Bij zoveel bands in zo korte tijd op één podium is het zaak een uiterst streng en dwingend schema aan te houden, met slechts vijf minuten ombouwtijd voor de bands. De zorg bestaat dan ook dat dit nooit goed kan gaan. Wonder boven wonder lukt het de organisatie om dit toch stipt te regelen. Hiervoor verdienen zij, en sowieso alle vrijwilligers waar dit mooie evenement op steunt, een hele dikke veer in die welbekende plek.
Het betere paasei
Een aantal van de bands vallen deze avond zeker in positieve zin op. Het jonge Pulse (ergens tussen Stereophonics en Foo Fighters) kan haar geluk niet op dat ze mogen spelen op dit grote podium. Vooral het smoeltje van de bassist spreekt boekdelen. Een aangename kennismaking met een bandje dat nog moet groeien, maar zeker potentie bezit. Hadrian’s Wall is buiten de Achterhoek al geen onbekende meer. Hun frisse geluid met een bloemlezing aan invloeden (indie, Peter Gabriel, Sting) verovert ieder optreden gegarandeerd meer harten, en dat is het sympathieke trio zeker gegund. Room 06 is zo’n typische rockband uit het oosten des lands: scherp en sterk gitaarwerk, liefst zo stoïcijns mogelijk gebracht. Maar als de ritmegitarist mag soleren, wint de band pas echt aan passie. De emopunkers van Deanmoore zijn duidelijk klaar voor een volgende stap. De band klinkt hecht, de nummers zijn solide en puntig genoeg om op te zwepen. Deze band kan het nog veel verder schoppen dan de optredens tussen de weilanden.
Halfzachte eieren
Niet alle bands vallen op tussen de flinke trits aan optredens. Kiek Now Us doet niks meer dan het oude Normaal kopiëren en daar een saxofoontje aan toevoegen. Dit is zeker een alleraardigste feestband, maar zal buiten de landsgrenzen van de Achterhoek waarschijnlijk voor niet al teveel opschudding zorgen. Van Oorsprong (pop) bewandelt de bekende route van het ene oor naar het andere, zonder ook maar een moment van opwinding teweeg te brengen. Daar kunnen de looks van de dames helaas weinig aan veranderen. Ook het vandaag afscheid nemende Blizzard valt nergens echt in op. De stevige, funky rock van het trio wordt, ondanks behoorlijk wat technische problemen rondom de bassist, netjes uitgevoerd, maar komt niet verder dan het spreekwoordelijke dertien in een dozijn paaseieren. Elister is een band die al enkele jaren in slaaptoestand verkeerd, en daar mag het best blijven. Deze degelijke van-dik-hout-zaagt-men-planken-rock voegt weinig toe aan het muzikale spectrum. Een tamelijk overbodige reünie van muzikanten die inmiddels veel betere bands bevolken.
Door de mand met eieren
Twee bands op het podium vanavond hadden dat, om geheel uiteenlopende redenen, misschien maar beter niet moeten doen. Clint Camaro, met een zanger die Rudeboy (Urban Dance Squad) meent te moeten klonen, doet een oeverloze poging tot het fabriceren van stonerrock. De band strandt met halfbakken motorhardrock in het zicht van de haven. Wat rest is een bak ruis en gebrom waar weinig uit op te maken valt. Proper Outfit is van een geheel andere orde. Dit eclectisch gezelschap weet wat het is om op een groot podium te spelen. Alle spulletjes hebben zij tot in de puntjes verzorgd, en een ieder is behept met een overduidelijke kunde in de muzikale graad. Maar ergens schort er iets aan dit kwintet. De muziek en presentatie van de drie goedgekapte heren en twee bloedmooie dames is zo gekunsteld en onnatuurlijk, dat het maar nauwelijks lukt een lach te onderdrukken. Alles wat hip is en het 3FM-publiek zou kunnen vermaken, moet verwerkt worden in hun set, en het liefst binnen één liedje. Meer is niet altijd meer, lieve meisjes en jongens…