Mourn beproeft pril materiaal met succes op Little Devil-publiek

Slakkengang komt niet helemaal in eigen element

Wouter de Waal ,

Na geruime tijd stug repeteren, was het afgelopen vrijdag tijd voor Brabantse metalband Mourn om zich aan de wereld te presenteren. Dat kon natuurlijk op geen betere plek geschieden dan in de immer sfeervolle achterzaal van Little Devil, alwaar een aanzienlijke schare belangstellenden met enthousiast hoofdgeschud blijk gaf van haar instemming met het pakkende repertoire van de groep.

SLAKKENGANG

Allereerst mag het lokale duo Slakkengang echter eventjes aan de slag om de aanwezigen alvast op temperatuur te krijgen, een taak die de beide heren zoals we van hen gewend zijn met gezwinde spoed ter hand nemen. Helaas breekt de zanger/gitarist al snel een snaar, een euvel dat de band begin vorige maand in de Hall of Fame ook parten speelde. Net als de voorgaande keer maakt de drummer gebruik van de ontstane vertraging door er even lustig alleen op los te roffelen, maar vervolgens lijken de lichtelijk nerveuze slakjes er anders dan in de Hall niet meer volledig in te slagen hun vertrouwde muzikale slijmspoor terug te vinden. Een beetje jammer, aangezien de impact van hun bijzonder rappe en met veel branie uitgevoerde, qua klank veelal aan black metal refererende experimentele werkstukjes zo behoorlijk verkleind wordt, maar soms zit het nou eenmaal tegen. Volgende keer beter, en om maar even met Reve te spreken: moedig voorwaarts.

MOURN

Vervolgens is het dan toch echt tijd voor Mourn om haar eerste kersverse nummers op het publiek uit te proberen. Afgaande op de aankondiging op de webstek van Little Devil tezamen met de shirts van Down en zelfs Motörhead die op het podium zijn te ontwaren, zou je aanvankelijk misschien eventjes kunnen denken dat we hier met een smerig, naar de blues lonkend luid orkestje te maken hebben. Dat de achtergrond van verschillende bandleden in technische combo's als Textures en Exivious echter een groter stempel op de groep drukt dan ze zich misschien zelf bewust is, blijkt niet alleen uit de veelsnarige instrumenten die bassist en gitarist hanteren, maar ook en vooral uit de typische 'Meshuggah-stuiter' die met grote regelmaat in de vanavond gespeelde stukken opduikt. Dat gezegd hebbende is het echter eveneens duidelijk dat het deze band niet zozeer te doen is om technische complexiteit, als wel om het neerleggen van een pakkende groove, verpakt in helder gestructureerde nummers: aldus bevindt de groep zich min of meer in het domein waar Pantera vroeger heer en meester was. Hoe effectief deze formule is, blijkt wel uit de energieke respons die het nieuwe, dus nog onbekende werk al meteen in de voorste rijen van de opvallend goedgevulde zaal teweegbrengt. Weliswaar is er muzikaal eigenlijk niets nieuws onder de zon, maar dat pretendeert deze band ook niet. Gewoon zeer ambachtelijk gesmeed metaal dat er bij het merendeel van het publiek ingaat als zoete koek. Proefoperatie geslaagd en op naar het volgende feest kortom.