Solipsism is een heerlijke bak georkestreerde herrie. Progressieve garagerock die een tik van de molen heeft gehad, met vocalen waar je mond van openvalt zodra frontman van Psychotic Lumberjacks Emiel Brinkgreve de zijne opentrekt. Zoekt hij het bij tijd en wijle in de bijna sensuele stemregionen, draagt hij het gros van de nummers met een overdonderende, rauwe punkzang tot een feilloos eind.
This is a (Sad) Song doet mede dankzij zanger/gitarist Brinkgreve in de verte bijvoorbeeld denken aan My Generation van The Who, inclusief de herkenbare stops en riffjes. Drummer Chris Wassenaar draagt bij aan het geheel en manifesteert zich op elke track als de constante en bovenal innovatieve spil van de vierkoppige desert rockband uit Leeuwarden. Onverstoorbaar ritme en creatieve variatie in fills maken een drummer, en Psychotic Lumberjacks heeft daar wel degelijk een van onder de paraplu.
“We houden van mens-erger-je-nieten en het nuttigen van alcoholische versnaperingen. Jenga te spelen en geregeld koffie te drinken in een kwantiteit die waarschijnlijk gevaarlijk is voor de gezondheid.” Gecompleteerd door hysterische shows, waarvan een der houthakkers zich zelfs in schurkige minirok en kniehoge kattenkousen hijst, wordt het na een groots gelauwerde EP en het winnen van de Music Battle 058 hoog tijd dat de mannen van Psychotic Lumberjacks een album uit de studio duwen.
Puzzelstuk drie op de juiste plek is toetsenist Melvin Bemelmans. Keihard meerammen op de beat wisselt hij af met circusachtig orgelwerk, in doordachte nuances die de heerlijke grens van het dissonante opzoeken. Geschouderd door linke baspartijen van Ate Kamsma, is het zowel een genot als godswonder een formatie tegen te komen waarbij ieder bandlid een even grote taartpunt op zijn bordje heeft en niemand zich naar de voorgrond probeert te ellebogen. Zang smelt prima samen op hetzelfde niveau als het instrumentale gedeelte, en van ego’s is geen sprake.
Als dauwtrappers van de grimmige muziekscene worden op Solipsism ook zijpaden richting de vervlogen era van absinth en burlesque meermaals bewandeld. Een unheimisch huwelijk van pianoloopjes en huilende gitaren loopt als een rode draad door het album, en klinkt keer op keer alsof de parade is voortgegaan door een maniakale ringmaster van een freak show. Vooral bij een track als Candyland zorgt het subtiele meedeinen van een accordeon voor hele fijne klanken, maar tegelijkertijd ook voor dat onmiskenbaar aangename, zieke sfeertje in een horrorfilm.
'Met Solipsism levert Psychotic Lumberjacks een teugelloze kakofonie van verknipte gestoordheid'
Op het omslagpunt van verwarring, doet de oplossing zich voor in de vorm van een welgeplaatste greep in de snaren, een echo aan ingesproken quotes of zelfs een tientonige riedel op de melodica. Onverwachte en soms hele korte intermezzo’s verbinden de puntjes tussen de zestien nummers op de plaat. I Ate Cheese And Got Diarrhea bestaat bijvoorbeeld uit een volledig geschifte herhaling van allerhande lachjes, en I Wanna Have A Treehouse gaat vreemd genoeg over het ondraaglijke gebrek aan een boomhut in de achtertuin. Met Solipsism levert Psychotic Lumberjacks een teugelloze kakofonie van verknipte gestoordheid. Maar oh zo lekker om als soundtrack onder je eigen leven keihard door je koptelefoon te laten kafferen terwijl je met wapperende jas in slow-motion over straat loopt.