ZXZW Pre-party op z’n zachtst gezegd bijzonder

Soliste, duo en een band mogen ZXZW aftrappen

Bas van Duren, ,

Om alvast in de stemming te komen was er gisteren in een redelijk gevulde Cul de Sac de aftrap van Zuid bij Zuidwest. Diversiteit is een sleutelwoord dat niet alleen voor de hoofddag van toepassing is, maar ook zeker voor de aftrapavond. Zeven man, één meid en ongeveer twee en een half uur muziek was genoeg om een voorproef te krijgen van wat er komen gaat.

Soliste, duo en een band mogen ZXZW aftrappen

Een band die niet zingt, een meid die alles zelf doet en een duo dat meer effectpedalen kent dan het aantal mensen dat vanavond optreedt. Onnavolgbaar? Absoluut. Goed? Zeker. In een hoog tempo wordt duidelijk waar Nederlanders nog altijd goed in blijken te zijn: rocken. Of je nou in je eentje, met z’n tweeën of met een band bent. Op deze zaterdagavond in Cul de Sac begint officieel de eerste editie van ZXZW. ELLE BANDITA Waar te beginnen? De looks. Dat valt het eerste op voordat ze een noot speelt. De vergelijking met Peaches is te makkelijk. Die versleten jarretels. Dat veel te korte broekje. Haar ongeschoren oksels. De attitude. Primitief tot op het bot, net zoals de muziek. Als Peaches een onveilig triootje heeft gehad met T. Raumschmiere en Danny Mommens van Vive La Fete, dan moet Rianne Riplet (Ze speelt in The Riplets) AKA Elle Bandita haar bastaarddochter zijn. Gewapend met een tape-recorder, gitaar en synth-gitaar schreeuwt ze, rent door de kuil, spuugt met bier en kruipt voor even achter het drumstel. De zaal kan erom lachen, Elle Bandita is bloedserieus in hetgeen wat begon als een personage, die in eerste instantie als grap was bedoeld. Dat kan verklaren waarom Elle Bandita covers in haar repetoire heeft van Elton John en The Andrew Sisters, maar de essentie blijft in alle nummers hetzelfde, hoe rommelig het ook klinkt. Elle Bandita berooft songs van alle bekleding en wat houdt je dan over? Punk. WE VS. DEATH Vers terug uit het voormalige Oostblok tot aan Rusland toe, nu spelend in Tilburg. Dat is het lot van Domstedelingen We Vs. Death. De vijf-koppige postrockband loopt al een tijdje mee en dat is goed te horen. De afwisselende akkoorden, ritmes en lange uithalen van trompetter Paul maken een diepe indruk en laat een heel scala van emoties los. Wellicht dat het ontbreken van een zanger het geheel juist complementeert omdat er geen tekst nodig is om een gevoel uit te drukken. Dat doen de klanken zelf al. Desolaat, treurig en nerveus. Werd er net nog flink gekletst bij de bandiete, nu is iedereen stil van de hypnotiserende klanken. Tussendoor praat Paul de boel aan mekaar met korte anekdotes over wat de band is overkomen tijdens het touren. Zijn bandoneon laat hij helaas staan, ondanks dat er tijdens de soundcheck op het instrument is gespeeld. Of het wat uit had gemaakt is moeilijk te zeggen, de songs blijven ongekend intens. Tot het einde aan toe. STÖMA Van Rotterdam naar Utrecht en weer terug. Stöma, wat je uitspreekt als stoma en niet als steuma volgens de bassist, is een duo dat in de bezetting van drums en basgitaar/zanger opereert. Drummer en conservatorium-student Wouter van Wijk drumt met akelige precizie op een kit die uitgebreider is dan een standaard kit, maar te klein voor types als Mike Portnoy of Terry Bozzio. Bassist Bruno Ferro Xavier de Silva heeft een heel arsenaal aan effectpedalen voor zich en laat niks onbenut. De muziek vertoont sterke gelijkenissen met Primus en Fantômas. Veel gefreak met de kastjes, onnavolgbare ritmes en onwaarschijnlijke geluiden uit een basgitaar door middel van vingers, strijkstok en een toeter. Toegankelijk is het zeker niet. Voor de een is dit geweldig, de ander staat met z’n vrienden naast de bar wat rare bewegingen te maken om vooral maar lollig over te komen. De laatste paar nummers zijn ronduit bedwelmend als Bruno verschillende riffs opneemt en ‘geloopt’ laat afspelen. Daar komt een solo van hemzelf bovenop. Na een uur intens spelen bedankt de bassist de zaal. De aftrap zit erop. Zodadelijk begint het echte werk.