#Incu14 blog: De vrijdag

Met onder andere Shun Club, Bored Nothing en Pow!

Redactie 3voor12/Tilburg ,

Op Incubate staan zoveel interessante acts, dat het voor de 3voor12/Tilburg-redactie niet te belopen is om iedereen een eigen artikel te geven. Maar we willen natuurlijk wel zoveel mogelijk acts behandelen. Daarvoor hebben we de Incubate-blog, waarin we je dagelijks voorstellen aan the best of the rest en scherp in de gaten houden wat er door anderen wordt gezegd over het festival. Wij zullen dit artikel dan ook meerdere malen updaten.

Shun Club

Het podium in Cul de Sac is drukbezet met Belgische muzikanten. Het vijfkoppige Shun Club is het zoveelste Vlaamse bandje op deze editie van Incubate. Dit keer echter geen experimentele metal-noise, maar ‘gewoon’ een indiebandje. Het loopt helaas geen storm in Cul de Sac. Op het drukste moment staan er hooguit vijftien mensen in de kuil. Zonde, want op de vrolijke muziek van deze Vlamingen had best leuk gedanst kunnen worden.
 

De karige opkomst is misschien te verklaren door het feit dat de timetable op vrijdag, zaterdag en zondag een stuk voller is dan doordeweeks. Aan de band zelf zal het niet liggen. De muziek is zeer aanstekelijk. Het liefst zou je deze band zien op een festivalletje, met een biertje in het zonnetje. Wat dat betreft is het donkere hol van Cul de Sac niet de ideale locatie. De band zelf, met name de frontman Johan Verckist, komt zeer sympathiek over. Ze blijven tussen de nummers door praatjes houden en grapjes maken. Alleen al daarom gun je ze een vollere zaal. Ze laten daardoor echter de pret niet drukken. De hele set blijft energiek. Als laatste nummer spelen ze een covertje, of zoals de frontman het aankondigt: ‘’Dit nummer is niet van ons, dit nummer is van iemand anders’’. Dan wordt Paper Planes van MIA ingezet. Een verrassende keuze, maar het pakt absoluut goed uit. Wederom een gemiste kans om te dansen. Als dit nummer is afgelopen, verlaat Verckist zonder afkondiging het podium en neemt heel casual plaats achter de bar. (JJ)  

Bored Nothing

Het Australische Bored Nothing heeft met de Little Devil een aparte plek toegewezen gekregen om hun dromerige indie-pop te spelen. De warme zaal is redelijk gevuld met publiek dat waarschijnlijk voor het eerst voet zet in de metalkroeg van Tilburg. Toch is de sfeer voor het optreden relaxed en de band trapt meteen af met fijne wegdroom muziek. Wat direct opvalt aan de groep op het podium is het excentrieke uiterlijk van de muzikanten en dan vooral dat van singer-songwriter Fergus Millen. Met een magere blote bast vol eigenaardige tatoeages en een haarlengte waar menig meisje jaloers op zou zijn gaat hij helemaal op in zijn muziek. Het is al vrij snel duidelijk waarom deze band gevormd is om Fergus. Zijn stem is uniek en pakkend. Helaas komen de nummers van Bored Nothing toch niet goed over op het publiek. De hitte binnen de Little Devil samen met de lange pauzes tussen de nummers door nekken het optreden. Het publiek slankt langzaamaan af, waarna er maar een halfvolle zaal overblijft. De rommeligheid in het samenspel van de band buiten de nummers om maakt het simpelweg geen fijn geheel om naar te luisteren. (TS) 

Pow!

Menig Incubate-ganger is op de synthesizerpunk van Pow! afgekomen, want op een kleine ruimte vlak voor het podium na – dat blijft toch spannend, hè – is Little Devil afgeladen vol. Er staan achterin de zaal zelfs mensen op stoelen om een glimp van dit optreden op te kunnen vangen. Een beetje overdreven is het wel, want veel valt er niet te zien op het podium. De toetseniste met luipaardprint-hotpants en lichtblauw haar en de drummer met megazonnebril en Pow!-merchandise aan zijn toch wel de blikvangers. Helaas heeft het geheel bijzonder weinig uitstraling. Het mag de pret niet drukken, vooral halverwege de set kan deze band uit San Francisco een paar nummers lang rekenen op veel enthousiasme vanuit het publiek. “Echt heel strak”, roept iemand in het publiek, terwijl de zanger op de rand van het podium staat te zingen. Hij lijkt het publiek in te willen, maar de kabel van zijn microfoon is niet lang genoeg. En strak is het ook. Aan de rij bij de merchandisetafel te zien is Pow! in de smaak gevallen. (IG)

Stær

Als deel van de Norwegian Invasion staat Stær (letterlijk uit het Noors vertaald zowel "spreeuw" als "glaucoom") op Incubate. Het trio brengt een agressieve vorm van progressive noiserock naar de Stadskelder. Een hypertechnische drummer ramt zijn hihat, clash en ride in hoog tempo bijna letterlijk aan stukken, terwijl gitarist en bassist hun effectpedalen aan gort stampen om het juiste geluid uit hun instrumenten te halen. Van schrijnende noise vervulde riffs snerpen door de zaal, waarin met name de voorste rijen rustig meeknikken. Meer zit er bij dit publiek helaas niet in, mede omdat de muziek af en toe wat te complex is om de voeten van de vloer te lanceren, maar kansen om dit toch te doen zijn er genoeg. En Stær is veelzijdig. Dan weer zit het tegen het punkeske raggen aan, dan weer viert het muzikale experiment hoogtij, maar energie en dynamiek kan de groep nimmer ontzegd worden. Wat jammer is het dat de koek programmagewijs een kwartier te vroeg op is, juist op het moment dat de stap kan worden gemaakt naar de ultiem ruige climax. Desondanks is het moeilijk teleurgesteld te zijn na zo een staaltje steenharde muzikaliteit. (FV)

Napszyklat

Napszyklat vertegenwoordigt Polen vanavond op Incubate. Dit dj duo experimenteert graag met hiphop, noise en electro. Op papier klinkt dat ongelooflijk vet, live echter is het een beetje een tegenvaller. Zo beginnen ze een kwartier te laat, omdat ze vergeten zijn een rookmachine te installeren. Die overigens totaal geen toegevoegde waarde voor het optreden heeft. Het is zelfs een beetje overbodig en vervelend. De muziek is eentonig en de raps zijn een beetje van het huis-tuin-keuken caliber. Het doet beter dienst als achtergrondmuziek, dan volwaardig optreden op Incubate. Dat  is ook duidelijk te zien aan het publiek, dat voor een heel groot gedeelte uit blijft. De mensen die zijn blijven hangen, staan bier te drinken en met elkaar te kletsen, terwijl een enkeling danst. Het is op zijn zachtst gezegt generiek en niet boeiend. (ER)

Azaghal

Azaghal maakt al sinds 1995 blackmetal. Deze Finse band staat dus al geruime tijd op de planken. En nu mogen ze dus ook in Tilburg hun kunsten komen vertonen. Incubate is weer een ware attractie rijker, met geschminkte, langharige mannen. Natuurlijk, je moet er van houden, maar daarnaar kijken zal nooit vervelen.

De Extase staat redelijk vol met metalliefhebbers. Maar de hoofden blijven allemaal redelijk recht staan en de haartjes blijven ook nog beste goed in model. Aan het commando 'give me your horns' werd wel gretig gehoor gegeven. Dus gingen de handjes veelvuldig de lucht in. Voor de rest beklijft het optreden niet echt. Het is niet echt spannend, niet echt spetterend, niet echt denderend. De witte schmink, veelvoud aan tattoo's en gruwelijk lange haren kunnen in de blackmetal als feit worden gezien, dus dat telt niet als een dik pluspunt. Het was een tikkeltje teveel huis-tuin-en-keuken metal. Een leuke poging, een paar leuke gitaarpartijen, maar daar is ook alles mee gezegd. (AvdS)

Protokids

Deze uit Parijs afkomstige band staat vanavond te spelen in de Stadskelder. En met een vloer vol ballonnen en een glittergordijn op de achtergrond, weet je dat deze Fransmannen een heel leuk optreden gaan neerzetten. De zaal staat dan ook helemaal vol. Het geluid laat een beetje te wensen over en de nummers klinken allemaal een beetje hetzelfde, maar toch staan er volop mensen te dansen. De muziek is aanstekelijk, vrolijk en energiek. Mocht je dus in een klein incudipje zitten, dan is Protokids de remedie. Helaas spelen ze maar een half uur, maar dat is meer dan genoeg om jou uit je dip te helpen. (ER)

Yung

Door een stapel versterkers die net wat te hard staan afgesteld klinkt de harde garage rock van Yung. De band gaat vanaf het eerste nummer los en krijgt dan ook meteen het publiek mee. Interactie is er niet maar dat maakt eigenlijk niemand wat uit, want de jongens van Yung spelen hard en genadeloos. Het zoeken naar een stil moment is een onbegonnen werk.  De hele set lang is gevuld met non-stop rauwe gitaar partijen en strak vlug drumwerk. Natuurlijk is er dan altijd weer die ene idioot die zich in een opwelling van euforie wil laten dragen door het publiek. Na een pijnlijke val en wat geïrriteerde gezichten is dit moment snel vergeten. Want de band ragt gewoon door. Het optreden in de gelijkvloerse Stadskelder geeft de aanwezigen het gevoel dat ze in een garage staan om te luisteren naar dat bandje rebelse jongens uit de buurt. Alleen staat het publiek op Incubate en komt de band uit Denemarken. (TS)

Paul White

Danny Brown en Guilty Simpson zijn enkele namen waarmee deze Brit heeft samengewerkt op zijn laatste album ‘’Rapping with Paul White’’. Vandaag staat hij in zijn eentje op het podium in Cul de Sac. Het publiek is er klaar voor, nu nog de artiest. Paul neemt nog even een kleine twintig minuutjes de tijd om nog even te soundchecken, terwijl hij eigenlijk al begonnen had moeten zijn. Gelukkig maakt hij dit ongemak snel goed met zijn muziek.
 

Een zeer dansbare mix van psychedelica en hip hop pompt uit de speakers. Deze veelzijdige muzikant creeërt zijn muziek door middel van onder andere een basgitaar, een looper en stel bekkens. Dit gecombineerd met dikke electro-beats en vocals van deze bescheiden producer maakt het geheel tot een trippy en dansbaar gebeuren. Hij weet zelfs drie glazen colaflesjes gevuld met water als geluid in zijn nummers te verwerken door erin te blazen. Enige minpuntje is dat het publiek gaandeweg de set interesse verliest. Waar in het begin nog zweverige hippiedansjes worden gedaan, komt het op de tweede helft van de set niet verder dan wat tevreden meedeinende hoofdjes.  Dat is jammer, want deze veelzijdige eenmans-act verdient meer lof dan dat. (JJ)