Un viaje a Atacames con Pendejo

Dualiteit in de muziek

Twan Bakker ,

¡Pendejo! is toch echt een Nederlandse band, met roots in Zuid-Amerika en Limburg. Voor wie de band nog niet kent, verwacht klanken in de trant van de betekenis van de bandnaam. Voordat je met een ¡Pendejo!-T-shirt rond gaat lopen in een chic Spaans resort, zoek de betekenis voor de zekerheid op. Combineer de mid-tempo stoner-riffs met de doorleefde stembanden van ‘El Pastuso’, dan heb je al een bovengemiddeld lekkere band gemaakt. Voeg vervolgens een snufje trompet toe en breng het totaal op smaak met een saus van Spaanse taal. Dan heb je ¡Pendejo!.

Tot zover het voorstelrondje. De band heeft zijn tweede album uitgebracht: Atacames. Dat werd ook tijd, want de vorige plaat, ‘Cantos a La Vida’ is alweer vier jaar oud. De lange periode tussen de albums is te wijten aan de roerige tijd die de band heeft doorgemaakt, waaronder een aantal bezettingswisselingen/-verschuivingen. De band klinkt op het nieuwe album echter meer dan ooit als een eenheid. De nummers komen over als een samenhorend geheel, ondanks de diversiteit aan song-structuren. Het Spaans gaat geen moment vervelen en klinkt absoluut niet als een goedkope ‘gimmick’ om maar onderscheidend te kunnen zijn. De verklaring zit hem in het hebben van Zuid-Amerikaanse roots. Vandaar dat de band ook gekozen heeft voor de albumtitel Atacames, een klein dorp aan de kust van Ecuador.

De albumtitel is een verwijzing naar dit kustplaatsje, waar El Pastuso tijdens de zomer van ’96 (niet andersom) tegenstrijdigheden heeft gezien en onverwacht bizarre gebeurtenissen meemaakt. Het nummer verhaalt over het mooie pittoreske kustdorp enerzijds en het uitbundige feesten anderzijds. Maar ook onder andere over de toespraak van de, toen nog, toekomstige president Abdalá ‘El Loco’ Bucarám, gewillige vrouwen en dubieuze Duitsers. Atacames staat dus aan de ene kant voor iets prachtigs, iets unieks, en aan de andere kant voor ranzigheid. Deze dualiteit probeert ¡Pendejo! ook in de muziek op het album voort te zetten.

Het eerste nummer ‘El Verano Del 96’, meteen mijn favoriet, is een perfect visitekaartje van de band en het album, buiten bovengenoemde titelverklaring; een couplet op sneller tempo, waarop je niets anders kunt doen dan je hoofd meebewegen. Al snel volgt de eerste trompet-passage, waarop zanger/trompettist El Pastuso bewijst niet alleen een grove stem te hebben, maar ook technisch hoogstaand het blaasinstrument te beheersen. Als je na twee minuten snakt naar adem, komt het kippenvelmoment met een glorieuze zanglijn. Als brug wordt het tempo vertraagd en opgevuld met een sfeer die ik alleen kan beschrijven als ‘Monster Magnet’. Hoe heerlijk is het trouwens om nummers subtiel op elkaar aan te laten sluiten? En dat was nog maar het eerste nummer. Er is nog een hele reis te gaan.

De productie van Atacames is log en zwaar, maar de kracht mist enigszins in het geluid van de drums. Ik snap waar de band naartoe wil met een rauw en oprecht drumgeluid. Maar door vooral de toms wat definitie te geven hadden de drums net iets beter het krachtige geluid van de bas en gitaar kunnen aanvullen. Maar iedere muzikant en producer zal hierin verschillende keuzes maken.

Van het nummer ‘Amor Y Pereza’ (liefde en luiheid) is een videoclip opgenomen waar zelfs schrijver Herman Brusselmans zijn medewerking heeft verleend. De clip is te bekijken op YouTube.

Alle tien de nummers hebben hun plek op het album verdiend. Tot en met het uitgesponnen bombastische einde van ‘La Chica Del Super No Se Puede Callar’. En dan weer gewoon beginnen met nummer 1.