Avond jeugdsentiment met Adler’s Appetite

Niet voor een ieder zonder bijsmaak

Tekst: Elroy Maduro / Foto's: Karen Wijnen. ,

Op 8 februari 2011 stonden Steven Adler en zijn band in Metropool Hengelo. De ex-drummer van Guns n’ Roses bracht met zijn jonge band vele hits ten gehore van de albums Appetite for Destruction, GN’R Lies en Use Your Illusion.

Niet voor een ieder zonder bijsmaak

Bij aankomst bij Metropool valt op dat er nogal wat mensen zijn in een typische nineties hardrock outfit. Als even later in een goedgevulde, grote zaal van Metropool Adler’s Appetite zijn eerste klanken over het publiek laat rollen, blijkt dat ook de band qua styling nog in de nineties hangt. Steven Adler is daarop een uitzondering: hij is ergens in de eighties blijven steken, compleet met getoupeerd lang haar en een pony. Een icoon.

Wat direct opvalt is de klankkleur van de band. Het barst van de joelende Les Paul’s. Een beetje teveel van het goede zelfs. De band klinkt goed, maar niet meer dan dat. Als toeschouwer krijg je het idee dat er een aantal goede muzikanten staan te spelen, maar er mist een soort symbiose die je van een band verwacht. Muzikale uitschieters zijn zanger Rick Stitch en gitarist Michael Thomas. Op de site van Adler’s Appetite is sprake van Alex Grossi als tweede gitarist, maar de tweede gitarist was alles behalve Alex Grossi. Gelukkig vindt het merendeel van het publiek het allemaal prachtig en neemt het groteske ego van Adler, die zich opstelt alsof hij onderdeel is van een superrockband, op de koop toe.

Toegegeven: Adler was ooit onderdeel van een band die de naam had ‘the most dangerous band on the world’ te zijn. Guns N’ Roses zorgde in de eighties en nineties wereldwijd voor uitverkochte stadions. Adler werd tijdens de opnames van Use Your Illusion uit de band gezet vanwege forse verslavingsproblematiek die de prestaties van de drummer zodanig beïnvloedde dat er een onwerkbare situatie ontstond. Guns N’Roses straalde grootsheid uit, arrogantie, onaantastbaarheid en vooral de overtuiging dat de band zich rebels en non-conformistisch opstelde.

Adler’s Appetite is in die zin geen vervolg op een (deel van) Guns N’ Roses. De band straalt eerder iets liefs uit dan iets rebels. De mystiek rondom, en ingetogenheid van, gitaristen als Slash en Gilby maken bij Adler’s Appetite plaats voor het virtuoze spel van Thomas, doch worden overschaduwd door de manier waarop de man zich profileert: een aandachtsgeil podiumbeest.

De hits denderen voorbij en het beste van de band als geheel komt naar boven in “Reckless Life”. Het wordt tussen de nummers door duidelijk dat we harder moeten joelen, fluiten en klappen, want Adler komt persoonlijk drie keer naar de microfoon om de zaal op te hitsen. De zaal reageert in zijn algemeenheid lauwtjes. Filemon Wesselink (BNN) was voor het programma de MaDiWoDoVrijdag show ter plaatse voor een interview en een live-reportage. Livebeelden werden rechtstreeks uitgezonden op televisie.

En dan wordt het me na anderhalf uur show duidelijk: de verwachtingen op basis van mijn Guns 'N Roses ervaringen in de nineties worden niet voldaan. Ondanks een charismatische frontman met een geweldig stembereik en een leadgitarist die de partijen van Slash makkelijk speelt, missen nu het vuur, de passie en de rebelse onverschilligheid van het originele Guns 'N Roses. Als je je daar niet aan stoort en puur komt voor een goede vertolking van Guns N’ Roses nummers van “Sweet Child O’ Mine” tot “Civil War”, dan had je waarschijnlijk een topavond in Metropool gehad.