Maar eerst. Jouw artiestennaam is een verwijzing naar je achternaam, wie is Sjors de Haas eigenlijk?
“Oeh. Ik ben iemand die altijd al wel iets met muziek heeft gedaan. Ik begon vanaf mijn vijfde met pianoles, maar daarvoor zong ik al. Ik had vroeger een soort hobbelpaardje waar van die houten ballen in zitten, dat maakte een bepaald ritme en daar improviseerde ik dan overheen. Ik was verder altijd, of eigenlijk nog steeds, best wel verlegen. En ja, een beetje ingetogen ook. Ik heb daar altijd wel moeite mee gehad. Op de middelbare school wist niemand dat ik zong bijvoorbeeld, en daar baal ik van als ik daar nu op terugkijk.”
Wat vind je daar zo jammer aan?
“Vóór de middelbare school was ik juist super uitgesproken. Toen ik er in die periode achter kwam dat ik gay was, heb ik er alles aan gedaan om een identiteit aan te nemen waarvan niemand het zou weten. Dat heb ik nog steeds wel, dat ik daar in terugval, in de kameleon die ik heb leren spelen zeg maar.”