#4DF16: Los Blancos, 'surfgitaren in het trailerpark'

Californische garagerockers zijn rauw, luidruchtig en vol zelfspot

Theo Miggelbrink ,

Voor liefhebbers van rootsmuziek is het goed toeven tijdens de Vierdaagsefeesten. Op zaterdag speelden onder meer Sven Hammond en Bootleg Betty al gloedvolle shows op Festival Op 't Eiland en zondag mochten de Common Linnets het Valkhoffestival openen met hun fraai verzorgde country. Minstens zo rootsy, maar van een geheel andere orde is het Californische kwartet Los Blancos. Dit is garagerock in optima forma. Rauw, luidruchtig en vol met zelfspot.

Blikvanger van de band is Becky Blanca. Een luidruchtig type met een stem als een misthoorn en een raar gevoel voor humor. "Because we're Americans, we can point out things on a map" zegt ze bijvoorbeeld om te bewijzen dat ze wel degelijk weet waar Nijmegen is. Becky is het soort dame waar de term 'white trash' voor uitgevonden lijkt te zijn. En ze weet het en is er trots op! Om haar looks te benadrukken, steken de heren van Los Blancos natuurlijk allemaal strak in het pak en lijkt drummer Doug vanmorgen nog even bij de heren van The Barber Station langs te zijn geweest om zijn baard en snor te laten trimmen.

Maar genoeg over looks: was het muzikaal nog een beetje interessant?

Zeker, al blijft het niche-muziek. Maar met een strakke ritmesectie en de heerlijke galm op de gitaar van 'Handsome Dan' Blanco kan er weinig misgaan. Dit is muziek uit de oertijd van de rock 'n' roll. Strak en vol bravoure gebracht. Prijsnummers zijn 'Don't Be A Jerk' en het briljant getitelde laatste nummer 'Don't Go Away'. Want natuurlijk roepen de kakelverse fans na afloop van dat lied massaal 'Don't Go Away' wanneer de band het podium afloopt, terwijl de laatste noten nog nagalmen.

Is het niet allemaal een beetje tè?

Ongetwijfeld. Maar zulke compromisloze bravoure is stiekem ook wel erg lekker. Zelfs op vroege middag.