#appelpop 2014: de zaterdag

Van Dotan en Thomas Azier naar Russkaja en Blaudzun

Lieve Geelen, Rik de Winter, Bertus Elings, Harold Broedelet, Aukje Verstegen ,

Met nog twee jaar te gaan voor de zilveren editie is Appelpop vrijdag weer van start gegaan. Met gunstige weerberichten en zoals we gewend zijn grote namen in de line-up als Blaudzun, Kensington en Typhoon belooft het dit jaar weer een mooie editie te worden in het Betuwse Tiel.

Na een mooie vrijdagavond is het de taak aan Dotan om de zaterdag van Appelpop te openen op het hoofdpodium. De tent staat verrassend vol voor de eerste act van de dag, wat laat zien hoe populair deze jongen is. Samen met vijf muzikanten brengt hij mooie, tere, maar ook krachtige muziek ten gehore. De dromerige zesstemmige zang wordt aangevuld door drie troms die kenmerkend zijn voor Dotans muziek. Bij afsluiter Home gaat het publiek los en is het optreden alleen nog te volgen via de vele smartphones in de lucht. Een artiest van Dotans formaat verdient zeker het hoofdpodium, maar de muziek zou bij een intiemere setting beter tot zijn recht komen.

Van Dotan naar Go-Tan, waar Jett Rebel het podium bestijgt. In zijn witte shorts en turquoise sokken begint hij de set rustig, maar na het eerste nummer gooit hij direct de hit Louise er tegenaan. De muziek is vrolijk, strak en rauw, waarbij de vrouwelijk backing vocals een goede aanvulling zijn. De aanstekelijke nummers worden vooral door Jett Rebel en de achtergrondzangeressen energiek gebracht, de rest van de band staat er wat stijf bij. Ondanks, of misschien door de ietwat overdreven show, is het een sfeermaker voor de rest van de dag. 

Rond 14.40 uur is het de beurt aan Chef’Special. De tent zit alweer tot de nok toe gevuld. Dat het publiek vooraan met name uit jonge dames bestaat, blijkt onder andere uit het feit dat, iedere keer als zanger Joshua Nolet naar het voorste gedeelte van het podium komt, er een hoog gegild klinkt en tientallen handen naar hem opreiken. Muzikaal trekt de band alle registers open en toont dat het in allerlei genres thuis is: rock, rap, een beetje hiphop. En ska en reggae: Peculiar wordt met veel bijval ontvangen. Als de heren dan ook nog eens Can’t Hold Us van Macklemore & Ryan Lewis spelen, staat het publiek massaal te springen. Als introductie van het laatste nummer bedankt Joshua het Tielse publiek en vertelt hij dat het laatste nummer, In Your Arms, vandaag wordt opgedragen aan Crystal Fighters, die een dag eerder hun drummer hebben verloren. Een mooi gebaar.

Op het podium van McBlossom staan Afterpartees te spelen. De band maakt overdreven garagepop en vooral de zanger laat zijn hele hebben en houden achter op het podium. Spastische bewegingen en geinige praatjes om liedjes in te leiden, maken dit optreden helemaal af. De zanger doet denken aan een Mick Jagger van 100 jaar geleden. De band heeft ongelofelijk veel energie. Ze vinden zelf dat ze op een toepasselijk podium staan: "wij zijn de euroknallers van Limburg", roept een gitarist. Zanger Niek Nellen kopt bijdehand in: "Makkelijk, snel, goedkoop, en als jullie weggaan, voel je je vies". Maar je komt er wel steeds voor terug.

Op het Go-tan podium zijn de mannen van DeWolff te zien. Het veld staat volledig vol, want Appelpop wordt vreselijk goed bezocht op deze zomerse zaterdag. Het is gewoon heet en dat DeWolff staat te spelen, helpt ook niet bepaald. Het is muziek met een dikke dreunende bassdrum en opzwepende gitaarlicks. De melodieuze groove die uit het orgel blaast, zet nog meer kracht bij het geheel. Het valt op dat de nummers allemaal een vergelijkbare opbouw hebben, met een hoogtepunt van dezelfde intensiteit. Saai is het niet, want door de luidheid kun je niet om het optreden heen, maar het optreden verveelt wel. In de muziek is ruimte voor subtiliteit en de mannen zijn ongetwijfeld in staat om daarin te ontwikkelen.

In eerste instantie stond de Belgische metalband Diablo Blvd gepland voor de zaterdagmiddag op het McBlossom podium. Omdat zij moesten afzeggen, werd vervanging gezocht in de jonge jongens van Steak Number Eight, eveneens zuiderburen van ons en winnaars van diverse Belgische popprijzen, zoals Westtalent en Humo’s Rock Rally. Kortom, hooggespannen verwachtingen. Voor het podium staat vooral het jongere publiek. Vanaf de hoger gelegen Waalstraat kijken ouders en andere ietwat oudere geïnteresseerden mee. De jonge ‘metalheads’ krijgen het publiek echter niet enthousiast. De moshpit komt niet echt van de grond, iets wat misschien te wijten is aan de trage nummers. Een paar shirtloze gasten doen hun best er nog iets van te maken, maar ook hun inspanning mag niet baten. De lovende kritieken op de site ten spijt, valt Steak Number Eight in Tiel niet in de smaak. Dat gezegd hebbend, verdient de muziek zelf wél complimenten. Die zit namelijk heel goed in elkaar, waarbij met name de mooie tempowisselingen opvallen.

Met acht man sterk op het hoofdpodium is dit het laatste festival van het seizoen voor Blaudzun. Hoewel er een scala aan instrumenten staat, komen ze nauwelijks boven de elektrische gitaren uit. Dat is jammer want het album Promises Of No Man’s Land is één van de beste albums die ons land momenteel kent en greep dan ook net naast de 3voor12 award afgelopen week. Blaudzun krijgt de tent weliswaar goed gevuld maar de vraag is of het genre zich leent voor Appelpopbezoekers. Het publiek staat er wat onverstoorbaar bij en komt pas iets in beweging wanneer Johannes zijn cover Wicked Games zingt van Chris Isaak. En toegegeven, zijn stem leent zich hier prachtig voor.

Door het tragische overlijden van drummer Andrea Marongiu van Crystal Fighters en de onvermijdelijke afzegging werd het programma van Appelpop omgegooid. Zo is Taymir bevorderd naar het ‘grote’ Go-Tan podium. En dat is wel een status die bij ze past. De vier Britpoprockers uit Den Haag zijn eind 2013 door 3FM gebombardeerd tot Serious Talent. Dat maken ze nu ook waar. Met hun jaren 60-look doen ze de Engelse beatmuziek uit dat tijdperk herleven. Een beetje Oasis, maar dan de retroversie. Dat concept slaat ook behoorlijk aan, getuige de enthousiaste, vooral jonge aanhang, die de verplaatsing naar het op-een-na grootste podium absoluut geen probleem vindt. Het songmateriaal is goed geschreven en zit muzikaal gezien ook uitstekend in elkaar. De eerste single van debuutalbum Phosphene wordt uit volle borst door de menigte meegezongen. “Ahahahahaaaaaaaaaaa, ahahahahaaaaaaaaaaa.”

De Nijmeegse mannen van De Staat speelden in 2011 ook al op het tweede podium van Appelpop. Met hun lekkere stampende, dansbare stonerrock nemen zij het publiek letterlijk mee naar de Sweatshop. Torre Florim kondigt de cover Talk Dirty van Jason Derulo aan met de woorden "het originele nummer is kut, maar omdat wij het spelen is het dan weer wel cool”. En hij krijgt gelijk. De hele show was gewoon, zoals we van De Staat gewend zijn: strak, hard, met koebel. Dat verveelt nooit!

Zaterdagmiddag, rond 17.30 uur, slingert Bliksem, de uit Antwerpen afkomstige handelaren in zware metalen (thrash metal, om precies te zijn) een tweet de wereld in: “The arena for tonight!!! Ready to destroy @Appelpop”. Blijkbaar zijn ze heel wat van plan. Stipt om 19.45 uur rent de blauwharige Peggy Meeussen met haar mannen het podium op. Van begin af aan hebben ze het publiek mee. Al in de eerste minuut ontstaat er, middenvoor de McBlossomstage, een aanzienlijke moshpit. Verschillende metalfans leven zich daar uit op de strakke tonen van de twee gitaristen die schijnbaar een wedstrijdje doen in wie het snelst, hardst en strakst kan spelen. Met zijn dubbele bassdrum doet ook drummer Rob Martin wat hij moet doen. Kortom, Bliksem klinkt lekker! “Jullie zijn met veel meer dan ik me had voorgesteld”, zegt Peggy op een goed moment. Daarbij duidt ze wellicht op het feit dat De Staat op dat moment eveneens speelt en naar haar verwachting veel publiek zou weghouden bij haar kunstje. Maar niets is minder waar! Gedurende het optreden raakt het veld steeds meer gevuld met mensen die meedeinen op de forse klanken van onder andere Mr Man en Circus Schizophrenia.

Dat Kensington populair is, is te merken aan hoe vol de grote tent is. Na twee platinum platen wordt er heel wat verwacht van het optreden. Alle hits komen voorbij en worden vol overtuiging gespeeld. De band staat met ogenschijnlijk weinig attributen op het podium, maar klinkt precies als op het album. Gitarist Casper roept op tot crowdsurfen en het zitten op schouders, waardoor het grootste gedeelte van het publiek niets meer ziet. Maar dat maakt niet uit, want het is genieten, zeker als de grootste hit Home Again inclusief vuurwerk en confetti wordt gespeeld. Kensington is groot en zou volgend jaar niet misstaan als afsluiter van het festival.

Bij het optreden van Thomas Azier ontstaat in mijn binnenste een conflict. De elektronische muziek is al van te voren geproduceerd, maar toch staat er op het podium iemand te drummen op een elektronische drumpad. Sommige nummers zijn al voorzien van een beat, dus het lijkt alsof de man er eigenlijk alleen staat om het optreden te rechtvaardigen. Het publiek snapt al lang dat het grootste deel niet live wordt gemaakt en dat druk draaien aan knopjes lijkt amper effect te hebben. Maar als Thomas Azier dat niet doet, begint het allemaal een beetje op karaoke te lijken. Door dat conflict kom ik in een recensie amper toe te zeggen hoe ontzettend mooi de muziek is. Thomas Azier is een artiest in hart en nieren, en de liedjes zijn prachtig.

“Zijn er liefhebbers van lieve luisterliedjes?”, vraagt de aankondiger. Links en rechts gaan wat handen omhoog. “Dan verzoek ik die mensen om nu weg te gaan, want de volgende act zorgt voor een knalfeest. Zijn jullie er klaar voor om helemaal uit je dak te gaan?” De feestbeesten blijken in de meerderheid te zijn als Russkaja het podium op komt. Het bonte gezelschap (niet qua kledij overigens) onder leiding van de ‘Russische’ zanger Georgij Makazaria brengt een aanstekelijk werkende mix van reggae, polka, ska, traditionele Russische muziek en zelfs een vleugje metal. Russische turbo-polka noemen ze het zelf. Muzikaal klinkt het allerminst als een ratjetoe, want het zevental beheerst al deze stijlen. En zo ontstaat een vrolijke janboel voor het podium, waar zelfs de meest gedeprimeerden van opkikkeren. Georgij, de ‘Russische beer’, organiseert maar liefst drie verschillende moshpitten voordat hij het nummer Psycho Traktor inzet. Het duurt eventjes voordat het soepel loopt, want her en der ontsporen wagons in de pitten. Maar als alles weer staat, gaat het full speed vooruit. Drie enorme rondrennende cirkels! De pit met de opblaasbare Nemo wordt door Georgy tot winnaar uitgeroepen, voor wat het waard is.

Op het kleinste podium ontstaat het grootste feest van het festival. Het mag ook best een blunder genoemd worden dat Appelpop dé artiest van dit moment hier neerzet. Typhoon heeft zichzelf helemaal opnieuw uitgevonden en het gaat hem voor de wind. Zijn album is afgelopen donderdag bekroond met de 3voor12 award en hij laat op Appelpop zien dat dat helemaal terecht is. Door het enthousiaste publiek wordt mijn notitieblokje uit mijn hand geslagen, dus schrijven heeft niet zoveel zin meer. Na de drumbattle tussen de drummer en een extra percussionist kun je niet anders dan meedoen in de feestvreugde. Typhoon: “We gaan niet zomaar weg”.