#ESNS17 In opmaat naar Grunnsonic met: Willie Darktrousers en de Splinters

"De teksten zitten vol rare wezens en figuren die allemaal shit met elkaar uitvreten en ander excessief gedrag vertonen"

Redactie 3voor12 groningen Foto's: Harold Zijp ,

Geen kaarten voor Eurosonic Noorderslag kunnen regelen? Geen nood. In opmaat naar Eurosonic Noorderslag stellen we zoveel mogelijk noordelijke acts aan je voor die op Grunnsonic spelen. De concerten zijn gratis toegankelijk en het talent ligt er voor het oprapen! Aan de hand van een paar vragen, foto's en uiteraard muziek maak je hier kennis met de Grunnsonic-acts. Vandaag stellen we je voor aan Willie Darktrousers en de Splinters.

Waar en wanneer speel je tijdens ESNS/Grunnsonic?
Vrijdag om half twee in De Warhol! Wat een neette tijd niet? Daar zijn we heel blij mee.

Wat voor muziek maak je?
We maken een soort gewelddadige, religieuze kermismuziek. Aanvallend, primitief en duister. Vreemde figuren die aan het knokken zijn in een donkere steeg. Het wil je de krochten van je eigen ziel in jagen. Plaatsen waar je dingen terugvindt die je eigenlijk expres een beetje was vergeten. In deze innerlijke schaduwen zit een woeste energie verborgen die we wakker willen schudden. Het maakt niet uit of je nu wel of niet sterker wordt van littekens, ze zijn er en ze vertellen iets waar je maar beter naar kunt luisteren.

In popmuziektaal: een Gronings/Fries gitaarbandje met Nederlandstalige liedjes en invloeden uit black metal, hiphop/trap, garagerock en folk.

Hoe is de act Willie Darktrousers en de Splinters ontstaan en hoe lang bestaat deze al?
Ik kan alleen maar metaforisch vertellen over het 'hoe', omdat dat vooral in een manier van denken zit en in een manier van met gevoel omgaan in muziek. Ik zal die manier proberen te illustreren.

De Splinters bestaan nu iets meer dan anderhalf jaar. Een jaar geleden begonnen we met het ontwikkelen van de muziek die we nu spelen en de act die we nu op het podium willen brengen.

Rond die tijd werkte ik aan een project in een oude snackbar in Leeuwarden. Om die snackbar heen heb je allemaal donkere smalle steegjes. Het is daar niet helemaal fris. De snackbar was ook heel erg vies, we hebben er dagen over gedaan om hem schoon te maken. In die steegjes hangen allemaal junks en dealers en vechtersbazen rond. En volgens mij komen er in de nacht demonen uit de rioolputten. Ik was in die periode behoorlijk schijtziek aan het worden van een aantal, totaal andere, dingen in mijn leven. Het aangezicht van die steegjes bij nacht was precies hoe het erbij mij van binnen uitzag.

Een diepere zwartheid hoop ik niet te leren kennen, dat is voor mij ook de motivatie om er muziek mee te maken. Zo van: dit maak ik hopelijk maar een keer mee, dus laat ik het dan maar goed onthouden.

De teksten zitten vol rare wezens en figuren die allemaal shit met elkaar uitvreten en ander excessief gedrag vertonen. Hiervoor heb ik veel namen uit oude folklore gebruikt. Namen uit kinderliedjes en oude sprookjes die mensen vaag wel eens gehoord hebben, maar niet echt kunnen plaatsen. Dit drukte voor mij goed de onberekenbaarheid en ongrijpbaarheid en kinderlijke angst van mijn situatie en gemoedstoestand uit.

Het gaat over een kant van de mens die ik niet snel weer zo lang van zo dichtbij wil bekijken. Zo geïsoleerd zou ik deze kant van het leven ook niet snel opnieuw willen afbeelden. Dat klinkt misschien een beetje raar om te zeggen, maar voor mij is het opnieuw juist een reden om het wel te doen, omdat het volgens mij extra gewicht en urgentie aan de muziek geeft. 'Dit kan maar een keer!' En ik denk dat er genoeg speelsheid, humor, liefde en vriendschappelijke gevoelens in de muziek en de teksten zitten om toch een soort dubbelzinnigheid uit te drukken die voor mij absoluut is.

Daarnaast vind ik het onwerkelijke element in onze muziek ook iets tegenover het zwartgallige zetten. Het is voor mij hele persoonlijke muziek zonder dat ik het direct over mezelf heb. De personages, spullen en gebeurtenissen in de liedjes zijn metaforen voor gevoelens, gedachtes en processen waar ik tegenaan gelopen ben.

Belangrijk in het ontstaan van deze act is het zoeken naar radicale keuzes. Maud de drumster speelt zonder kick en zonder hihat en gebruikt heel veel tamboerijn. Heiko speelt op een kleine Japanse basgitaar met net even andere snaren erop en veel fuzz en hoog in de sound. Mijn akoestische gitaar is op een soort prehistorische manier gestemd en ik heb twee versterkers, eentje met effecten en eentje zonder. Ik zing alles met autotune. Met deze elementen zijn we gaan jammen. Op basis van opnames van deze jams heb ik op de computer schetsen voor liedjes gemaakt die we samen verder uitgewerkt hebben.

Iets wat me momenteel veel bezighoud en wat ook belangrijk is geweest in de ontwikkeling van onze muziek (misschien is het maar gelul hoor en moet ik er nog eens beter over nadenken) is het idee dat de meeste popmuziek qua frequentiegebieden heel egaal, vlakgestreken is. Alle frequentiegebieden (sub, bas, laag mid, mid, hoog mid en hoog) zijn de hele tijd verzadigd. Of daar wordt in ieder geval naartoe gebouwd. Alles is op de hoogtepunten zo dik als het maar kan, of in ieder geval zo dik mogelijk. Persoonlijk vind ik dat vaak heel erg saai, omdat het vaak niet als een hele karakteristieke en bewuste keuze overkomt. Dit heeft met de manier van mixen en mastering te maken, maar ook met arrangeren. Bijna alle popmuziek heeft een soort gemiddelde dikheid in de sound, het is net of popmuziek daarin altijd wil voldoen aan soort format.

Het zoeken naar universele waardes, waar popmuziek volgens mij na de Tweede Wereldoorlog mee begonnen is, lijkt te zijn verwaterd tot een dwangneurose naar radicale middelmatigheid. Deze radicale middelmatigheid zie je in alles terug. Ik kan het niet hard maken, maar volgens mij is dat ook de bron van de fascistische houding die veel mensen tegenover vluchtelingen hebben. Als iets afwijkt van 'het format' kan het moeilijk meedoen. Fock die shit!

Gelukkig zijn er zat voorbeelden van muziekgenres die iets eigens hebben op dit gebied. In een genre als stoner licht de nadruk heel erg op het laag. Dat maakt het voor mij meer de moeite waard om ernaar te luisteren, omdat het wat specifieker is en ja, gewoon meer karakter heeft en meer een 'eigen' en daarmee 'oorspronkelijke' ervaring biedt. Hetzelfde geldt voor het schelle karakter van oude black metal en het ruwe, droge van oude blues. Een band als Radiohead weet hier ook op een hele eigen en karakteristieke manier mee te spelen. En ik moet zeggen dat in veel hiphop van tegenwoordig ook echt frisse dingen gebeuren (ook in Nederland). Dat is soms zo lekker glazig.

Weet je wat ik hierin ook grappig vind? Een geluidsman zei een keer tegen mij dat hij als hij iets teveel bier dronk tijdens het mixen hij heel schel ging mixen. Dan draaide hij dus te veel hoog in de muziek, omdat hij kort gezegd door de alcohol alles wat doffer hoorde. Ik vind dat er in bluegrass best veel hoog zit met al die kleine snaarinstrumentjes en hetzelfde geldt voor veel zigeunermuziek uit het Oostblok en van die Ierse wriemelshit. Dat zijn alledrie muziekgenres die ik best wel met royaal alcoholgebruik associeer, ook van dat zelfgestookte spul en zo! Misschien is de klank van deze genres wel mede ontstaan, omdat de muziek ontwikkeld is in situaties waarin het publiek en de muzikanten er al een paar op hadden. Dat verdooft natuurlijk het een en ander wat je dan gaat compenseren. Onze muziek kun je denk ik ook het best helemaal wappie beluisteren.

We proberen onze muziek denk ik zo te arrangeren dat er een spannend spel ontstaat tussen die frequentiegebieden, wrijving. Ik zie het bijna zo dat we daarin ruimte laten voor de luisteraar. Nee, ik kan het nog beter uitleggen. We proberen een radicaler en minder gemiddeld spel te spelen met dat hele frequentieverhaal. Een spel dat past bij het gevoel van de muziek. We zoeken hierin denk ik naar een zo aanvallend mogelijk geluid. Dit hebben we niet van te voren bewust zo uitgesproken en dit 'taalkader' is eigenlijk naderhand ontstaan. We hebben het op gevoel ontwikkeld, nu kan ik het het ontstaan van onze sound op deze manier uitleggen.

Voor wie zou je graag nog een keer het voorprogramma willen verzorgen?
Met deze band voor Aphex Twin en in het algemeen voor Kanye West.

Wat heeft 2016 je gebracht?
Een heleboel nieuwe muziek en inzichten en een aantal hele mooie optredens. Het meeste heb ik al verteld.

Wat zijn de plannen voor 2017?
We gaan een serie nieuwe liedjes opnemen en uitbrengen. Dit zijn ook de liedjes die we zullen spelen op Grunnsonic. Daaromheen willen we lekker veel gaan spelen.

Waarom moet iedereen naar je optreden komen?
Wat heeft het voor zin om jezelf uit de weg te gaan?

Wat hoop je dat Grunnsonic je zal brengen?
We zijn dus bezig met die nieuwe opnames en willen deze op een mooie manier uitbrengen, presenteren en daar dan mee gaan optreden. We zijn momenteel op zoek naar mensen die ons hierbij willen helpen. Op het gebied van labels en boekingen.

Waar in Groningen zou je graag (nog) een keer willen optreden en waarom?
In een propvolle Vera Kelderbar.

Welke andere lokale act die ook op Grunnsonic staat, vind je tof en waarom?
Er zijn een boel dingen de moeite waard om te bekijken. Mijn eerste voorkeur gaat uit naar de Nederlandstalige hiphop van Roelie Vuitton, Boyz in the Woods en Drico. Verder draag ik een warm hart uit naar onze gitaarscene-homies van Kinoo en Santa Fé met hun gezellige muziek, en mijn Academie voor Popcultuur-jaargenootjes A Fugative en Stuart Mavis. Ook al vind ik het jammer dat ik hun liedjes niet kan verstaan, maken ze wel hele mooie muziek en verdienen ze met al hun harde werk zeker veel aandacht.