WIE: Ted Hausmagger, oftewel Theo Wesselo, oftewel die andere Rembo
WAAR: in de backstagetrailer, vergezeld door artistiek verantwoorde foto’s aan de muur
WANNEER: vrijdag 19 juli, na de tweede toegift van de band
Opdracht: teken je overlevingsstrategie voor wanneer zombies de aarde overnemen.
#vf13 interview: Ted Hausmagger heeft schijt aan conventies
Een volbrachte tekenopdracht kun je dan ook vergeten
Hausmagger maak Nederlandstalige rock-’n-roll die wordt voortgestuwd door de vuige teksten van frontman Theo Wesselo. In het een-op-een gesprek na hun afsluitende festivalshow komt de zanger annex dichter annex jeugdheld onrustig over. Aan conventies als het geven van coherente antwoorden of nakomen van verplichtingen heeft Theo verder lichte schijt. Hier volgt een relaas over vampiers, schaamluis en paranoia.
Verantwoording: “Moet ik dat tekenen? Dat kan ik niet, hoor. Ik doe het dadelijk wel. Het is in ieder geval heel simpel: ik zou me zo snel mogelijk laten bijten om erbij te horen. Dan heb je tenminste vrienden, anders kun je alleen met je zelf spelen. En als je er toch aangaat, wat maakt het dan uit? In het geval van een vampierinvasie zou ik overigens dezelfde strategie toepassen: me meteen laten bekeren. Ik bijt toch al regelmatig in nekken.”
Je teksten zijn behoorlijk plat te noemen. Wat is jouw favoriete platte voorwerp?
“Platjes. Ik heb ze nog nooit gehad, maar overal is een tijd voor. Bestaat die soa eigenlijk nog? In Duitsland heet het krebs? Crêpes? Krabben? En wat is kanker in het Duits? Ook zoiets toch? Als je daar zegt dat je schaamluis hebt, heeft iedereen medelijden met je. Hoe dan ook, ik heb al heel lang niet meer gehoord dat iemand het heeft. Iedereen scheert zich inmiddels. Op je hoofd komen platjes niet voor, toch? Misschien muteren de schaamluizen nog.” Met een knipoog naar de vorige vraag: “Als jij een platje zou worden, hoe zou jij je daar dan op voorbereiden? Nee geintje, we muteren allemaal.”
Naar aanleiding van jullie hit ‘Man in de metro’: wat zou je doen als de metro waarin je zit, wordt gekaapt?
“Ik zou gelaten reageren en proberen om niet op te vallen. In 1977 werd bij De Punt een trein gekaapt door Molukkers. Mensen werden dagenlang gegijzeld en ik volgde dat proces vol spanning via de televisie. Tegenwoordig worden treinen in de voorsteden van Parijs ook weer beroofd. Gasten komen gewapend binnen alsof het ‘t Wilde Westen is. Het heeft helemaal geen zin om dan heldhaftig op te treden. Ik zou op z’n hoogst een scheet laten, maar dan wel zorgen dat hij kan uitwaaien.”
Wat is jullie vruchtbaarste bandruzie tot nu toe?
“Conflict is in wezen vruchtbaar. Je moet geen ruzie zoeken om het ruzie zoeken, maar het moet zijn als een soort blues die je overkomt. Net zoals in de liefde, weet je. De uitersten van je gemoed zorgen voor inspiratie. Het gaat niet om de ruzies zelf, maar om het feit dat je na een conflict streeft naar vooruitgang, iets hogers. Ruziemaken met een vrouw ben ik overigens ontvlucht. Ik doe wel aan vrouwen, maar niet meer aan relaties. Ik ben heel snel verveeld en wil mensen daar niet teveel mee opzadelen. Maar goed, dat is iets anders, nu hebben we het niet meer over de rock.”
Waar word jij paranoïde van?
“Ik heb een psychose gehad, dus ik weet wat paranoia is. Op de snelweg word ik ook paranoïde. Al die mensen om je heen die allemaal naar dezelfde plek moeten, het slaat helemaal nergens op. Iedereen heeft haast en je kan niet anders dan meerijden. Als je eenmaal vastzit in die mierenhoop kun je niet weg. Je kunt me beter knock-out slaan, zodat ik het niet meekrijg. Ik heb mijn rijbewijs trouwens niet, misschien is dat handig om te weten. Als ik het wel had gehad zou ik gewoon over de vluchtstrook rijden.”
Op het podium kun je ook niet echt weg, toch?
“Daar heb ik soms ook wel moeite mee. Het is niet dat ik weg wil, maar optreden is een soort verplichting. Ik houd er niet van dat ik heb afgesproken dat ik daar moet gaan staan. Eigenlijk ben ik daar best aso in: als het moet, dan heb ik heel veel moeite om iets te doen.”