Het #Mundial14-Blog: De zaterdag

Met onder andere Baciamolemani, De Pioniers en Capitan Tifus

Redactie 3voor12/Tilburg ,

Er zijn zoveel interessante acts op Mundial, dat het voor de 3voor12/Tilburg-redactie niet te belopen is om iedereen een eigen artikel te geven. Maar we willen natuurlijk wel zoveel mogelijk acts behandelen en daarvoor hebben we de Festival Mundial-blog, waarin we je dagelijks voorstellen aan the best of the rest en scherp in de gaten houden wat er door anderen wordt gezegd over het festival. Wij zullen dit artikel dan ook meerdere malen updaten.

De Pioniers

De Pioniers zijn drie jonge jongens die rapmuziek maken met invloeden uit de dance- en technowereld. Ieder nummer heeft een andere inslag; er komen zowel hardcore als dubstepbeats in voor en het is duidelijk dat de jongens weten hoe ze een feestje moeten bouwen. Bij geen enkel nummer blijft het saai op de dansvloer en zelfs de rappers nemen regelmatig een kijkje tussen het dansende publiek. Een aantal nummers levert meezingende mensen op, bijvoorbeeld bij het nummer ‘katz hard’, waarbij de tekst simpelweg bestaat uit de woorden ‘van links naar rechts en op en neer’. 
 

Ondanks dat de zaal maar voor een kwart gevuld is, heeft dit op geen enkele manier invloed op de sfeer dat deze Overijsselse rappers weten over te brengen. Het is vanaf nummer één een feestje en zelfs als de dj (CC) op het laatst twee tracks mag spelen zonder steun van de rappers, wordt er nog fanatiek gedanst door het publiek. Ook aan interactie geen gebrek, op een gegeven moment wordt er zelfs gevraagd of het Brabantse publiek net zo van zuipen houdt als de mannen uit het Oosten zelf. Dit is een introductie voor een aanstekelijk nummer over onder andere whisky en bacootjes. Tijdens dit nummer wordt er ook gevraagd om mee te zingen, wat het enthousiaste publiek dan ook met veel plezier doet. In Overijssel hebben de mannen al heel wat bekijks gehad op de grote festivals, nu heeft ook Tilburg kennis kunnen maken met de aanstekelijke muziek van De Pioniers. (Tamara Scholten) 

Los de Abajo

Met lichte tegenzin vertrok ik om kwart voor 5 naar de Wagenmakerij. Mexicaans. Nog zo’n bandje dat wordt afgespeeld in restaurants en op de sfeer CDs van de Tuinen staat.  Maar dit was alles behalve dat. Los de Abajo (the underdogs) uit Mexico City maken een mix tussen ska, salsa en rock. Met leren broeken en gitaarsolo’s is dit niet je doorsnee Mexicaanse feestgezelschap. Het optreden begint braaf maar nadat de sierlijke zangeres de bloemen uit haar haar haalt en de band worstelmaskers op zet is hier niks meer van terug te zien. De harde gitaarsolo laat zien dat de band hier niet is om te functioneren als muurbloempje. En het werkt. Het eerste biertje vliegt al door het publiek en iedereen stuitert op en neer. De band wordt hyperactiever, het publiek wordt hyperactiever. De band springt hoger, het publiek springt hoger. De band begint te zweten, het publiek begint te zweten. Als afsluiter duikt de gehele band – met instrumenten en al – het publiek in om Get Lucky te coveren. Ik wil ook naar Mexico. (Imme Rindt)

Bij onze collega's van het Brabants Dagblad een leuk verhaal over de Stadscamping dat bij het Van Gend en Loosterrein is verrezen. De die-hard Mundiallers die van ver komen, kunnen op de camping blijven slapen. Het BD sprak een aantal van de mensen die overdag nog op de camping waren te vinden, en voor beeld kun je nu ook terecht bij MundialLive dat een sfeerrepo van de camping maakte.

Odezenne

Wie op zoek is naar Franse underground electro-hiphop, moet deze Mundial-namiddag in de Hall of Fame zijn. Hier staat het uit Parijs en Bordeaux afkomstige Odezenne. Odezenne, bestaande uit twee MC’s en een beatmaker/gitarist, staat met niets anders op het podium dan een paneel vol muzikale knopjes en dus een gitaar. Het is maar goed dat er weinig ruimte in beslag wordt genomen, de heren hebben het podium namelijk vooral nodig om te dansen.

In het begin komen de Fransmannen een beetje afstandelijk over, maar op het moment dat één van de MC’s zijn zonnebril afzet (ja, het optreden is binnen) lijkt er steeds meer contact met het publiek te komen. "There’s too much distance between you and us, please come closer", wordt er in gebrekkig Engels gevraagd. Dan duurt het niet lang meer tot Odezenne zich thuisvoelt op ‘Mundial Fest’. De vocals zijn erg sterk en de beats heel opzwepend. Dit in combinatie met de diepe bassen zorgt voor een groot dansfestijn in de Hall. De raps zijn snel, en Frans, dus onverstaanbaar voor de meesten: "I know it’s difficult cause you guys don’t understand what I say, right? But I promise you, it’s really clever."

La Raiz

Als je van ska en reggae houdt ben je met La Raiz aan het juiste adres. Het podium staat bomvol muzikanten, de band herbergt namelijk naast vijf zangers ook nog een aantal blazers, een dj en natuurlijk de onmisbare gitarist, bassist en drummer. Dit zooitje ongeregeld zorgt voor een aanstekelijk muzikaal feestje waarbij het publiek dan ook moeite heeft om stil te blijven staan. Er zijn zelfs een aantal mensen die de muziek luidkeels meezingen en ook van de handjes in de lucht is dit publiek niet vies. 

De muziek van de Spanjaarden herbergt onder andere ska en reggae, maar heeft ook stevige rockinvloeden hier en daar, en vooral de gitaarsolo’s misstaan hier niet bij. De gitarist houdt duidelijk van een potje rocken maar dankzij het vrolijke geluid van de blazers wordt het nooit zwaar, maar blijft het een vrolijk geheel. De samenzang van de zangers is bijzonder sterk en het is duidelijk dat zij er veel plezier in hebben, gezien de onderlinge communicatie en de glimlachen over en weer. Veel interactie met het publiek, veel opzwepende woorden maar eigenlijk is dit niet nodig, het publiek weet zichzelf al dansend prima te vermaken. Buiten barst de regen los, binnen is het een broeierig en opzwepend feestje. (Tamara Scholten)

Capitan Tifus

Polka, ska en latin zijn genres die over het algemeen goed vertegenwoordigd zijn op Festival Mundial. Het mag dan ook geen verrassing heten dat het Argentijnse Capitan Tifus zaterdagmiddag op het Parkpodium staat. Met speels gemak laten ze Zuid-Amerikaanse, Mediteraanse en Balkangeluiden in elkaar over vloeien. Onder leiding van de onuitputtelijke frontvrouw Vicky Cornejo wordt het publiek haast gedwongen om te dansen en te springen. Cornejo wisselt net zo eenvoudig van instrument als van muziekstijl. Accordeon, harmonium en verschillende percussie-instrumenten worden veelvuldig geruild, vaak drie keer per nummer.
 

Na een opzwepende mix van balkan en latin met als hoogtepunt een korte drumbattle laten de bandleden zich een voor een als stervende zwaantjes vallen. Bassist Apostolos Chadouli staat op en loopt in zijn eentje naar de microfoon.  De Griek blijkt een aardige zangstem te hebben als hij rustig in zijn moedertaal begint te zingen. Na een paar maten is het echter weer tijd om los te gaan. De rest van de band voegt zich bij de bassist en het nummer veranderd in een Balkanmedley.  Het publiek kan eindelijk helemaal los bij een aardige cover van Shantel’s Bucovina. Als zangeres Cornejo samen met de violist het publiek induikt en vrolijk mee pogoot is het feest compleet. (Connor Clerx)

Bomba Estéreo

Bijna on-Mundial-achtige taferelen zodra de set van het Colombiaanse Bomba Estéreo in de Koepelhal begint. Lompe synthesizer drones waar Trent Reznor (Nine Inch Nails) nog een puntje aan kan zuigen. In ieder geval: synthpop of überhaupt synthesizers zijn niet het eerste waar je aan denkt bij Mundial, maar dan komt de twist: de frontvrouw is een typische Colombiaanse barrio chick. Gehuld in felgekleurde sportkleding spit ze vurige raps richting het publiek. Ze is het middelpunt van de act, maar de rest van de band is ook bijzonder veelzijdig. Zo worden de synthesizer geluiden vlot afgewisseld met latin grooves. Misschien een ietwat vreemde combinatie, maar het werkt wel. Daarbij is de muziek van Bomba Estéreo ook nog eens zeer dansbaar. Eigenlijk is Bomba Estéreo gewoon de Colombiaanse ghetto versie van CHVRCHES, en zou daarom ook zeker niet hebben misstaan op Best Kept Secret. 

The Skints

Er staat iets groots te gebeuren in de Hall of Fame – de rij buiten de zaal is bijna net zo groot als de mensenmassa binnen. The Skints, ‘East London reggae’, heeft een grote fanbase op deze editie van Mundial. Hoewel de band doorsnee oogt, is hun muziek een mix van dub, ska, hiphop, jazz en overheersend reggae. Het publiek is een mix van jong en oud, met overheersend harembroeken en boeddha-tattoos en bij hun doet de muziek het goed. De fans die het is gelukt om een plekje te bemachtigen in de vochtige zaal worden weggedragen door de hese stem van de zangeres. Ogen dicht en wiegend op de lome bas dansen zij het uurtje rond.
 

De band speelt vooral oud materiaal, zoals hun single 'The Cost Of Livig Is Killing Me'. Het enige nieuwe nummer dat wordt gespeeld, springt er juist uit doordat het een stuk catchier en vrolijker is. Door een saxofoon en een dwarsfluit erbij te pakken, worden de liedjes van elkaar onderscheiden. Veel spannender dan dat wordt het optreden niet, maar dat maakt het publiek helemaal niks uit.

Baciamolemani

Wie wil dansen op de zaterdagmiddag moet in de koepelhal zijn. De negenkoppige Siciliaanse band Baciamolemani is de Italiaanse tegenhanger van La Pegatina, zij het misschien een tikkeltje authenthieker. De show word theatraal gebracht met een arrogante charme die alleen Italianen beheersen. Van meet af aan is de publieksinteractie een essentieel onderdeel van het feestje. De band springt en danst, van het publiek wordt niets minder geaccepteerd. Het moge duidelijk zijn: deze Italianen weten hoe je een feestje bouwt.

De meest recente single La Corriera is een rustpunt halverwege de set, en biedt gelegenheid voor intiemere dansjes. Wat Baciamolemani ook speelt, het is lastig om met beiden voeten op de grond te blijven staan. De Italianen wisselen goed af tussen ska-achtige mediteraanse nummers, hier en daar een walsje en wat traditioneel Italiaans werk. Vooral in die laatste categorie laat de frontman zien over een flinke dosis muzikaliteit te beschikken. Zijn opera-esque, virtuose stemcontrole doet vooral op het gebied van snelheid af en toe denken aan Le Nozze di Figaro. Tegen het eind van de set krijgt Baciamolemani met gemak het hele publiek op de hurken. De zanger laat een imposante uithaal klinken en nog één keer barst het feest los.

Dilated Peoples

In Nederland hebben ze nooit een hit gehad. Een enkeling herkent misschien de track 'Who’s Who' van het computerspel Need For Speed Underground. Het is dan ook geen verrassing dat het publiek in de Wagenmakerij wat terughoudend is. Dilated Peoples is overduidelijk een ander publiek gewend. De underground hiphoppers uit Los Angeles voelen dan ook meteen dat er iets niet helemaal klopt. MC Evidence spreekt na het eerste nummer klare taal: “Ain’t nothing worse than when the MC is hyper than the crowd.”

Lang duurt het echter niet. De mannen ondernemen vrijwel direct actie. Na drie nummers hebben ze de driekwart volle zaal vakkundig ingepakt. In het voorste deel van het publiek blijken toch ook echte fans te staan. Sterke nummers als 'Kindness for Weakness', oorspronkelijk een samenwerking met Talib Kweli, worden door een klein deel van het publiek woord voor woord meegezongen. Bij de rest van de zaal valt vooral een sample van 'The Seed' goed. Als Evidence vraagt of de zaal nieuw werk wil horen wordt er enthousiast gereageerd. Ondanks dat de nummers van het album dat in augustus uitkomt sterk in elkaar zitten is dit toch een inkakker in de set. Nieuwe muziek aan het eind van je show spelen is een gewaagde zet die niet helemaal goed uitpakt.

Om het wereldse thema van Mundial in tact the houden brengt Projekt Rakija ons Bosnische blues. Wat de Oostblokse variant van carnavalsmuziek lijkt te zijn blijkt een ware hit onder de bezoekers, op het parkplein wordt hysterisch met de muziek mee gehost. De laatste regendruppels van de avond worden weg gedanst met ondergaande zon. 
 

De muziek is aangenaam. De Bosnische blues worden gemixt met groovy beats en heel veel blazers. Het is druk, vrolijk en chaotisch. De twee achtergrond zangeressen met glitterjasjes en cheesy dansmoves geven het geheel een misplaatste poplook maar doen de muziek niet ten onder. De band – grotendeels afkomstig uit Nederland – is blij om hier te mogen staan, blijkt uit de mengelmoes aan springen, rennen en hossen op het podium. Naarmate het einde van het optreden nadert komen er een aantal Engelse nummers voorbij, onder andere een cover van Sugababes’ Overload, en het publiek danst de laatste energie eruit. 

Boom Pam

Met een flinke rij buiten de Hall of Fame lijken de verwachtingen voor Boom Pam hoog. Binnen staat men, volgepakt op elkaar, te swingen op de Joodse gitaarklanken, drumbeats en heerlijk harde tuba-dreunen. Vooral vlak voor het podium pakken een aantal dames flink uit met hun zwoele dansbewegingen. Gitarist en zanger Uri Brauner zingt een aantal nummers in het Hebreeuws. Daar kunnen die dans-dames natuurlijk helemaal niks van verstaan, maar dat lijkt ze niet te deren. Genieten doen ze toch en het dansen gaat door. De rest van de zaal lijkt het echter steeds wat minder te boeien. Ongelijk kun je ze niet geven: de nummers lijken allemaal op elkaar en langzaam loopt de zaal steeds verder leeg.

Een concert van een uur lijkt voor deze groep toch wat lastig vol te maken. Als tijdens het laatste nummer de tuba-speler eindelijk van zijn barkrukje afkomt, de drummer nog wat harder begint te slaan en de gitarist al spelend het publiek induikt, gebeurt er iets opmerkelijks. De dansmeisjes kijken op uit hun beweging, beginnen te applaudisseren en eindelijk is er toch nog een langverwachte climax in het concert gekomen. Boom Pam maakt lekkere muziek die leuk is voor zo’n half uurtje, maar meer is het ook niet.

Gose

Het laatste optreden op het Parkplein zaterdagavond, is voor de Baskische band Gose. Het trio speelt elektronische muziek met Baskische teksten en invloed van traditionele volksdeuntjes. Deze invloed uit zich in de klanken van de accordeon, die deze band juist zo uniek maakt.


Wat niet uniek is voor deze band, is het optreden. Het lijkt alsof ze deze exacte show al duizend maal eerder hebben opgevoerd. Alsof alles volledig is ingestudeerd, over ieder pasje is nagedacht en elk onzuiverheidje is weggepoetst. De show mist iedere vorm van spontaniteit. De bandleden spelen niet ontspannen, de drumpads worden aangeslagen alsof er hout wordt gehakt en ergens blijft er twijfel of er niet wordt geplaybackt. De hele show komt geforceerd en geacteerd over. 

Toch zijn de liedjes wel catchy. De nummers hebben eenvoudige deuntjes die toch lang, en ongewenst,  in je hoofd blijven zitten. Het zijn hitjes die zo de radio op zouden kunnen. Maar de band weet hiermee geen grote menigte voor zich te winnen. Ondanks dat ze flink heeft uitgepakt met de belichting en specialeffects weet ze slechts een klein groepje van het publiek te vermaken. Deze mensen dansen en genieten terwijl ze een uur lang de acteershow van Gose mogen aanschouwen. (Eline Sips)

Ondertussen...

Vergapen wij ons aan de uitgebreide en actuele Wikipedia-pagina over Festival Mundial.