Het is met pijn in het hart dat de jongens van Goede Vrijdag afscheid nemen van ‘hun huisje’. Op hun podium in de kelder stonden de afgelopen anderhalf jaar naast enkele (inter)nationale artiesten voornamelijk Utrechtse acts als Jelle Buma, The World of Dust en Holden Goldmund. Goede Vrijdag is alleen de dagen voor kerst nog open. In januari volgt nog een afscheidsfeest, maar dan is het toch echt gedaan met het kleinste podium van Utrecht. De beperkte afmetingen van het brugwachtershuisje tegenover het Ledig Erf was wat de plek typeerde, maar blijkt nu toch te klein voor de ambities van Jannick Besamusca, Emiel Remmelts en Jan Pieter Middelkoop.

Het podium in de kelder werd geprogrammeerd door Tom Gerritsen. Hem is het optreden van Pino Plaza het meest bijgebleven: “Rare liedjes en taoïstische voordracht, daar kreeg ik echt kippenvel van.” Voor Middelkoop was het solo-optreden van Giuseppe Valenza (Bodypolitics) tijdens het openingsweekend één van de hoogtepunten: “Het geluid stond hard, de setting was gaaf, het stond bomvol. Ik was echt trots op ons eigen poppodium.” Besamusca: “En Jelle Buma niet te vergeten! Daar kunnen we verder niet al te veel over zeggen, maar dat was echt tof.” “David Moon was ook memorabel. Altijd leuk als de meeste mensen tijdens een optreden weglopen,” zegt Remmelts.

Besamusca vertelt dat veel artiesten het spannender vonden om in hun kelder te spelen dan voor een zaal met honderden mensen. Middelkoop: “Leah Abramson vond dit één van de tofste locaties van haar tour, en zij heeft best een lange tour gedaan! Ze kwam de volgende ochtend zelfs nog een keer langs om ons te bedanken.” Het is niet makkelijk om op zo’n klein podium een interessante programmering vol te houden. Toch is het beste dat Utrecht en omstreken aan solo-acts te bieden heeft wel langs gekomen. Middelkoop: “Alleen Paul Hoek hadden we nog graag willen hebben tijdens ‘Le Mini Who?’, maar toen Tom hem vroeg was hij net een dag eerder al gevraagd door ‘Le Mini Who?’ zelf.”

Na de vraag wat Goede Vrijdag typeert blijft het behoorlijk lang stil. Uiteindelijk zijn ze het erover eens dat het met name de spontane werkwijze is. Remmelts: “Goede Vrijdag heeft geen vooropgezet plan. De charme is dat we gewoon ergens aan beginnen. Ik lustte niet eens koffie voor we hier startten.” Besamusca: “Alle plekken die ons inspireren zijn in de loop van de tijd ontstaan en niet van tevoren door één of ander bureau bedacht.” Die werkwijze maakt dat de jongens af en toe voor grote uitdagingen kwamen te staan. Zo bestelde iemand tijdens de eerste avond van het openingsweekend een caffè lungo, maar geen van drieën had enig idee wat dat zou moeten zijn.

Ook de inrichting van het huisje verliep niet altijd zoals gepland. Middelkoop: “We wilden een zo groot mogelijk object in de ruimte plaatsen. Wat is beter dan een gigantische discobal? Ik heb de deuropening opgemeten om te bepalen hoe groot hij kon zijn.” Op marktplaats vonden ze een discobal van 75 cm doorsnee, dat zou makkelijk moeten passen.

“Dus wij komen met die bal bij de deur, bam! Ik was de deurpost vergeten op te meten.” Ze besloten om de hele deur er dan maar uit te halen. “Heel vroeg in de ochtend hebben we de stalen, loeizware deur losgeschroefd, doodsbang dat iemand van de gemeente ons zou zien. Het is wel een monumentaal pand. Snel die bal naar binnen en de deur weer teruggeschroefd. We konden die deur met z’n tweeën net tillen. Op het moment dat we de deur van buitenaf dicht wilden doen bedacht Besamusca dat hij beter eerst binnen kon gaan staan. Voor de zekerheid.” Dat bleek een helder moment, want de deur bleek muurvast dicht te slaan. Besamusca kon hem nog net met veel geweld van binnenuit open trappen. "Anders hadden we naar de gemeente gemoeten: 'Uh, nou, er ligt dus een gigantische discobal in het huisje, en de deur zit klem.'"

De drie vrienden zitten vol met nieuwe ideeën en dat is ook de belangrijkste reden om met de koffiewinkel te stoppen. Met zo’n kleine capaciteit is het lastig voldoende omzet te draaien en ze hebben qua vormgeving inmiddels alles uit de ruimte gehaald wat erin zit. Toch valt het afscheid hen zwaar. “Het voelt na twee jaar als een tweede huis,” zegt Besamusca, “het is best lastig om dat uit handen te geven.” Middelkoop: "Het is gek om iemand anders straks de sleutel te geven. Dit voelt als óns huisje, ónze kade.” De jongens moeten zelf een nieuwe huurder aandragen. Hun oproep heeft al ruim 25 reacties opgeleverd. Dat wordt nog lastig kiezen. “Ik vind het vooral belangrijk dat het voor publiek toegankelijk blijft,” zegt Remmelts, “en het zou tof zijn om een jonge ondernemer de kans te kunnen bieden hier iets te beginnen, net zoals wij die kans gehad hebben. Het hoeft niet per se een koffiebar te worden, maar het mag wel.” Goede Vrijdag was één van de eerste horecazaken aan de Oosterkade, die met de komst van het nieuwe station Vaartsche Rijn meer horecaondernemers heeft getrokken. De zaken slaan nu vaker de handen ineen tijdens festivals als Le Mini Who? en het Kadefestival. Besamusca: “De buurt is nu echt in opkomst. Het zou leuk zijn als de nieuwe invulling van het huisje iets voor de buurt oplevert en de samenwerking behouden blijft.” Middelkoop: “We willen iemand hier zijn eerste tent laten beginnen. Tenzij Starbucks 50.000 euro biedt.” Hebben ze nog tips voor de nieuwe huurder? Middelkoop: “Maak een uitbouw!”

Ook de vraag wat we in de toekomst van Goede Vrijdag kunnen verwachten levert enige aarzeling op. Remmelts: “Daar hebben we eigenlijk nog niet uitgebreid bij stilgestaan, maar ik zou over een jaar wel een nieuwe vaste plek willen hebben. Ik vind de combinatie tussen vormgeving en horeca echt tof, maar de balans was nu een beetje zoek.” Middelkoop wil de festivalkant op: horecakarren ontwerpen en zelf feesten organiseren. “We zijn zonder een vaste horecazaak veel flexibeler en kunnen sneller aanhaken bij andere initiatieven.”

Wie nog snel misplaatste kerstcadeautjes wil kopen, zichzelf van alle meer of minder fleurige kanten wil bewonderen in de spiegel-wc, of gewoon een laatste kopje koffie wil drinken onder het wakend oog van Frans Bauer moet dus snel zijn. In januari volgt nog een afsluitfeest. Wat dat gaat worden? Besamusca: “Iets met een biertje?” Middelkoop: “We willen er iets moois van maken. En we hebben nog zestig Mercedes-Benzsjaaltjes waar we vanaf moeten.”

Hoe kijken de jongens terug op de afgelopen twee jaar? Middelkoop: “We kwamen net van de HKU toen we hier begonnen. Het was ons eerste grotemensenproject. Ik vond het een machtig idee om een eigen horecazaak in Utrecht te hebben. We hebben hier ongelooflijk veel van geleerd.” Remmelts: “Het was wel moeilijk om een pand te vinden in Utrecht. De meeste locaties waar we aanklopten hadden zoiets van: ‘HKU? Oké. Ik zoek wel even verder naar iemand met geld’.” Middelkoop: “We zijn begonnen vanuit het gevoel dat Utrecht iets miste. Er zijn bijna geen plekken waar steeds nieuwe dingen ontstaan, waar je elke keer weer verrast kunt worden. We wilden iets dynamisch creëren, met tijdelijke evenementen. Dat is één van de redenen waarom we hier nu stoppen: er zijn teveel beperkingen voor onze ideeën.” In twee maanden tijd hebben de drie vormgevers het huisje ingericht, waarbij ze alles zelf hebben ontworpen: het podium, de bar, de bankjes. Dat moet ook wel, want de geringe afmetingen vragen om slimme oplossingen. Er zijn, naast een volledig uitgeruste bar, zeker elf zitplekken op nog geen tien vierkante meter. IKEA is er niets bij.