Blazin´ Quartet begint aarzelend, maar eindigt groots

Overwegend Zuidoosteuropees gezelschap laat zich door verkeersperikelen niet van de wijs brengen

Maarten de Waal ,

Het weer mag dan weinig uitnodigend zijn, op muzikaal gebied valt er op deze regenachtige vrijdagavond genoeg te beleven in Tilburg: De derde editie van indiefestivalletje Here's Your Future bijvoorbeeld, of, voor de minder lieflijke zieltjes, een extreme metalpackage in Little Devil. Voor ons is de meimaand echter vooral de maand van het gipsyfestival, dus om alvast in de stemming te komen zakken we af naar Paradox voor de Balkan Jazz, pardon, Jalkan Bazz van het tot voor kort in Amsterdam gestationeerde Blazin' Quartet.

'Tot voor kort', want drummer & bandleider Srdjan Ivanovic heeft pas besloten zijn geluk te beproeven in Parijs. Dat pakt voor deze avond wat ongelukkig uit, wat vooral te wijten is aan de lossere Franse arbeidsmoraal (inclusief lange lunchpauzes) en het drukke verkeer rond Antwerpen, waardoor de arme jongen nog maar net op tijd in Tilburg aankomt, en dus vrijwel meteen het podium op moet, zonder echte soundcheck. In combinatie met het aan het begin van de avond nog weinig talrijke publiek brengt dit de maestro zichtbaar van slag (we horen hem grappend 'twee prozac' bestellen), maar gelukkig heeft een en ander geen invloed op de muzikale verrichtingen, die prima in orde blijken te zijn. Balkaninvloeden zijn inderdaad hoorbaar, maar helemaal niet zo dominant als we aanvankelijk hadden verwacht: het blazersgeluid kent sterke elektronische effecten (vooral een grote echo) en is vaak eerder bedachtzaam en een tikje melancholiek, terwijl de virtuoze bassist laat horen sterke invloeden van de funk te hebben ondergaan. Tel daarbij op de soms abstracte, soms ook landschappen tonende beelden van het Amsterdamse Foolscrim Collective, en we mogen stellen dat de sfeer vooral dromerig is.

Na de pauze heeft de band zich zichtbaar hersteld en blijken er ook wat meer mensen te zijn binnengedruppeld, waardoor de stemming op het podium duidelijk meer ontspannen is. Enkele spiksplinternieuwe composities komen voorbij (en zelfs een bijdrage van de trombonist en enige noorderling in het gezelschap, Michael Rörby), maar het is vooral het finale stuk, 'Alexandria', dat met zijn epische karakter (tegen de toepasselijke achtergrond van een sterrenhemel) beklijft en een waardige afsluiter van deze avond vormt. Een toegift zit er niet meer in, maar er is waarschijnlijk niemand die daar na deze geslaagde multimediale ervaring om maalt. Een onverwachte, maar toch aardige opmaat naar de Balkanklanken later deze maand.