Ik dacht: dat gaan ze nooit goed vinden, zo’n journalist die ze even in de nek komt hijgen op de vooravond van hun grote festival. Ik vergiste me echter: ze vonden het geen probleem. Barry Spooren bood me zelfs aan mee te lunchen in TivoliVredenburg. Ik blij en vereerd.
De man achter Spooren
Spooren begeleidt me door de gangen van TivoliVredenburg naar hun kantoor. Tenger voorkomen met sluik haar, half over het voorhoofd gedrapeerd. Heeft een vriendelijk gezicht. Spreekt met een zuidelijk accent. Op het kantoor liggen posters, t-shirts en draaitafelslipmatten met afdrukken van het beeldschone Le Guess Who? artwork. Het is er rustig. Gijsen en Van Heur zijn er nog niet, die staan nog even het AD te woord. Een stuk of zes jongens en meisjes zitten gebiologeerd te tikken achter hun laptop. Ik vertel dat ik net gestopt ben met koffie drinken, dus zet Spooren een bakje thee. Morocco-mint van de Hema in kartonnen bekertjes.
Hij begon ooit met luisteren naar Nirvana en Metallica. Was altijd al bezoeker van Le Guess Who?. Volgde de opleiding HKU-muziekmanagement. Werkte een tijd voor het Incubate festival in Tilburg, ook al zo’n obscuur muziekgebeuren. ‘Dat spannende. Die acts die je allemaal niet kent. Dat je het ziet en denkt: wat gebeurt hier? Het was duister en underground.’ Hij tuurt veelal dromerig naar buiten. Als hij inhoudelijk spreekt over muziek kijkt hij me recht aan. Geven zijn ogen licht. Begint hij breed te grijnzen.
Zijn affiniteit met duistere muziek is langzaam gegroeid. Hij is altijd op zoek geweest naar meer. Spitte jarenlang muziekbladen door. Schreef ooit voor muziekblog Kicking the Habit. Over een songschrijver Jim Sullivan, die in de jaren zeventig van de aardbodem verdween. Een soort Rodriguez-achtig verhaal. Heeft twee platen achtergelaten: Jim Sullivan en U.F.O. Er gingen wilde theorieën de ronde. Sullivan zou in de woestijn zijn geliquideerd, of beter nog: meegenomen door aliens. Hoe hij dat verhaal op het spoor kwam weet hij allang niet meer. Altijd zoeken. Altijd hongerig zijn naar nieuwe dingen.
"Je bent constant op zoek naar iets wat je nog niet eerder hebt gehoord. Dingen waarvan je in eerste instantie denkt: ‘ik weet niet wat ik hiermee aan moet.’ Maar waar je toch weer naar gaat luisteren. Dat je probeert te vatten wat er in zit. Dat is een fascinerend ding. Het hangt ook van het moment af, van hoe je je persoonlijk voelt."
Ik vraag hem hoe hij zich persoonlijk voelt. "Ha!" Spooren veert op. "Een gezonde spanning. Zo’n gevoel van: ‘laten we maar beginnen!’ Het is ook zo’n rare dynamiek: dat je een jaar lang bezig bent met iets wat vier dagen duurt. Je werkt op naar een enorme piek en dan val je in een zwart gat."
Gezonde spanning
Gezonde spanning, omdat dit hun grootste editie ooit is. Ze zijn niet weersafhankelijk, maar toch checkt hij de weersvoorspelling. Het gaat regenen. Hoe verdeelt het publiek zich dan? Dit jaar zijn er de grootste namen ooit. En ze gaan dieper dan ooit. Zoals met Phurpa bijvoorbeeld, een twee uur durende show met keelzang en oude Tibetaanse instrumenten. Ze zoeken steeds meer de avantgardistische hoek op, met drones en fluisterende freejazz. Dat levert discussie op binnen het team: de balans moet kloppen. Steeds de vraag: ‘klopt het wel?’ De eeuwige spanning tussen diepte en toegankelijkheid. Johan Gijsen riep het vele malen eerder: je kan beter je kop stoten aan een optreden en nog maanden lang oreren over de buil, dan er een onschuldig ‘gezellig’ gevoel aan overhouden.
Die gezonde spanning, slaat die weleens om naar ongezonde spanning? Als je iets helemaal wil doen - moet je er helemaal voor gaan en kan je jezelf erin kwijt raken. Je moet niet geobsedeerd raken. En tegelijkertijd moet je jezelf kwijt raken. En geobsedeerd raken. Anders kan je het niet doen. Hoe werkt die paradox? Ik worstel met het formuleren van deze vraag. Dan komt Johan Gijsen binnen. Begroet me hartelijk. "Van geobsedeerd raken hebben velen van ons een handje", zegt Spooren. Gijsen, die achter ons iets uit de koelkast pakt grijnst veelzeggend. Betrapt bijna. We lachen. "Ergens is dat goed. Maar tot op bepaalde hoogte’" gaat Spooren verder.
Ik vraag hem of hij het uit kan zetten, die obsessie. "Niet met de knop. Maar ik heb twee kids thuis lopen en dat helpt. Dan zit ik soms vol zorgen op de fiets naar huis, kom ik thuis en springt mijn kleine om de hoek: ‘Papa papa, ik ben Brandweerman Sam, kom me pakken!’ Dan denk ik van: ‘ja oké. Het zal wel even met die problemen.’’
Vader Spooren
Spooren heeft een dochtertje: Sophia, en een zoontje: Bram. Begin oktober is Sophia één geworden. Bram is drieënhalf. Vader worden heeft uiteraard veel veranderd. Meer plannen en structureel werken, waar hij sowieso al van was. Opdat hij om zes uur ’s avonds met het gezin kan eten. Hij relativeert bovendien makkelijker dan vroeger.
Soms wringt het. Dan moeten er ineens allemaal dingen tegelijk en loopt hij achter zichzelf aan. Op de meest drukke momenten is op één dag de volledige line-up aankondiging, de programmagidsen die naar de drukker moeten en dan nog wat van die dingen. Dan is hij er thuis minder met zijn hoofd bij dan hij zou willen. Of hij werkt net iets te lang door. Maar weet tegelijkertijd dat het erbij hoort, dat je er soms even doorheen moet.
Bram nam hij onlangs mee naar My First Festival, een festival voor kinderen in TivoliVredenburg. Zijn vriendin zei voor de grap: ‘We gaan nu naar papa’s werk toe.’ Bram is er nu van overtuigd dat zijn vader de hele dag op een festival rondhangt. Laatst was Spooren video’s aan het uitzoeken voor bij bands op de website. Toen mocht Bram meehelpen en zeggen welke video’s hij leuk vond. Hij wist precies aan te wijzen welke deugde en welke niet. Is alleen nog te jong om zijn mening te onderbouwen. Spooren is heel benieuwd hoe zijn zoon zich verder ontwikkelt. Wat er gebeurt als hij straks uit kan leggen waarom hij iets vindt. Hij glundert als hij dit vertelt.
Stabiele man Spooren
Spooren werd ooit binnengehaald als stabiele man, om meer structuur te brengen in een groeiend festival. Hij kende Gijsen en van Heur al en reageerde op de vacature omdat hij meer met marketing bezig wilde zijn. Toen hij binnen kwam kreeg hij de vrije hand om het vorm te geven zoals hij wilde.
"Handelen vanuit een onderbuikgevoel – dat is typisch voor ons team. Dat is een aandachtspunt voor de komende jaren. We worden groter maar hoe houden we die organische structuur die we nu hebben? Dat we niet zo’n overlegorganisatie worden. We willen elkaar blijven aanvoelen. Toch moeten we iets meer gaan structureren en professionaliseren. Dingen helderder op papier zetten, bepalen wat je graag wil doen en wat je liever uit handen wil geven."