Bodypolitics sleept EKKO mee in hun duistere wereld

Band zegeviert in thuisstad, nu de rest van de wereld

Tekst: Marc van der Laan en David Eerdmans, Foto's: Rob Sneltjes ,

Voorafgaand aan de albumpresentatie liet het Utrechtse Bodypolitics zich fotograferen als Grote Leiders van uiteenlopende radicale politieke stromingen. Lukt het hen EKKO – en daarna de wereld – te veroveren?

De zaal van EKKO is al behoorlijk vol als Too Tangled een kort voorprogramma speelt. Het duo uit Gent maakt met rauwe gitaar, veel effecten, elektronische beats en viool puntige nummers met een dikke jaren ’80-saus. Ze spelen onder andere een cover van een Duitstalig jaren ’80-nummer waarvan de band gokt dat niemand in de zaal het origineel kent (dat was overigens ‘Eisbär’ van het Zwitserse Grauzone).

En dan is het de beurt aan de Utrechtse band Bodypolitics om hun tweede album INNER NIL te presenteren. Het internationale viertal (naast twee Nederlanders heeft de band ook een Italiaan en een Griek in de gelederen) wordt vanavond versterkt met toetsenist Rik Voorberg van Kids with Guns.

Het eerste album, The Space of a Jump, werd anderhalf jaar geleden goed ontvangen. Vergelijkingen met Radiohead werden vooral veel gemaakt, maar ook een band als The National werd genoemd. Voor de presentatie van INNER NIL liet de band zich fotograferen als Grote Leiders van uiteenlopende radicale stromingen: religieus fanatisch, ultrakapitalistisch, communistisch en rabiaat rechts, van Bin Laden tot Pinochet. Smaakvol? Overmoedig? In ieder geval straalt het de ambitie uit om met het nieuwe album de wereld te veroveren.

Het concert begint hard en duister en blijft dat ook: INNER NIL blijkt donkerder en onheilspellender dan The Space of a Jump. De nummers klinken sterk, maar zijn complexer en niet altijd ‘gemakkelijk’, met een veelheid aan gitaar, toetsen, effecten en elektronica.  De band heeft de vaart erin en speelt nummer na nummer van de nieuwe plaat, zonder interactie met het publiek. Zanger Giuseppe Valenza heeft het duidelijk naar z’n zin. Hij springt op en neer op het podium, moedigt de andere bandleden aan en heeft vaak een grote grijns op z’n gezicht. Van zenuwen lijkt geen sprake. De band speelt de nieuwe nummers zo strak dat het lijkt alsof ze al jaren op het repertoire staan. Daardoor worden de nummers ondanks de vele lagen nergens een muur van geluid. Het publiek laat zich gewillig meeslepen in de donkere wereld van Bodypolitics.

In de tweede van het optreden helft wordt Valenza (zonder zijn kenmerkende baard, die hij moest afscheren na een scheerfoutje: “I almost cried”) spraakzamer, en maakt wat korte opmerkingen over hoe blij hij is hier te staan.  De toegift bestaat grotendeels uit nummers van de eerste plaat, die voor de gelegenheid helemaal opnieuw gearrangeerd zijn. Soms dusdanig dat  pas bij de zang herkenbaar wordt welk nummer het is. Duidelijk wordt dat de nummers van The Space of a Jump catchier zijn dan die van INNER NIL. Dat is niet per se een minpunt voor de nieuwe plaat: die heeft waarschijnlijk wat meer luisterbeurten nodig voor hij je echt pakt.

Het concert eindigt met een radicale breuk van het geluidsgeweld. Valenza springt het publiek in en speelt midden in de muisstille zaal, op een akoestische gitaar en onversterkt, het gevoelige nummer Completely Absent, gevolgd door luid applaus. Eén ding is duidelijk: Bodypolitics heeft EKKO voor zich gewonnen. Nu de rest van de wereld nog.

Gezien: Bodypolitics & Too Tangled, zaterdag 16 november 2013 @ EKKO, Utrecht