“Probeer dat eens, zo’n basgitaar”

Niels Steenstra over het succes van zijn Rijdende Popschool

Tekst: Yorick Altena Foto's: Jan Westerhof ,

“Waar ik vooral van kan genieten, zijn de dingen die helemaal misgaan…” Met een grote glimlach zit Niels Steenstra in een bovenkamertje van het dorpshuis van Garmerwolde, thuisbasis van De Rijdende Popschool. In 2011 begon hij deze rijdende ‘School of rock’ die toch absoluut geen mislukking is te noemen.

De muzikale carrière van oprichter Niels Steenstra begon nadat een vriend van hem een basgitaar in zijn handen drukte met de woorden: “Probeer dat ook eens, zo’n basgitaar.” Vanaf dat moment zijn de muziek en Niels onafscheidelijk. Hij speelde in verschillende bandjes, trad op van Noorderslag en Paradiso tot poppodium Boerderij in Zoetermeer waar twee toeschouwers waren, gaf workshops in computermuziek, om later te doceren aan de opleiding Kunst Theater en Media bij Noorderpoort.

Als Niels in 2011 in Garmerwolde gaat wonen, valt hem op dat er in het dorp niks te doen is qua muziek. Al gauw legt hij contact met de eigenaar van het dorpshuis, die tevens een muziekliefhebber blijkt te zijn. “Tijdens een rondleiding in het dorpshuis maakte ik bij wijze van grap de opmerking: Goh, mooie oefenruimte heb je hier.” Inmiddels blijkt deze ‘grap’ de basis voor het idee van De Rijdende Popschool, die inmiddels tweehonderd jonge leerlingen in twaalf dorpen rijk is. Niels legt uit: “Toen kwam alles ineens bij elkaar. Mijn leerlingen van Kunst Theater en Media moesten voor hun opleiding leren workshops te geven. Dit viel samen met het idee om iets te gaan doen met muziek in Garmerwolde. Het dorpshuis bleek inderdaad een ideale oefenruimte te zijn en na een oproep aan kinderen om een popgroep te vormen, begonnen de lessen. Dit bleek zo’n succes, dat we ermee door zijn gegaan.”

Samenwerking is een van de sleutelwoorden in het succes van de muziekschool. Zo zorgen de dorpen voor enthousiaste leerlingen en een beschikbare oefenruimte, waarna de rijdende popschool op zijn beurt zorgt voor instrumenten, versterkers en de nodige expertise. “De ene keer spelen we in een dorpshuis, de andere keer is het in de schuur van een boer.” Een traject bij De Rijdende Popschool betekent één introductieles en twaalf lessen met de bandcoach. Tijdens de introductieles worden de bandjes gevormd en kunnen de kinderen zich inschrijven voor een instrument. “Het gebeurt wel eens dat er een bandje is met vijf jongens die allemaal willen drummen. Samen zullen ze er toch uit moeten komen en dat lukt ook altijd.” 

De filosofie achter deze popschool is dat muziek maken leuk is en leuk moet blijven. “Muzieklessen lijken vaak saai, je moet bijvoorbeeld noten kunnen lezen. Wij geven de kinderen gewoon een basgitaar of een ander instrument, eigenlijk precies zoals ik ben begonnen. Ik weet dat het werkt, want ik zie dat het plezier er vanaf spat. We denken vanuit het doen, vanuit het idee dat muziek maken leuk is, dat je zelf mag bepalen wat er gebeurt. Dat is popmuziek: do it yourself. Het allermooiste zou zijn dat een van de bands op een gegeven moment zegt: ‘Zeg bandcoach, ga maar weg, we doen het zelf wel!’”

Blijkbaar ging het verhaal van De Rijdende Popschool als een lopend vuurtje door de provincie. “Op een gegeven moment kreeg ik een mailtje van een meisje van tien jaar oud uit Zeerijp. Ze had al zes andere meisjes gevonden die ook mee wilden doen met haar popgroep en ze vroeg wanneer we langs kwamen. We hebben toen contact gelegd met de volwassenen en zijn vervolgens in Zeerijp begonnen met de lessen.” Dat het succes ook buiten Groningen niet onopgemerkt is gebleven blijkt wel uit een bezoekje van koningin Maxima, in haar functie van beschermvrouwe van ‘Kinderen maken muziek’, een organisatie die soortgelijke projecten een warm hart toedraagt. “Het was een bijzondere ervaring, we kregen te maken met zware beveiliging en bommencontroles. Dat zijn we hier niet gewend, haha!”

Wat de toekomst betreft is volgens Niels nog niets helemaal zeker: “Voor het komende jaar zijn we aan het kijken naar het organiseren van een benefietconcert en we zijn bezig met crowdfunding projecten, maar je weet natuurlijk nooit hoe het gaat. Kijk, als Rijdende Popschool doen we iets dat nergens anders in Nederland gebeurt, we zijn wat dat betreft uniek. Het zou fantastisch zijn als we scholen in het hele land konden starten, dat is de droom. Vooralsnog is het vooral heel spannend.”

Op de vraag wat Niels nou het mooiste vindt aan zijn popschool komt een schijnbaar tegenstrijdig antwoord: “Waar ik vooral van kan genieten, zijn de dingen die helemaal misgaan. Dan zie je de kinderen elkaar bang en vragend aankijken, komt het goed, komt het niet goed?” Met een brede grijns voegt hij daar aan toe: “Maar eigenlijk komt het altijd helemaal goed hoor, haha!” Het moge duidelijk zijn dat De Rijdende Popschool gerund wordt door een man die zelf het plezier in de muziek nog lang niet is verloren.