Nu is de Utrechtse troubadour Green alweer bijna twintig jaar en negen albums verder. Hij heeft een vrouw, een dochter en een zoon, is gelukkig, en rustiger dan voorheen. Zijn negende album, Sound of Neonlight, volgt deze maand. Overeenstemmend met Greens hang naar de straat, verwijst de titel naar zijn fascinatie voor fel kunstmatig licht. "Neonlicht is het allermooiste licht dat er is. Daarin zie je alles dat het daglicht eigenlijk niet kan verdragen; alles wat oneffen is."
Hoewel bekend in en rondom Utrecht en vaak lovend gerecenseerd, heeft de muziek van Green nooit echt het grote publiek bereikt. Niet dat hij daar mee zit. Met recht kun je zeggen dat de energie van Green aanstekelijk is. Geen woord lijkt ongemeend. In een oud televisie-interview vraagt iemand hem of hij niet bang is een gefrustreerd musicus te worden die vergeefs probeert het te maken in het buitenland. "Dat ben ik ook," antwoordt de jonge Green met een glimlach. "Als je als muzikant niet gefrustreerd bent dan klopt er iets niet."
Ontmoet Erny Green
Al tijden de echte troubadour van Utrecht
Het begon als een manier om rond te komen tijdens zijn studie. Maar financiële nood was voor Erny Green al snel niet meer de enige reden om straatmuzikant te zijn. In de vroege jaren negentig trokken de personages, de muziek en vooral de zwarte romantiek hem de straat op. Daar vond hij als literatuurstudent, met een hoofd vol theorieën, rust in de handeling van het muziek maken.
Green heeft ondertussen op veel plekken in de wereld gespeeld; de VS, Zuid-Amerika, Oost-Europa. Daarnaast heeft hij met zijn Joy Division-coverband, Closer to Curtis, met de première van Anton Corbijns film Control getourd. Closer to Curtis gaat binnenkort weer touren onder de naam Joy Division Undercover, samen met Hallo Venray-gitarist Henk Koorn.
Aan tafel in Café De Stad, waar bandmaat en toetsenist Thijs Heij ook aanwezig is (beluister hier zijn vuige Nederlandstalige soloproject), blijven de verhalen over tafel schieten. Green heeft een ongewoon leven geleid. Geboren en getogen in Winterswijk, waar hij al in verschillende newwavebandjes speelde, vertrok hij naar Utrecht om moderne letterkunde te studeren. Zijn studie maakte hij af terwijl hij op straat speelde om rond te kunnen komen. "Ik kwam eigenlijk nooit in ‘literaire kringen’", vertelt Green over die tijd, "maar vond het veel leuker om met alle personages op straat om te gaan dan met de studenten."
"Na mijn studie ben ik vier jaar straatmuzikant geweest. Ja, dat was hard werk. Misschien was het een tegendraadse keuze. Misschien maakte ik die keuze om dezelfde reden dat ik niet zo met studenten omging. Die waren bezig met netwerken, uitgevers, journalistiek. Ik vond dat als hobby wel leuk, maar het was voor mij geen werkelijke invulling. Die straatmuziek was voor mij een verlengstuk van het lezen. Je staat de hele dag in een wereld, die anders is dan de gewone wereld."
De theorieën waar hij mee te maken kreeg op de universiteit hielden Green veel bezig. "Als je begint met filosofie, literatuurwetenschappen of wat dan ook, dan lijken heel veel van die theorieën het vermogen te hebben allerlei puzzels op te lossen. Je krijgt gereedschap waarmee je dingen kunt begrijpen, en die gedachten zijn af. Het is bijna een soort universumpje waarin je je kunt wentelen.
Het moment dat ik het een beetje gehad had, dat was met het modernisme. Je zit in een bepaald gedachtepatroon en valt in herhaling. Dat is heel leuk voor een tijd maar het ging ook vervelen. Toen kwam het hele postmodernisme en roetjs, alles ging onderuit. Het hele deconstructivisme, anything goes. Niks is waar en zelfs dat niet. Alles dat gemaakt is kan ook weer zo ontkracht worden; dat is het hele kreupele van communicatie eigenlijk."
Op de vraag of het idee van anything goes meespeelde in zijn keuze om de straat op te gaan en zijn geld te verdienen met muziek, in plaats van dezelfde weg op te gaan als zijn studiegenoten, antwoordt Green dat het misschien wel een rol heeft gespeeld. "Maar voor mij was het veel meer een must. Ik dacht veel na en in feite was ik op die manier op zoek naar antwoorden, oplossingen. Ongelooflijk frustrerend als je erachter komt dat dat gewoon een doelloze weg is. En dan kom je uiteindelijk bij Nietzsche, die je dan de laatste mokerslag toedient: er is helemaal niks."
"Als je echt de filosofie ingaat, komt je daarin uit, of je wordt heel diep gelovig of je gaat mediteren of je gaat in een klooster. Dus ik wilde eigenlijk gewoon weer terug naar de basis. Zingen is namelijk een soort van verlossende activiteit. Even niet denken. In feite is het dan bijna een soort religieuze handeling. Omdat je daarmee jezelf probeert in een andere sfeer te brengen."
Was die keuze dan ook niet bijna fatalistisch? "Ja. Dat is natuurlijk ook gewoon romantiek. Ontvluchten aan de werkelijkheid. Ik heb er nogal een handje van om de zwarte kant van die romantiek te zoeken. Dat is toch wel hetgeen dat het meest pervers is. Daarom is neonlicht ook zo mooi. Dat is als geen ander licht in staat het zinloze van de realiteit te belichten."
Het mooie is dat als je met echte kunst te maken hebt, en dat is voor niemand hetzelfde hoor, maar echte kunst ontstaat als jij met een tekst, een beeld of met muziek heel even iets raakt dat groter is dan het geheel, groter dan alles dat ik ken; een soort visioen. Dat kent volgens mij iedereen wel, en dat is volgens mij ook de opdracht van kunst; om die momenten te creëren. Als je dat nou met twee mensen doet of tweeduizend dat maakt niet uit. Het is een soort zoektocht of zo, van mensen naar elkaar.’’
Bekijk hier ook een interview eerder afgenomen met Green, over Utrecht en zijn tijd als straatmuzikant in Hoog Catharijne en beluister hier zijn nieuwste cd Sound of Neonlight
Te zien: cd-presentatie ‘Sound of Neonlight’ van Erny Green, zondag 24 maart @ dB’s, Utrecht. De entree € 10,- inclusief cd (€ 6,- zonder)