Flying Trashcans: na het sluiten van Parnas op eigen benen verder

'We weten eigenlijk niet wat voor muziek we maken’

Tekst: Alwin Sinnema | Foto's: Casper Avi Setz ,

De bandleden van Flying Trashcans worden vaak ‘jonge honden’ genoemd. Het is een benaming die goed past bij hun leeftijd (16 - 17 jaar) en de energie waarmee zij optreden. Dat de band talent heeft, daar zijn velen het over eens, maar hoe ze zich verder zullen ontwikkelen weten zelfs de bandleden nog niet. Op het terras van de Walrus spraken we de band, bestaande uit Thomas Venema (gitaar en zang), Wytse Dijkstra (drums), Martijn Graff (saxofoon) en Jan Egbers (toetsen en zang), over de ontstaansgeschiedenis van Flying Trashcans, de finale van de Kleine Prijs van Friesland en over de toekomst.

Parnas

Het begon allemaal in Parnas, het centrum van de kunsten. Op vrijdagavond  was dit altijd de plek voor beginnende bands om te repeteren. Koen Haringa begeleidde Het Jongerenlab, een initiatief om jong talent een podium te bieden, en bracht de vier bandleden in 2010 bij elkaar. Flying Trashcans was geboren. ‘We konden er gebruik maken van het hele instrumentarium’, vertelt Egbers. ‘Voor beginnende bands betekende dit ook een podium om te laten horen waar je mee bezig was,’ licht Graff toe. 

Maar toen kwam er twee jaar later een eind aan deze ideale situatie. De bezuinigen van het kabinet op kunst en cultuur zorgden ervoor dat de gemeente Leeuwarden Parnas moest sluiten. De band werd gedwongen op eigen benen te staan. Toch ziet Graff dit achteraf als een wijze les. ‘Parnas was ideaal, maar toen het er niet meer was zijn we ons pas echt gaan ontwikkelen. We moesten op zoek naar een nieuwe repetitieruimte en zelf voor onze optredens zorgen.'

In de periode daarna werd er weinig gerepeteerd. Totdat Flying Trashcans een deal sloot met Drumschool de Vries, de school van drummer Dijkstra, waar de band nu iedere week repeteert. Dat neemt niet weg dat de bandleden het eeuwig zonde vinden dat Parnas de deuren moest sluiten. Graff: ‘Het Jongerenlab was een mooie opstap. Voor beginnende bands van nu ontbreekt zo’n plek in Leeuwarden.’

Finale Kleine Prijs van Fryslân

Dat de band zelfstandiger is geworden, heef mede geleid tot een finaleplek in de Kleine Prijs van Friesland. Maar Egbers verwacht niet dat ze er met de hoofdprijs vandoor zullen gaan.  ‘We zijn de jongste band in de finale van de Kleine Prijs. We hebben daarom niet het idee dat we nu al meteen moeten winnen.‘

Flying Trashcans houdt van experimenteren. Dit zal het publiek tijdens de finale volgens Egbers dan ook merken. ‘Ons geluid verandert voortdurend en het blijft veranderen, omdat we steeds zoeken naar wat voor muziek we willen maken.’

De band wordt wel vergeleken met bands uit de jaren ’60, maar volgens Egbers is deze muziekstijl niet een bewuste keuze. ‘We maken de muziek waar we elkaar in vinden. We hebben Flying Trashcans niet opgericht met het idee om jaren ’60-muziek te maken.’ ‘Uiteindelijk groeit het vanzelf naar iets waarbij we alle vier op één lijn zitten,’ licht Wytse Dijkstra toe.  

De toekomst

Van een albumopname is het tot nu toe nog niet gekomen, al is dat wel iets waar ze veel over nadenken. De heren weten wat hen te doen staat: veel optreden en veel nummers schrijven. Maar voorlopig is de band vooral een hobby, naast hun bestaan als middelbare scholier. ‘Op de korte termijn blijven we zeker doorgaan met wat we doen. Maar er komt een punt dat iedereen gaat studeren en dan is het maar net hoe het komt,’ zegt Graff. De weg is niet uitgestippeld en daar voelt de band zich juist prettig bij. Nu zou een beetje geluk voor de heren geen kwaad kunnen, om verder te komen in de zoektocht naar hun eigen geluid. ‘Het winnen van de Kleine Prijs van Friesland zou voor ons goed uitkomen. We kunnen het dan allemaal wat serieuzer gaan aanpakken,’ benadrukt Dijkstra.