#ETN16: Optreden Adrian Crowley is mooi maar onbevredigend

Ierse bard haalt te weinig uit bijzondere opzet

Tekst: Wilbert Elting | Foto's: Rick Slagter ,

De festivalwetten schrijven voor dat je niet twee, en zeker niet drie keer achter elkaar dezelfde artiest boekt. Het geeft het publiek het idee dat er weinig nieuws onder de zon is. Slechts af en toe kan van dat adagium worden afgeweken. Maar dan moet er wel een goede reden zijn. Explore the North doet het met Adrian Crowley. Een band die het eerste jaar op een bijpodium stond en vervolgens stormachtig doorbrak, mag het tweede jaar best op het hoofdpodium staan. Twee keer Adrian Crowley was dus een succes. Of dat de derde keer ook zo is?

De festivalwetten gelden niet voor de Ierse bard Adrian Crowley. Hij was in 2014 al een van de grotere namen, in 2015 kreeg hij zelfs een complete avond voor zichzelf. Dat was twee keer in de Lutherse kerk. Met gitaar en piano. Nu staat hij in de Westerkerk, het voormalige Poppodium Romein, en heeft hij zijn eigen instrumenten thuis gelaten. In plaats daarvan wordt hij begeleid door het Crash Ensemble, een jong ensemble uit Dublin (in Leeuwarden present met twee violisten, een cellist, basklarinettist en xylofoon-speler) dat toert met muzikanten zoals Crowley en daarnaast werk speelt van moderne Ierse componisten.

Het is een afwijkend menu dat zanger en ensemble het publiek opdienen. Een proeverij om het zomaar te zeggen. Liedjes van Crowley in meer klassieke setting, muzikale intermezzo’s van de muzikanten, een gedicht van William Butler Yeats (To an isle in the water) en een tussenvorm van verhaal en lied dat de Ier ‘storysong’ noemt. Alles is even prachtig. De bronzen bariton van Crowley kleurt geweldig bij de ingehouden kracht van de strijkers. De xylofoon drentelt licht rond de spanning in zijn stem. De Ier krijgt de zaal stil. Sust hen op vaderlijke toon. En toch… Heel spannend wil het maar niet worden. Het is mooi, maar ook dun. Want welke plek heeft het gedicht van Yeats eigenlijk in dit alles? En de verhalen uit de twee storysongs, geschreven door Crowley die zich ook meer als schrijver wil profileren, zijn eerder onaffe schetsen dan literaire pareltjes. 


Een overkoepelend thema is er niet. De luisteraar krijgt het gevoel dat de bard snippers tekst van zijn bureau heeft gepakt. Dat het ensemble een greep deed uit het eigen repertoire. En dat iemand toen zei: "Een gedicht. Dat maakt het helemaal af." Wat mist is een overkoepelend verhaal. Het gedicht is er een kleine aanzet toe. Crowley doopt het om tot Shy One, vanwege de eerste regels ‘Shy one, shy one, // Shy one of my heart’. Het is een verwijzing naar zijn jeugd waarin hij zo verlegen was dat hij niet eens tegen mensen durfde te praten. Had hij rond dat thema niet een uur vol muziek en verhalen kunnen boetseren?

Nu sterft de avond in schoonheid. Een half uur eerder dan in het blokkenschema stond bovendien. Laat Crowley nog maar een keer terugkomen. Maar dan wel met een goed verhaal, want hier zat zoveel meer in.