De Spotifylijst van... The Tightropes

“Ik ben echt de muzieknerd van de band”

Tekst: Frank Hettinga Foto's: The Tightropes ,

The Tightropes presenteren vandaag de albumhoes van hun tweede EP 3D Music, die 29 november uitkomt. Een goed moment om de belangrijkste invloeden van de band door te nemen met zanger en gitarist Marco Boers. Hij heeft ervoor gekozen om Jimi Hendrix en Stevie Ray Vaughan buiten de lijst te houden. “Iedereen kent die shit toch wel!?” Toch staat het vol jazz, funk en blues. “Het lijkt verdacht veel op een lijstje dat we achter elkaar op zouden kunnen zetten in de auto op weg naar een optreden.”

The Ploctones – Rrrita
Op zondag 13 oktober stonden The Ploctones in de Oosterpoort. Ook Marco Boers, Alan Luring en Daniël Cats van The Tightropes waren aanwezig. De bandleden wisselen onderling veel muziek uit, maar vaak is Boers de hoofdbron. “Ik ben in de band echt de muzieknerd. Ik laat hen altijd vet geflipte shit horen.” Dat gold ook voor The Ploctones. “Ja, dat optreden in de Oosterpoort was ons bedrijfsuitje. Het zijn echt heel goede muzikanten. Volgens mij slaat het nummer Rrrita op Rita Verdonk. Ze zeiden een keer bij de aankondiging dat het over een vrouw ging: je kunt om haar lachen en om haar huilen. Maar zeker weten doe ik het niet hoor,” zegt Boers lachend. “Die Anton Goudsmid is zo’n ontzettende baas van een gitarist, dat slaat helemaal nergens op. De kale man met bril die altijd maf doet. Rrrita is best wel trippy qua maatsoort, maar ondertussen kan je er ook op dansen. Het is toegankelijke ingewikkelde muziek.”

Philip Sayce – The Bull
“Op zich had ik zo nog drie andere nummers van het album Steamroller kunnen pakken, maar deze is gewoon heerlijk nasty. De vet laag gestemde gitaar maakt het echt duister. Philip Sayce is een bizar goede gitarist. Qua gitaarstijl ligt dit veel dichterbij mij dan bijvoorbeeld Anton Goudsmid. Dit kan ik tenminste een beetje.” Boers vindt ook dat The Tightropes qua geluid het meest op Philip Sayce lijken. “Ja, of Scott McKeon. Het valt in principe allemaal te reduceren tot een basgitaar, een drummer en een zingende gitarist beïnvloed door Jimi Hendrix en Stevie Ray Vaughan.” Na de middelbare school luistert Boers echter niet veel meer naar deze grootheden. “Daarna had ik echt een jazzperiode, maar dat kan ik niet spelen. En tegenwoordig luister ik ook heel veel rare elektronische hiphop tjak, zoals Madlib. Het lijkt mij leuk om uit die genres wat ideetjes te halen, maar we moeten het wel beukend houden.”

Madlib – On the Hill
“Madlib rapt bijna nooit en On The Hill is fucking vette hiphopachtige jazz. Met rappen heb ik sowieso weinig, behalve als het die dikke oldskool Wu-Tang Clan achtige shit is. Dat is wel gruwelijk.” Toch wordt er volgens Boers veel goede hiphop gemaakt. “Rock-‘n-roll-liefhebbers hebben vaak een hekel aan hiphop. Alles wat elektronisch is aan muziek vinden zij lelijk. Madlib klinkt gewoon heel erg dik en alle instrumenten speelt hij zelf in, of hij laat het door muzikanten doen. In de hiphopwereld zijn er altijd problemen met het lenen van samples, je mag namelijk niet veel gebruiken. Maar Madlib had het genoegen om in de kluis van het jazzlabel Blue Note Records te kijken. Toen mocht hij allemaal nog niet uitgegeven platen gebruiken om daar tjak van te maken.”

John Scofield & Medeski Martin & Wood – What Now
In What Now zit volgens Boers de vetste gitaarsolo ooit. “John Scofield is een ziekelijk goede jazzgitarist en hij heeft volledig zijn eigen sound. Je hoort meteen vanaf de eerste noot dat hij het speelt.” Scofield heeft een grote invloed op The Tightropes. “We proberen die losse funky, jazzy en groovy dingen ook te gebruiken. Voor ons beukt dit soort tjak nog harder dan bijvoorbeeld Rage Against The Machine. En hier zit niet eens zo’n agressieve boodschap achter. Het doel is de vetste muziek maken die je maar kan maken. Scofield staat te krijsen met die gitaar, maar het is gewoon een oude grijze man met een brilletje. Zijn imago past totaal niet bij de muziek.” Scofield in de Oosterpoort was het eerste live concert dat Boers ooit bezocht. “Ik luisterde destijds alleen maar punkmuziek en dacht dat alle jazz kut was. Maar toen ben ik er achter gekomen dat sommige jazz veel harder rockt dan normale rock. Ik luisterde NOFX-achtige tjak. Laatst hoorde ik dat weer en dacht: jezus, al die nummers zijn echt exact hetzelfde.”

Rage Against The Machine – Bulls On Parade
Boers waardeert bands vaak vooral vanwege hun instrumentale geluid. Dat geldt ook voor Rage Against The Machine. “Ze maken verschrikkelijk goede riffs. De gitarist en bassist doen allebei hetzelfde, met dikke drums eronder. Dat is het eigenlijk, funky en energierijk. Kei- en keihard beuken. De zang en ideeën achter de teksten zijn ook heel gaaf hoor. Maar ik ben zelf absoluut geen idealist. Het maakt me in principe helemaal geen donder uit. Het gaat mij meer om de klanken en ik hecht niet zoveel waarde aan teksten.” Hoe schrijft Boers zelf dan zijn teksten? “Ja, vroeger had ik ook echt iets van: verdomme, ik moet een tekst hebben, waarna ik zomaar wat opschreef. Nu zit er zeker wel een gedachte achter. Beetje cryptische en surrealistische teksten zijn wel tof, maar het moet ook weer niet te random worden natuurlijk.”

Red Hot Chili Peppers – Fela’s Cock
Blood Sugar Sex Magik, wat een fantastisch album. Ik heb gekozen voor een b-side, omdat ik ook bij Red Hot Chili Peppers het instrumentale prefereer.” Met zanger Anthony Kiedis heeft Boers niet zoveel, maar hij is wel een groot John Frusciante fan. “Dit is nog echt het funky tijdperk, daarna vind ik de albums steeds minder goed worden. Van Blood Sugar Sex Magik kan ik alle gitaar- en baspartijen spelen. Ik heb het zo verschrikkelijk veel geluisterd. We hebben al deze nummers ook wel eens gerepeteerd met de band en het nummer Apache Rose Peacock hebben we bijvoorbeeld live gespeeld.” Toch werken de covers niet helemaal voor The Tightropes. “Het is nooit zo vet als we zouden willen. We kunnen het wel, maar onze sound is echt anders. We hebben een voller geluid, terwijl The Peppers met een cleane gitaar en drums spelen. Fela’s Cock geeft precies het geluid van het album weer en wat mij betreft hebben we de zanger niet nodig.”

Scott McKeon – Death Letter Blues
Ook Scott McKeon vindt Boers vooral instrumentaal erg goed. “Op Death Letter Blues gaat de zang er nog wel mee door, maar zijn nieuwe nummers zijn vaak heel soft. Ik heb hem tijdens de Bluesnacht in 2007 voor het eerst gezien.” Maar die kennismaking met McKeon stemde Boers eigenlijk niet eens zo blij. “Totaal verbijsterd zat ik te kijken naar wat hij aan het doen was. Ik dacht echt: 'kutzooi, alles wat ik op gitaar zou willen kunnen, speelt die gast gewoon al!' Toen heb ik ook een paar dagen niet gitaar gespeeld, vrij ongehoord voor mij. Het is anders dan bij het luisteren naar Hendrix of Frusciante, dat kan ik dan wel nadoen. Maar doordat het live was kwam de eigen sound van McKeon tien keer zo hard aan. Er staat iemand twee meter voor je neus die shit te doen, erg confronterend.”

John Coltrane – 26-2
In een hoek op Boers kamer hangen een poster en een lp van John Coltrane. Hij noemt het zijn altaartje. “Coltrane is het voorbeeld van hoe alle muziek eigenlijk zou moeten klinken. Bij alles wat hij speelt is er non-stop sprake van intensiteit. Veel mensen denken dat sommige stukken van muziek opvulling zijn, opvulling naar een climax. Maar Coltrane bouwt vrij snel op en blijft daar dan zo lang mogelijk.” Boers geeft als voorbeeld het achttien minuten durende Brasilia van live album Village Vanguarde. “Zijn saxofoon plus de drummer en bassist, dat is het. En dan staat Coltrane vervolgens meer dan een kwartier te soleren. Soms denk je: nu kan het geen kant meer op, maar hem lukt dat sowieso wel. Dat is zo mooi!” Tijdens de eerste luisterervaring kon Boers er echter na anderhalve minuut al niet meer tegen. “Jezus, wat een pokke herrie dacht ik. Er blijven constant dingen gebeuren in zijn nummers, maar op den duur leer je daar naar luisteren. Coltrane is mijn topfavoriet jazzmuzikant.”

The Jon Spencer Blues Explosion – Talk About The Blues
"Het is echt een explosie van invloeden: heel oude blues, de Elvisachtige echo in de zang en ook hiphop. Ze gebruiken het beste van alles, gruwelijke tjak. In Talk About The Blues zingen ze: I don’t play no blues, I play rock and roll, the blues is number one.” Voor The Tightropes geldt dat niet anders. “Blues is het allerbelangrijkste en heiligste wat er is, dus daar komen wij niet aan. Het is live toch meer een doel om de toko helemaal plat te spelen. En dus niet in mijn kamertje alleen op een heel duister moment, naakt in een hoekje, met een gitaartje de blues te gaan zingen. Huilend. Dat is toch heel wat anders.”

Jungle By Night – Afro Blue
“Jungle By Night is gewoon van die dikke instrumentale afrobeat shit, heel erg goed uitgevoerd. Afro Blue is een cover van John Coltrane en ik vind deze versie echt gruwelijk. Sowieso, toen Jungle By Night het opnam waren ze allemaal zestien ofzo, jonge jochies uit Amsterdam.” Ongeveer twee jaar geleden hoorde Boers ze op Noorderzon het nummer voor het eerst spelen en eind juni op Festifarm ontmoette hij ze persoonlijk. “Ik vroeg of ze ook weer Afro Blue gingen spelen, want dan zou ik huilend van blijdschap mijn kleren uittrekken en heel hard naakt rondrennen. Toen keken ze me wel een beetje raar aan, ja. Maar ze speelden de cover wel!” En heeft Boers nog naakt rond gerend? “Nee, die keer niet.”