Voordat de held van de avond het podium bestijgt, is het de eer aan de Noorse Tore St Moren om het publiek ‘op te warmen’, voor zover de weergoden dat niet al voor elkaar hadden. Het is erg warm in de zaal, maar 013 is wel klaar voor een potje hardrock met een metalsausje. Tore St Moren trad in de loop der jaren internationaal op met diverse bands, waaronder de Noorse heavy-metalband Jorn. Dit jaar kwam zijn tweede soloalbum My Way Or The Highway uit, waarvan vanavond het een en ander ter gehore wordt gebracht. De langharige mannen – behalve dan de bassist, met zijn omhooggeföhnde Prodigy-kapsel – spelen een korte set. Teksten als “I’ve been snorting whiskey and drinking cocaine” worden opgeleukt met langgerekte, instrumentale stukken vol scheurende gitaren en indrukwekkende solo’s. Je ziet gitarist en frontman Tore St Moren genieten. “The guitar is great, right?!”, roept hij tegen het publiek. Ja, de gitaar is top. Dat zal door de hoofdact opnieuw bewezen worden.
Eerbetoon aan de gitaarmuziek met Jake E. Lee’s Red Dragon Cartel
Een avondje onvervalste hardrock in 013
Jake E. Lee’s Red Dragon Cartel is voor het eerst op Nederlandse bodem te zien, en bovendien exclusief in 013. Goed nieuws voor de hardrockliefhebber. Gitaarvirtuoos Jake E. gaat al een tijdje mee, maar Red Dragon Cartel leverde pas dit jaar zijn debuutalbum af. De plaat bevat een indrukwekkend scala aan gastbijdrages; onder andere leden van Pantera, Kyuss, Cheap Trick en Iron Maiden speelden een nootje mee op dit album, dus dat belooft wat.
Tore St Moren
Jake E. Lee’s Red Dragon Cartel
Dan is Red Dragon Cartel aan de beurt, de nieuwe band van gitarist Jake E. Lee. De beste man speelde onder andere voor RATT, Rough Cutt en Dio, maar is vooral bekend als gitarist in de band van Ozzy Osbourne. Dat gegeven wordt ook niet onder stoelen of banken gestoken; de set wordt zelfs geopend met ‘Ozzy song’ The Ultimate Sin. Jake E. Lee komt kalm het podium op gewandeld, terwijl hij een dubieus pijpje rookt. “Alright people, we’re here to rock-‘n’-rooooolll”, schreeuwt zanger DJ Smith in de microfoon. En daar is geen woord aan gelogen.
De band is een bijzondere verschijning. De bassist lijkt op Che Guevara, maar dan met een alpenhoedje op, de zanger – met enorme bos krulletjeshaar – draagt een héle strakke skinny jeans, een riem met diamantjes en een blingbling-rozenkrans en Jake E. zelf doet stiekem een beetje denken aan Hans Klok, met zijn witte hemd ver open geknoopt en zijn lange haren wapperend, met dank aan de windmachine.
Over die windmachine gesproken: wat een rare keuze om die op de uiterste rechterhoek van het podium te plaatsen. Jake E. is namelijk erg op het ding gefocust, waardoor het merendeel van het publiek het grootste deel van de tijd eigenlijk alleen zijn rug ziet en dat is erg jammer. Goochelen mogen we het niet noemen, maar trucjes haalt hij wel uit; hij bespeelt bijvoorbeeld even zijn gitaar met een minibar-formaat whiskyflesje. Lee is gepassioneerd en heeft vaak een gelukzalige glimlach op zijn gezicht, dat is mooi om te zien.
Verder is er dan ook weinig op het optreden aan te merken, de band speelt de sterren van de hemel en met zichtbaar plezier, tot er zelfs snaren springen. Zanger DJ Smith – wat een strot heeft die man – verlaat geregeld het podium, zodat Jake E. zijn momentjes kan pakken om te shinen. Er komt allerlei materiaal voorbij van Ozzy Osbourne, maar ook van Badlands; een van de hoogtepuntjes was echter Red Dragon Cartel nummer Shout It Out. Het publiek – voornamelijk wat oudere mannen met lange haren en zwarte t-shirts – geniet met volle teugen van dit ‘blues-driven’ hardrockspektakel. Er wordt afgesloten met een vette, verlengde uitvoering van Bark At The Moon. Daarna verlaat de band kort het podium, maar niet voordat Jake nog even proost met wat bezoekers en wat plectrums uitdeelt.
In de toegift pakt zowaar drummer Jonas Fairley de microfoon op – met zijn volgeturfde arm – en de band knalt nog één keer tijdens het nummer ‘Rock-‘n’-roll Rebel’. Een geslaagd eerbetoon aan de gitaar vanavond, dat mag gezegd worden.