Troubadour Treffen verandert in knus, herfstig binnenconcert

Voortreffelijke twintigste editie singer-songwriter festival

Tekst: Marilyn de Beurs | Foto's: Coen Waltmans ,

Wat een zonnig Prinsentuinconcert had moeten worden, werd misschien wel iets nog veel mooiers: een knus, herfstig binnenconcert, met buiten regen en binnen warme chocolademelk met slagroom. Hutje mutje in kleermakerszit in de vertrekken van de Koperen Tuin. Deze jubileumeditie van het Troubadour Treffen, een jaarlijks singersongwriter festival, beloofde een uitpakker te worden. Je wordt tenslotte maar één keer twintig. En een uitpakker was het. Met verhalenvertellers en zonnetjes in huis. Een verjaardagsfuif om trots op te zijn.

Spitsafbijtser Esther de Jong heeft nog niet heel veel, maar - zegt ze - wel heel fijn publiek. Esther is eigenaresse van een betoverende stem waarmee ze biografische, Nederlandstalige verhalen vertelt. Over liefde en rust. En hopeloos verliefd zijn tegen beter weten in. Een zachtheid en romantiek waarvan je je afvraagt waar het vandaan komt wanneer ze op droge en soms sarcastische wijze haar liedjes aan- en afkondigt. Ondanks dat haar presentatie niet in lijn ligt met haar repertoire, weet ze te boeien en te laten glimlachen. Echte luisterliedjes, perfect voor een regenachtige zondagmiddag. En dat blijken voorbijgangers ook op te merken. Langzaam maar zeker druppelt er meer publiek binnen. Op de tenen, om ‘t sprookje niet te verstoren.

Sido Martens neemt het stokje over. Met zijn doorleefde kop en dito stem is hij een genot voor oog en oor. Hij heeft vriend en bassist Willo de Bildt voor de gelegenheid meegenomen, en naast mooie muziek creëren ze samen de nodige hilariteit. Hij heeft heel wat te vertellen, deze Sido. Een vent met inhoud. Zo brengt hij een protestlied ten gehore, Dwingelarij getiteld, waarbij hij refereert aan de actuele chaos in Gaza. Even slikken, maar al gauw is het tijd om te relativeren. Want uit volle borst en met net zo veel inlevingsvermogen zingt Sido zijn lied over kakkende dieren. Wat jammer is, is dat hij soms tekort schiet aan articulatievermogen of ronduit de tekst vergeet. Maar wat de man ook zingt, mooi klinkt het. Z’n mondharmonicaspel wat minder, maar daar is hij zelf ook van op de hoogte. Zelfspot is hem niet vreemd en hij heeft de lachers op zijn hand. De tranenpinkers trouwens ook.

Haasten naar de andere kant van de Koperen Tuin. Want daar strijkt een chick met ballen neer die met overweldigend enthousiasme voorstelt om een wave te doen. Het publiek gehoorzaamt mak. Daarna stelt ze voor dat iedereen iets dichterbij komt. “Ik bijt soms”, zegt ze. En het publiek gehoorzaamt mak. Een stoere vrouw met tattoo’s en de liefste glimlach. En, naar later bijkt, een dijk van een strot. Ze zingt eigen liedjes, waaronder eentje over haar ouders, maar ook covers - van bijvoorbeeld Eva Cassidy en Cyndi Lauper. Ze speelt prachtig gitaar en vult de zaal én tuin met haar heldere stem. Anneke van Giersbergen produceert volume voor tien, maar weet het desondanks gevoelig te houden. Armand dreigt nog even de show te stelen wanneer hij achter het podium langsloopt, maar nadat Anneke het publiek lieflijk meldt: “Hee! Ik heb ook rood haar!” heeft en houdt ze weer alle aandacht.

Tegen de tijd dat Ad Vanderveen zijn set begint, kan er zo goed als niemand meer bij. Ad ademt Americana. Je hoort invloeden van Bruce Springsteen en Bob Dylan en Ad’s rollende R is onmiskenbaar. Een stevige show zet hij neer. Eerst alleen, maar later samen met Kersten de Ligny die hem mooi ondersteunt bij onder andere een eerbetoon aan Clint Eastwood. Ad laat je met zijn donkere, rauwe stem meedeinen op zijn melodieën, of je nou wil of niet.

Zoals Frederique Spigt zelf zegt, is ze al dertig jaar een soort van getrouwd met haar gitarist Jan van der Meij. En zo komen ze ook een beetje over. Terwijl Jan de tijd neemt om zijn gitaar te stemmen, bromt Frederique er lustig op los. Maar het wachten is het waard. Heerlijke countryklanken, klappen en stampen - als ware het in de Koperen Saloon. Hoewel sommige teksten van Spigt het taalpuristenhart doen huilen, maken haar ruige stem en de de dansbaarheid van haar nummers dat goed. De warme chocomel maakt plaats voor bier. Feest!

Op de geur afgaan, dan kom je vanzelf bij Armand terecht. En jawel, daar staat hij. In al z’n pracht en praal. Met rijkelijk gevulde pijp, uiteraard. Armand trakteert het publiek op wijsheden als “nooit een file meer, alleen geslachtsverkeer’ en vertelt vol trots dat een aanzienlijk deel van zijn creaties geboycot is. Hij zingt zijn onovertroffen peace- en protestliederen op onovertroffen wijze, en verdwijnt zo nu en dan eens in een rookwolk. Het publiek brult Nederland Kloteland mee. En Op De Tandem Naar Marokko ook. Na een intermezzo in de vorm van een ABC’tje á la Armand, sluit de hippie af met onder andere de klassieker Ben Ik Te Min. Het blijft een feest om deze man te zien spelen. Zo ook vandaag!

Aan alle mooie dingen komt een eind, maar niet voordat Dayna Kurtz de dag heeft afgesloten. Wat een vrouw! Dit Amerikaanse slide-gitaartalent benadert muziek op haar eigen bluesy manier en stelt zich kwetsbaar op. Haar melodielijnen doen soms denken aan die van Amos Lee, maar haar diepe, krachtige, volle stem is er een die je nog niet eerder hebt gehoord. Liefdesliedjes en een overdonderend inlevingsvermogen. Ze werkte samen met Norah Jones en stond onder andere in Paradiso, maar excelleert vandaag in de Koperen Tuin in Leeuwarden.

De twintigste editie Troubadour Treffen was met recht een uitpakker. Het was genieten geblazen, van protest en liefs. En dat de weergoden ons niet gezind waren mocht de pret geenszins drukken, want des te intiemer werd het binnen. Een mooie dag, met bakken talent en prachtige muziek. Volgend jaar weer!

---
Wat: Troubadour Treffen
Waar: De Koperen Tuin, Prinsentuin Leeuwarden
Opkomst: Goed