Louis Sclavis excelleert in Paradox(en)

Atlas Trio verkent verre uithoeken van de jazz

Wouter de Waal ,

Een jazztrio, maar dan zonder slagwerker en bassist, geleid door een melancholieke Fransman die ondanks een grote hang naar vrije expressie zelfs in de meest wilde (over)blaassolo’s zijn gevoel voor klare vormgeving en stijl niet verliest. Het blijkt zomaar het recept voor één van de sterkste en gedenkwaardigste concerten in Paradox dit jaar.

Zo een vrijdag met een datum die vol zit met dubbele getallen, dat moet eigenlijk wel iets raars opleveren. Vreemd kun je het optreden van deze avond inderdaad gerust noemen, om te beginnen al vanwege de opvallende afwezigheid van een drumkit op het podium, wat zeker bij jazzconcerten behoorlijk uitzonderlijk is. Apart is bovendien de opstelling rond de vleugel, waarop nog net zichtbaar een klein toetsinstrumentje prijkt, maar die verder bijna geheel aan ons oog wordt onttrokken door een grote Fender Rhodes. Het geeft deze en gene wellicht een flashback naar de jazzrock van de jaren zeventig, maar hoewel dit trio zijn hand niet blijkt om te draaien voor een genre meer of minder, hebben de escapades van Benjamin Moussay op het instrument niet zo veel gemeen met de notenrijke exercities van fusionvirtuozen – net zomin als het onconventionele elektrische gitaarwerk van Gilles Coronado daar vaak aan refereert. 

Mocht je het nauwelijks categoriseerbare geluid van muzikale duizendpoot Sclavis en zijn al even veelzijdige trawanten toch ergens willen plaatsen, dan kom je eerder bij een kruising tussen free jazz, hedendaags gecomponeerd en veelal Arabisch getinte wereldmuziek uit: maar zelfs deze veelomvattende beschrijving doet de diversiteit van dit unieke drietal tekort. Kenmerkend is in ieder geval een bij uitstek Frans gevoel voor elegantie, dat zelfs de meest uitzinnige klanken op de een of andere manier sprankelend en helder doet schijnen, gekoppeld aan een tomeloze verkenningsdrift en fantasie, die ook tot uitdrukking komt in titels als ‘La Disparition’ en ‘Dresseur De Nuages’. Naast de buitengewoon afwisselende akoestische en elektronische bijdragen van Coronado en Moussay drukt het rietwerk van componist en leider Sclavis natuurlijk een onuitwisbaar stempel op de muziek: na Eric Dolphy is er waarschijnlijk nauwelijks een jazzgrootheid te vinden die zo soepel zijn weg op de basklarinet (en soms ook het kleine broertje daarvan) weet te vinden als deze man, of het nu gaat om naar Messiaen lonkende toonreeksen, wilde extatische uitbarstingen of ritmisch ‘tokkend’ spel. Simpelweg één van de geweldigste ensembles die we het afgelopen jaar in Paradox hebben aanschouwd.