Festival Mundial: zaterdagavond

Recensies van onder ander Crystal Fighters, Dope D.O.D. en Pitbull

Redactie 3voor12/Tilburg ,

Lees hier alle recensies van concerten op de zaterdagavond van Festival Mundial.

Dope D.O.D.

Openen voor Korn en Limp Bizkit tijdens een tour door heel de VS. Dan is Festival Mundial natuurlijk een logisch vervolg voor het Groningse Dope D.O.D. dat voor het eerst Tilburg aandoet (een optreden op Definitie van Hiphop werd afgelast). Drie mc's en éen dj laten de Fontys Stage trillen dankzij de diepe bassen die zo kenmerkend zijn voor de dubstep en grime waar de Noorderlingen zo bekend om staan. Het is prettig om zo vroeg op de dag al helemaal los te gaan (tegen het einde aan ontstaat er zelfs een moshpit), maar de nummers kennen weinig onderscheid. Soms lijkt het zelfs alsof een nummer tijdelijk wordt onderbroken en verder gaat, maar dan blijkt het toch om een andere track te gaan. Het constante verzoek aan de 'Tilburgse motherfuckers' om de handen omhoog te doen verveelt snel en verliest haar kracht. Dope D.O.D. doet er verstandig aan om op te passen voor herhaling van zetten voordat ze in een doodlopend spoor terecht komt. (BvD)

Crystal Fighters

Wie in het geval van de Crystal Fighters op de eerste indruk afgaat, komt mooi bedrogen uit. Een hit als het nummer ‘Plage’, een bezetting en het voorkomen van een normaal festivalbandje: het lijkt allemaal alsof we gaan kijken naar een gemiddeld indierock of Britpopbandje. Degene die zich verdiept heeft in de Spaans/Engelse band en geluisterd heeft naar het succesalbum ‘Star of Love’, weet wel beter. Het vijftal zet een vrij stevige danceset neer, tot groot genoegen van een groot deel van het publiek. Het begin van het optreden gaat gepaard met wat strubbelingen. Met name het geluid laat nog wat te wensen over. Hierna wordt de stijgende lijn echter ingezet. Vooral het ongeleide projectiel in de vorm van leadzanger Sebastian Pringle, krijgt wat grip op de zaak. Het leidt tot een hoogtepunt met de hit ‘Plage’, die luidkeels wordt meegezongen.

Een hoogtepunt waaraan snel een einde komt door een fikse wolkbreuk die massa’s mensen onder paraplu’s doet verdwijnen. Voor het hardcore deel mag het de pret niet drukken en er onder begeleiding van nog een aantal stevige dancenummers, is een soort van regendans een feit. Afgaande op de op- en neer bewegende plu’s weten de toeschouwers zich er prima mee te vermaken. (TZ)

Dubioza Kolektiv

In de serie reggae uit alle windstreken vinden we om tien voor acht in een gezellig drukke Fontystent (buiten regent het pijpenstelen): Dubioza Kolektiv uit Bosnië-Herzegovina. Je zou zeggen dat het ondertussen saai wordt, al die reggae op een dag, maar gelukkig is de invalshoek elke keer net even anders: Deze energieke ska-reggae-rock met scheurende metalgitaren en een vleugje balkansfeer hebben we vandaag nog niet gehoord. De heren hebben een vreemde fascinatie voor het eurovisiesongfestival, dat ze in een wel heel verre toekomst ooit hopen te winnen (misschien willen de Bosniërs ook eens een keer positief in het nieuws komen?), maar voor het overige is hun muziek vrij rechttoe rechtaan - maar daarom niet minder leuk. Voor springen en dansen lenen deze politiek geëngageerde (als je nummers over wiet roken en de politie die moet oprotten politiek geëngageerd wilt noemen) deunen zich zeer goed, en daarmee vormen deze balkanvrienden de ideale opmaat voor het punkfolkgeweld van de Dropkick Murphys, aansluitend op de mainstage. Meer een kwestie van toeval dan van bewuste programmering, waarschijnlijk, maar even goed mooi. Oh, morgen rond de klok van vijven zijn ze trouwens in Sounds te bewonderen met een akoestische (?!) set, voor de liefhebber... (MdW)

Dropkick Murphys

Kent u die grap van de Ieren die naar het EK gingen? Die haalden het niet. Waarom niet? Omdat ze niet eerst even een concert bezochten van Dropkick Murphys. Hadden ze dat wel gedaan, dan had het oude elftal zoveel energie gekregen dat Spanje zélf met 4-0 was weggezet. Het Boston's orkest gaat zelf al de nodige jaren mee, maar spelen nog met het vuur van een stel jonge honden. De treffende mix van punk rock met Ierse folkmuziek werkt na zestien jaar nog altijd goed getuige de crowdsurfers en het rondvliegend bier. Technisch is de band uitstekend op elkaar ingespeeld, worden tempowisselingen feilloos uitgevoerd en klinkt het geluid in tegenstelling tot voorgangers Crystal Fighters goed helder. Qua afkomst lijkt de band lichtelijk misplaatst op een wereldmuziekfestival, maar zeg dat maar tegen de paar duizend man die er een feest van staat te maken. (BvD)

Disko Matique

In het gloednieuwe –en tevens knaloranje- podium Club Baboesjka is het aan Disko Matique om het in groten getale aanwezige publiek nog maar eens even flink af te peigeren. Laten we er geen doekjes om winden: ze vervullen deze dankbare taak met verve. Een toegankelijke electroset waarbij welbekende samples je om de oren vliegen, zorgt ervoor dat de gemêleerde groep aanwezigen geen moment stil staat. Rick Astley, Jackson 5, Lipps Inc. (‘Flirty Time’), het is slechts een greep uit de vele dansbare nummers die het Bossche/Bredase tweetal vanachter hun MacBooks de kleine tent in smijt. De formule mag dan wellicht (te) makkelijk zijn, ze weten het hele zooitje wel op uiterst vloeiende wijze aan elkaar te draaien, met als gevolg dat geen hond het in z’n hoofd haalt om tijdens de zestig minuten durende set zijn benen stil te houden. We zien beide twintigers graag weer terug en dan misschien wel op een groter podium. Het zou allerminst onverdiend zijn. (JL)

Beat Tha Calaveras

Blijkbaar is Mundial nog lang niet moe gedanst, want na Disko Matique is het aan Dandy J (Jesper Davits) en DJ Tommi (Tommi Benders) om Club Baboesjka nog maar eens goed plat te draaien. Het tweetal doet dat onder de naam Beat Tha Calaveras. ‘Calaveras’, hoor ik u denken, ‘dat klinkt toch vrij zomers?’. Nou, dat is het ook. Met een bijzonder gevarieerde mix van moombahton en electro met flinke vleugjes no nonsense hiphop en loeiharde dubstep, wordt het nieuwe podium nog maar eens even loeihard ontmaagd. In tegenstelling tot hun voorgangers draaien Davits en Benders om en om; wanneer de een achter de draaitafels staat, gebruikt de ander die mogelijkheid om de boel eens even flink op te zwepen. Voor zover dat nodig is, heet dat, want op de sfeer valt in Club Baboesjka niets aan te merken. Het staat van voor tot achter goed vol en zo nu en dan ontstaan er bescheiden pitjes. Na een uur Beat Tha Calaveras ligt de grond dan ook bezaaid met zweetdruppels en kun je concluderen dat beide heren hun werk meer dan goed hebben gedaan. (JL)

GoodLuck

Wie aan het einde van de eerste festivaldag nog veel energie over heeft, kan zich vervoegen bij het jazzdance trio GoodLuck uit Kaapstad. Met een enerverende mix van samples waarin onder andere ‘Summertime’ en ‘So What’ terugkeren, starten de twee heren in het gezelschap het feestje bij de Fontys Stage meteen in de hoogste versnelling. Grote blikvanger is echter de daarop aantredende, in extravagante rode jurk gestoken zangeres van de groep, die in een aan Caro Emerald herinnerende stijl ouderwets enthousiast in de microfoon brult en bij tijd en wijle een bijzonder energiek dansje doet. De mannen gaan zich ondertussen te buiten op een tenorsaxofoon met al dan niet digitaal vervormde klanken, elektronische percussie en andere technische apparatuur. Het resultaat is een uitzonderlijk dansbare kruisbestuiving van traditionele en hedendaagse genres, die iedereen met behoefte aan beweging tevredenstelt. 

Pitbull

De toevoeging van Pitbull aan de line-up deed bij de gemiddelde Mundial-ganger toch de nodige vraagtekens oproepen. Natuurlijk, het festival kent een uiterst gevarieerd publiek, maar Pitbull? De organisatie trachtte het min of meer goed te praten door ons middels het programmaboekje op het hart te drukken dat het een ‘exclusieve’ show is en dat de Cubaans-Amerikaanse popster een achttienkoppige band mee zou nemen. De verwachtingen die daardoor geschept werden, kunnen vanavond al na een minuut of tien richting de prullenbak. In die tien minuten horen we van alles, maar geen eigen werk. Van LMFAO en Martin Solveig tot Benny Benassi en Enrique Iglesias, zonder blikken of blozen worden ze door de matige DJ in de mix gegooid, terwijl Pitbull zich er een weg doorheen worstelt met nietszeggend –en veelal Spaanstalig- geneuzel en middelmatige raps. En wanneer de kale dertiger dan wél eigen werk ten gehore brengt, komt het overgrote deel van een bandje af. Ondertussen lijkt het alsof de achttienkoppige begeleidingsband nog achter het podium staat, want op een enkele percussie-intro na, is het een raadsel wat precies de toegevoegde waarde van het gezelschap is. Schaamteloos werkt de ‘rapper’ zijn setlist af, waarbij we als klap op de vuurpijl ook nog even Michel Teló’s ‘Ai Se Eu Te Pego’ (inclusief bijbehorend dansje) voorgeschoteld krijgen. Pitbull is vanavond niet meer dan een persiflage van zichzelf. En hoe pijnlijk dat ook is, eigenlijk kun je er alleen maar om lachen. (JL)