Het is zondagmiddag en iedereen is nog een beetje aan het herstellen van de nacht ervoor. Bijna iedereen in Cul de Sac zit op de grond of hangt aan de bar voor de heren van het Belgische The Guru Guru. Live een stuk minder rustgevend dan hun naam doet vermoeden. Ze zijn leuk, chaotisch, punk, rock, gewoon hard en van zitten of hangen aan de bar is snel geen sprake meer. Aan het einde van het optreden heeft iedereen het slaap uit de ogen gewreven en kunnen we concluderen dat The Guru Guru een ideaal midddel is tegen de bevreesde zondagmiddagafterdip. (ER)
#Incu14 blog: De zondag
Met onder andere The Guru Guru, Thisquietarmy en Zachte G Harde P
Op Incubate staan zoveel interessante acts, dat het voor de 3voor12/Tilburg-redactie niet te belopen is om iedereen een eigen artikel te geven. Maar we willen natuurlijk wel zoveel mogelijk acts behandelen. Daarvoor hebben we de Incubate-blog, waarin we je dagelijks voorstellen aan the best of the rest en scherp in de gaten houden wat er door anderen wordt gezegd over het festival. Wij zullen dit artikel dan ook meerdere malen updaten.
The Guru Guru
thisquietarmy
Geen woorden. Thisquietarmy – de Canadees Eric Quach – wandelt het podium op, gaat met zijn gitaar op een stoel zitten en begint te spelen. Aan zijn voeten staan héél veel pedaaltjes en knopjes. Wat er uit de boxen komt… Tsja. Op de Facebookpagina van thisquietarmy lezen we bij genre het volgende: Ambient / Drone / Experimental / Shoegaze / Electronic / Krautrock / Psych / Post-rock / Black / Doom. Kijk maar even wat je ermee doet. Hoe het klinkt? Een soort ‘alternatieve’ versie van de welbekende cd’s met ‘oceaangeluiden’ die je bij de Tuinen kunt kopen. Het brengt de aanwezige mensen in een soort meditatieve toestand. Veel nieuwsgierige voorbijgangers wandelen met een opgetrokken wenkbrauw Consouling Sounds binnen. Voor velen is deze muziek niet weggelegd, dus er is – op een kleine ‘harde kern’ na – veel verloop in het publiek. Zij laten zich hypnotiseren door de prachtig opgebouwde ‘jam’ van thisquietarmy. Op de achtergrond zien we duistere zwartwit-beelden van onder meer bergen, bossen, kathedralen en loopgraven. De Canadees zit te ploeteren, met parels van zweet op zijn hoofd. Zodra hij aan het einde van zijn set de laatste knopjes uitdraait, verschijnt in grote rode letters ‘De accu is bijna leeg’ op het scherm. Perfect getimed. Thisquietarmy verlaat het podium eveneens zonder woorden, maar hij wordt begeleid door een enorm applaus. (IG)
Bear Run
Bij aanvang zegt de band verbaasd te zijn over de grote opkomst. Er is best wat volk komen opdagen in Extase, ondanks het vroege tijdstip. Al bij het eerste nummer kickt de catchy indie-vibe erin en krijgt de band iedereen lichtjes aan het dansen. De band heeft zich duidelijk laten beïnvloeden door bands als Balthazar en Wilco. Deze invloed uit zich in de poppy indierock en de harmonieuze meerstemmigheid met een klein rauw randje. De bescheiden frontman Xavier komt tussen de plaatjes door heel verlegen over: "Wij zijn Bear Run, nog steeds. En de komende vier nummers ook.’’ Ze zijn Incubate ontzettend dankbaar dat ze hier mogen staan. Tijdens het spelen is er niks meer van Xavier’s verlegenheid te merken; hier staat een ervaren muzikant met een band die strak op elkaar is ingespeeld. Met het energieke nummer "Dodging People On TV’’ sluit de band het concert in Extase prima af. (JJ)
Dotlights
Deze band bestaande uit 1 man, genaamd Casper Rossing, maakt hele dromerige muziek. Je zou het bijna romantische post-rock kunnen noemen. Het is dan ook erg jammer dat de zaal niet voller staat in de Stadskelder. Met welgeteld 18 man voor zich, begint Casper zijn optreden. Het enige dat hij bij zich heeft is een gitaar en een mengpaneel. En meer heeft ie ook niet nodig. Ook deze band, voor zover het een band te noemen is, is opgericht in 2013 en dus nog niet zo heel erg lang bezig. De paar foutjes die hij maakt tijdens zijn optreden worden hem dan ook meteen door het publiek dan ook al snel vergeven. Er komen gedurende het optreden wel wat mensen om de hoek kijken, maar echt vol wordt de zaal niet. En dat is echt heel jammer, want deze muziek is precies wat een mens nodig heeft na een zware zaterdagnacht. Deze man verdient gewoon een groter publiek. (ER)
Stara Rzeka
Een hele onopvallende jongen, met baard en in een donkerblauw sweatvest, neemt met zijn akoestische gitaar plaats vlak voor de preekstoel in de Pauluskerk. Hij begint te spelen en de deuren gaan dicht. “This is very special for me”, zegt Stara Rzeka. Normaal speelt hij niet akoestisch en ook niet in een kerk. Na ieder nummer gaan de deuren even open voor de mensen die naar binnen of buiten willen en dat is maar goed ook, want er komen steeds stromen mensen naar binnen. Het is duidelijk dat het optreden ook ‘very special’ is voor de mensen in het publiek. De setting is goed gekozen voor deze Poolse muzikant, telkens wanneer de muziek aanzwelt galmt dat prachtig door de Pauluskerk. De psychedelische drone-folk creëert een soort droomwereld. Mensen luisteren met gesloten ogen en gebogen hoofd (al dan niet op de schouder van hun lief) en scheppen in hun hoofd hun eigen beelden bij de muziek. Even ongestoord genieten op de zondagmiddag. (IG)
The Asteroid #4
Een voor de helft gevulde Extase ziet de mannen van The Asteroid #4 onverschillig het podium opstappen. Alle vijf voorzien van een kledingstijl en uiterlijk wat je bij psychedelische folkrockmuziek verwacht. Een tekort aan image heeft deze band duidelijk niet. Een tekort aan eigendunk ook niet, zo blijkt wanneer ze moeite krijgen met het geluid in Extase. Alhoewel er inderdaad af en toe vervelende geluiden door de nummers heen brommen, is de reactie van de gitarist flink overdreven: hij steekt na twintig seconden een vinger in de lucht en weigert verder te spelen. De monitor moet uit, want hij trekt het 'vreselijke' geluid niet meer. Daarnaast weigert de zanger die irritante pilotenbril af te doen.
Nadat dit probleem is opgelost speelt de band bij vlagen best leuke muziek. Het publiek is enthousiast maar krijgt daar geen waardering voor terug. Zo is er nul interactie met de zaal en worden de lange pauzes tussen de nummers gebruikt door de band om onderling te praten en lachen. Wanneer er net wat te hard "let it go and then we are done here" gezegd wordt, lijkt de band een toppunt van verwaandheid te hebben bereikt. De band raffelt alle nummers af zonder enige vorm van enthousiasme. De band vraagt hoe lang ze nog moeten en het publiek antwoordt: 'twinty minutes'. De reactie daarop is aanstellerig en vreselijk uit de hoogte. De ‘oh fuck’ van de gitarist en de zucht van de drummer terwijl de bassist hem lachend aankijkt, bewijst dat de band toch nog verwaander kan zijn. Toch lacht er een enkeling en blijft er zelfs nog redelijk wat publiek staan, terwijl de band zonde gêne twee nummers ongeïnspireerd door de zaal laat galmen. Wat een doffe ellende. (TS)
Joel RL Phelps
Zeven uur 's avonds op de Incubate zondag. Joel RL Phelps staat met zijn The Downer Trio in Cul de Sac. Joel is ooit onderdeel geweest van indie rockband Silkworm, maar verlaat deze in 1994 om zijn eigen platen op te gaan nemen. Ondertussen heeft hij al 8 platen uitgebracht, waaronder een aantal EP's, en is dit zijn eerste keer op Incubate. Hij omschrijft zichzelf als een indie singer-songwriter en dat is zijn muziek tot op zekere hoogte ook. De eerste paar nummers liggen een beetje lastig in het gehoor, omdat er nogal wat ruis door de boxen heen komt en Joel enigszins chaotisch oogt. Hij herpakt zijn flow al snel, het geluid wordt aangepast, de drummer en bassist voegen zich bij Joel en in plaats van indie singer/songwriter, worden we nu getrakteerd op fijne bluesrock, van het soort waarvan je heel hard moet huilen als je net een relatie hebt beeindigd of iets dergelijks. Hoe fijn de muziek ook is, het aanwezige publiek, dat bij dit optreden schaars is, kakt in. Bijna iedereen zit op de grond te luisteren of aan de bar bier te drinken. Als deze man eerder deze middag geprogrameerd had gestaan, had hij waarschijnlijk meer publiek gehad, wat hij totaal verdient. (ER)
soviet soviet
Een koude oorlog dreigt, er heerst een economische recessie, Frankrijk heeft een socialistische president en U2 heeft een nieuw album uit. De jaren '80 zijn in deze tijd nooit ver weg en dat geldt ook zeker voor het optreden van de Italiaanse band soviet soviet in De NWE Vorst. De groep maakt postpunk die doet denken aan een energiekere Joy Division, of accurater: zet 'A Forest' van The Cure een uur op repeat en je hebt een aardig beeld.
Goed, heel origineel is soviet soviet uit Pesaro dus niet, maar de uitvoering laat werkelijk niets te wensen over. De energie spat van het podium, met name dankzij bassist/vocalist Andrea Giometti. De virtuoze drummer houdt de band op een bewonderenswaardige manier strak, terwijl hij in hoog tempo venijnige ritmes op zijn hihat wegtikt. De nummers zijn duister, maar opzwepend, en stiekem heeft soviet soviet die oldskool sound toch nog wat weten op te frissen, zo blijkt naarmate de set vordert. Kunnen we spreken van nostalgische postpostpunk? (FV)
Lantlôs
Een goede afwisseling tussen snoeiharde shoegaze en hele rustige, bijna jazzy melodieuze muziek, dat is Lantlôs. Drie gitaristen en een drummer staan op het podium, maar blijkbaar was het podium te klein voor de bassist, die was genoodzaakt om op de grond van de Little Devil te spelen. De nummers van de band zijn behoorlijk lang, maar niet tot vervelens toe, juist door de afwisseling die zij in hun nummers brengen. Na het bekijken van de setlist blijken vier van de vijf nummers hetzelfde te heten, namelijk ‘Melting Sun’ (naar hun nieuwe album), dus daar ontbreekt de variatie wel, maar dat deert natuurlijk niemand. Vorig jaar stond de band in een bomvol Patronaat tijdens Roadburn, maar ook in een goed gevuld -hoewel beduidend kleiner - Little Devil weet de band overtuigend over te komen. Bij het publiek weet de band duidelijk een gevoelige snaar te raken, en vanaf het eerste nummer staat het publiek dan ook ruig te headbangen. Bij de melodieuze stukken lijkt het publiek haast te zweven en zo nu en dan heeft de band ambient geluiden meespelen, zoals de rustgevende geluiden van de zee. Grappig feitje is dat de airconditioning van de Devil net op dat moment een zacht briesje de zaal in blaast, waardoor het net lijkt alsof je je aan zee bevindt. Mooie, toepasselijke bijkomstigheden dus voor de mannen van Lantlôs. (TaS)
Otis
Crows
Met wat rare moves voor het podium stoomt James Cox, de frontman van deze beginnende band, zich klaar voor nog een optreden vandaag. Eerder op de dag stonden ze al in Brussel samen met onder andere Goat en Moon Duo die we deze week ook zagen op Incubate. Dat Crows al eerder gespeeld heeft, is verder niet te merken. Al snel rijst de vraag of James het wel zonder kleerscheuren van het podium gaat redden. Om zijn adrenaline op pijl te houden breekt hij namelijk zowel de kast als de muur naast de band met platte hand en gebalde vuist bijna af. Met een satanische blik in zijn ogen schreeuwt hij vervolgens de teksten van de duistere postpunk met veel consumptie in de twee microfoons voor hem. Als een duivelse reincarnatie van Ian Curtis neemt hij alle aandacht op tijdens de nummers. Hier lijkt de muziek alleen maar van te profiteren want de energie druipt ervan af. Helaas lijkt het ruige publiek van Incubate op een andere locatie want een gebrek aan moshpits is voelbaar. Als het debuut album uit is en Crows een fanbase heeft, wat met dit werk als voorbode snel zal komen, zullen de concerten nog wel eens heel memorabel kunnen worden. (ToS)
Zachte G Harde P
Van alles waarmee je het woord ‘punk’ associeert, is ‘Brabantse gezelligheid’ waarschijnlijk het laatste. En na het zien van Zachte G Harde P besef je dat het ook zo zou moeten zijn. In de zaal staat een gast met een hanenkam, hier en daar wat gasten met hardcoreshirts, maar hiervan raakt zelfs je kleine zusje niet geshockeerd. Drie oude gasten die uitgekauwde powerchords rammen met een wat jongere zangeres en plat Brabants accent. In theorie zou het kunnen werken, maar daarvoor is echt wat meer nodig dan dit. Neem bijvoorbeeld Doe Di Doe Da, een typische ‘fuck you ik heb overal schijt aan’ song, maar in de uitvoering is het net zo spannend als naar het bluesrock bandje van je vader kijken. Dat Zachte G Harde P als punkband niet lekker uit de verf komt ligt niet aan het overduidelijke Brabo randje van de band, maar gewoon aan de uitstraling. Boven het niveau van het gemiddelde buurthuisbandje komen ze namelijk niet. Maar goed, misschien is het ook meer een act voor een schuurfeest bij jou in het dorp in plaats van op Incubate. (CL)