The Liquid Machine terechte winnaar Roos van Nijmegen

Discipline & Rather Real worden tweede in zware strijd

Lieneke van Dijk ,

Het publiek dat Doornroosje op 17 mei betrad, oogde niet vaak zo gemêleerd. Het waren vooral vaders, moeders en buurvrouwen die hun zoon, dochter of buurmeisje kwamen aanmoedigen bij de finale van de sterk bezette Roos van Nijmegen. Mede daardoor leverde dit een broeierige avond op met een aanmoedigend en bij vlagen uitzinnig publiek.

Dat de combinatie hiphop en klassieke muziek goed valt in de Nederlandse muziekscene, bewezen Pete Philly & Perquisite tien jaar geleden al. ZeitGeist Beats probeert dit naar een nog hoger niveau te tillen door er opera, jazz en rock aan toe te voegen. Een moedige keuze, maar het leidt er toe dat de band in allerlei genres verzuipt en nergens in uitblinkt. Blonde deerne Esther redt de boel door met haar sterke zang de chemie tussen haar en de rapper-met-driehoeksik nog verder op te krikken. De energie en het plezier spat van het podium af. Mede door de slechte kwaliteit van het geluid en het ontbreken van duidelijke melodielijnen weet ZeitGeist Beats echter niet te overtuigen.

Na de opkomst van terechte winnaar The Liquid Machine is het duidelijk welke band vanavond de meeste fans heeft meegenomen. Desondanks lijken de vier jongens danig onder de indruk van het juichsalvo wat losbarst na elk nummer. Zanger Bas weet van verlegenheid niet wat te doen en stamelt vervolgens: “Ik heb geen tekst meer.”

En dat bij een optreden dat paniekerig begint. Na de strakke inzet van de rauwe gitaren blijkt dat de microfoon van Bas het niet doet. Terwijl Bas zenuwachtig om zich heen kijkt, laat bassist Hjerre zich niet kisten. Hij sleept zijn band er al headbangend en met een grote glimlach doorheen. Het kleine broertje van Diederik Ebbinge geniet zichtbaar en met hem het publiek. De rest van het optreden verloopt retestrak. De stem van Bas doet denken aan Chris Cornell, het harde rocken aan Queens of The Stone Age en alles leidt er toe dat er stevig wordt geheadbangd. Jammer genoeg heeft Bas te kort haar om zelf mee te doen.

De stoïcijns ogende Discipline is vooral trots op zijn naam. Zoals het een echte rapper betaamt, herhaalt hij deze dan ook minstens drie keer per nummer. Zijn solide raps zorgen samen met de beats van samplekoning Rather Real voor een onderhoudend optreden. Het Jan Klaassen-gehalte wordt wat hoog wanneer Discipline en Victoire (zijn sidekick met enorme afro) tot vervelens toe vragen of “de stemming er goed in zit, of nie?” Echt leuk wordt het pas wanneer saxofoniste Kika Sprangers gaat toeteren. Kika zorgt er voor dat het optreden de mainstreamrap ontstijgt en ze geeft de poëtische raps van Discipline extra schwung. Op het einde perst Discipline er nog een breakdansje uit, wat hem het hardste applaus van het optreden oplevert – afgezien van dat voor Kika.

The Low Tide heeft een zware dobber om het publiek en de jury er van te overtuigen dat ook zij van wanten weten. De band rekent zichzelf tot het progressive popgenre, maar door de stevige gitaren en bas past het eerder in dezelfde categorie als The Liquid Machine. The Low Tide weet de gevoelige snaar echter meer te raken. Door gebruik van xylofoon en piano worden de composities melodieus en blijft de band niet hangen in het standaard rockriedeltje. De zweverige ondertoon doet denken aan een hardere Band of Horses. Ook de vergelijking met Sigur Rós dringt zich op, met een bij vlagen haast net zo onverstaanbare zanger. Het optreden rammelt hier en daar, en het genot explodeert minder van het podium af dan bij de andere acts. Het gezicht van zanger Daan breekt alleen wanneer er een slipje op het podium wordt gegooid. Zoals hij het zelf zegt: “Er is een eerste keer voor alles.”