakken!’ Dan denk ik van: ‘ja oké. Het zal wel even met die problemen.’’

Vader Spooren
Spooren heeft een dochtertje: Sophia, en een zoontje: Bram. Begin oktober is Sophia één geworden. Bram is drieënhalf. Vader worden heeft uiteraard veel veranderd. Meer plannen en structureel werken, waar hij sowieso al van was. Opdat hij om zes uur ’s avonds met het gezin kan eten. Hij relativeert bovendien makkelijker dan vroeger.

Soms wringt het. Dan moeten er ineens allemaal dingen tegelijk en loopt hij achter zichzelf aan. Op de meest drukke momenten is op één dag de volledige line-up aankondiging, de programmagidsen die naar de drukker moeten en dan nog wat van die dingen. Dan is hij er thuis minder met zijn hoofd bij dan hij zou willen. Of hij werkt net iets te lang door. Maar weet tegelijkertijd dat het erbij hoort, dat je er soms even doorheen moet.

Bram nam hij onlangs mee naar My First Festival, een festival voor kinderen in TivoliVredenburg. Zijn vriendin zei voor de grap: ‘We gaan nu naar papa’s werk toe.’ Bram is er nu van overtuigd dat zijn vader de hele dag op een festival rondhangt. Laatst was Spooren video’s aan het uitzoeken voor bij bands op de website. Toen mocht Bram meehelpen en zeggen welke video’s hij leuk vond. Hij wist precies aan te wijzen welke deugde en welke niet. Is alleen nog te jong om zijn mening te onderbouwen. Spooren is heel benieuwd hoe zijn zoon zich verder ontwikkelt. Wat er gebeurt als hij straks uit kan leggen waarom hij iets vindt. Hij glundert als hij dit vertelt.

Stabiele man Spooren
Spooren werd ooit binnengehaald als stabiele man, om meer structuur te brengen in een groeiend festival. Hij kende Gijsen en van Heur al en reageerde op de vacature omdat hij meer met marketing bezig wilde zijn. Toen hij binnen kwam kreeg hij de vrije hand om het vorm te geven zoals hij wilde.

"Handelen vanuit een onderbuikgevoel – dat is typisch voor ons team. Dat is een aandachtspunt voor de komende jaren. We worden groter maar hoe houden we die organische structuur die we nu hebben? Dat we niet zo’n overlegorganisatie worden. We willen elkaar blijven aanvoelen. Toch moeten we iets meer gaan structureren en professionaliseren. Dingen helderder op papier zetten, bepalen wat je graag wil doen en wat je liever uit handen wil geven."

Gijsen en van Heur
De tijd dringt. Wil de heren niet te lang tot last zijn. Toch nog even Gijsen en Van Heur polsen. We dalen af naar de spelonken van TivoliVredenburg. Daar lunchen de twee jeugdvrienden in gezelschap met andere bekende Tivoli-koppen. Onder wie Sonar Traffic-synthofiel Allert Aalders, midden in een vlammend betoog, waar je hem zo makkelijk aan herkent. Je wordt hier doodgegooid met volk dat zich mateloos opwindt over muziek. Schitterend.

Gijsen en Van Heur hebben hun lunch nog niet op, maar zijn niet te beroerd om me even te woord te staan. Gijsen propt snel een croissantje naar binnen, Van Heur peuzelt een levensgrote loempia en broodje bapao op tijdens ons gesprek.

Gijsen kende ik al. Interviewde hem vorig jaar voor DJBroadcast. Doet me op de een of andere manier denken aan Hagrid uit Harry Potter. Iemand om van te houden. Totaal muziekkrankzinnig. Hij heeft het talent om vurige, onbegrijpelijke monologen te houden met aaneenschakelingen van complexe, exotische artiesten- en bandnamen. Als je niet zoveel verstand hebt van muziek als hij - wat je niet hebt - moet je deze monoloog ruw onderbreken, anders raak je er compleet in verdwaald.

Van Heur’s maalmachine
Bob van Heur – zware stem, indringende blik, donkere wallen, coherent spreker - begint van wal te steken over zijn gesteldheid. "Afgelopen weekend was het wel een maalmachine in mijn hoofd. Probeerde weer op het laatste moment alles in mijn blokkenschema te verschuiven. Maar dat kan niet. Heb er een goed gevoel over, maar ik ben altijd nerveus."

Waar gaat het publiek naar toe? Je wil geen rijen. Je wil dat iedereen alles ziet. Een goed publiek bij elke act staat. Constant honderden mails die binnenkomen over productie-dingetjes. Klopt het programma? Of is het maar een denkbeeldig programma dat alleen klopt in je eigen kop? Dat is in een notendop hoe de maalmachine in het hoofd van Van Heur eruit ziet.

Buurman-en-Buurman-dynamiek
‘Kinste nog sòkker mètnumme Johan?’, roept hij midden in zijn verhaal naar Gijsen, die naar de koffiemachine loopt. De twee spreken hun moedertaal Limburgs tegen elkaar, ook tijdens vergaderingen. Collega’s zijn eraan gewend, voor sommige stagiairs werkt het bevreemdend. Tussen Gijsen en Van Heur hangt een prettig soort Buurman-en-Buurman-dynamiek. Vertonen samen alle kenmerken van in elkaar vergroeide oervrienden. Kennen elkaar vanaf hun twaalfde, afkomstig uit respectievelijk Roggel en Heythuysen.

Als Gijsen terug is haal ik mijn obsessieverhaal, dat ik even daarvoor ook al bij Spooren ophing, weer van stal. Zo’n obsessie… Is dat wel gezond? "Of het gezond is weet ik niet hoor!", onderbreekt Gijsen me meteen. Iedereen lacht. "Ik ben een grote twijfelkont’, zegt van Heur, serieus nu. ‘Dat komt voort uit een perfectionisme. Het zo goed mogelijk willen doen. Ik denk dat geen enkel festival honderd procent goed is."

"Die twijfel hoort bij ons festival", zegt Gijsen. "We willen een groot publieksevenement zijn, en toch ook zo diep mogelijk gaan. Hoe ver kun je gaan totdat je publiek gaat verliezen? Je moet een goede balans hebben tussen nieuwe jonge acts die nu de wind mee hebben, en de onbekende oude pioniers. Bij die balans hoort altijd twijfel. We hebben ook geleerd dat als we teveel twijfelen, we het niet moeten doen. Zeg ik het goed Bob?" Van Heur bromt van ja.

"Ik denk echt dat we met elkaar moeten trouwen, want we denken constant hetzelfde", zegt Gijsen. En meteen daarna: "Oh shit, dit wordt opgenomen natuurlijk!"

Barry in het broederhuwelijk
We lachen. Filosoferen even over wat voor rol Spooren dan zou hebben in dat huwelijk. Lovechild? Ringdrager? Maar dan serieus. Is het niet moeilijk om onderdeel te zijn van zo’n hecht broederhuwelijk? "Je moet het zelf niet ingewikkeld maken of zo", zegt Spooren. "Er niet teveel over nadenken."

Het blijft even stil. "Ik denk dat hij liegt!", grapt Gijsen. "Toch valt het best wel mee", zegt Spooren. "We matchen in ons onderbuikgevoel, dat is het belangrijkst." Gijsen beaamt: "We hebben alle drie een groter doel voor ogen. Op een popmuziekachtige manier mensen in aanraking laten komen met dingen die ze zelf niet opzetten. Die kern is duidelijk, en de randjes rekken we op. Hoe ver we ze oprekken, is waar we over discussiëren." 

Valkuilen
Ik denk tijdens het gesprek veel aan mijn ontmoeting met Gijsen vorig jaar. Toen ik hem mijn eerste interview met hem ter inzage stuurde, schrok hij van hoe persoonlijk het was. We spreken even over dat persoonlijke. Over er ruimte voor is binnen het team. Voor kwetsbaarheid, gevoelige onderwerpen, ook als die niet over muziek of Le Guess Who? gaan. De heren antwoorden met dat ze op elkaar letten. Elkaar goed aanvoelen, en een ander af en toe sms’en: ‘het is vandaag zondag, even je laptop dicht. Morgen kijken we er weer naar.’ Ze verklaren zo emotioneel betrokken zijn dat er altijd de valkuil is je te verliezen in je werk. Word je daar wijzer in door de jaren, in het herkennen van die valkuilen, vraag ik. "Hopelijk", antwoordt van Heur. "Ja en nee." Ik hoor vooral nee. 

Iedereen in zijn kracht
Voor zover ik uit de ontmoeting kan opmaken is Spooren in het team de stabiele factor. Trekt Gijsen en Van Heur aan hun jas als er iets af moet zijn. Gijsen is een stuk impulsiever. Bedenk me plotseling dat hij me vorig jaar vertelde dat Van Heur de visionair is. De grote dromer. Ik breng dit ter sprake. Gijsen beaamt: "Wat wij als vanzelfsprekend zien, ziet Bob helemaal niet zo. Dat vind ik ontzettend inspirerend."

Van Heur wordt zo min mogelijk belast met zaken als ticketing en contracten met zaaltjes. Zo krijgt zijn creatieve geest de meeste ruimte. Houdt bepaalde zaken, zoals ticketstanden, buiten de deur. Wil hij niet weten. Daar ga je namelijk anders van programmeren. Gijsen en Spooren verzorgen de achterkant. Zo krijgt Van Heur rust in zijn kop. Komt vervolgens op krankzinnige ideeën, zoals het ‘24-hour Dronefest’ (vierentwintig uur lang dronen. Eerst in TivoliVredenburg, later ook geëxporteerd naar New York).

Spooren, Gijsen en Van Heur zijn op zoek naar manieren om elkaar te verlossen van overbodige bagage. Uiteindelijk gaat iedereen dan steeds meer in zijn kracht staan. Zo wordt alles steeds organischer, meer onderbuikgevoel. Die zoektocht is nooit klaar. Wordt alleen maar prangender en complexer naarmate de boel verder uit gaat dijen, denk ik.

Voltijds gepassioneerden
We besluiten er mee te stoppen. Gijsen heeft een volgende afspraak waar hij al een kwartier te laat voor is. Maak snel nog wat kiekjes en neem afscheid. Laat de heren doen wat ze moeten doen om alles in orde te maken voor de storm uitbreekt donderdag. Door mijn bliksembezoekje heb ik zin gekregen in het avontuur. De ontmoeting maakte mijn dag. Die uitwerking hebben voltijds gepassioneerden. Je herkent ze meteen. Staan nooit uit. Raken geobsedeerd. Schalen niet af. Dalen steeds dieper af. Zijn niet bang. Maken alles onderdeel van dat waar ze van houden. Brengen grootse dingen voort.