WTWTA '15 dag 1: Afterpartees breekt de tent af, Allah-Las stellen teleur

Plus recensies van Magnus, Bombay, Krill en Benjamin Booker

Tekst: Kilian Kayser & Esmée Koeleman. Foto's: Wilco Steeneveld & Remco van Beurden. ,

3voor12 Flevoland geniet momenteel van een weekendje Center Parks op Where The Wild Things Are 2015. Naast headliners als dEUS en Oscar & The Wolf staan er ook enkele minder grote acts op het programma. Welke Nederlandse band zorgde voor een showlange moshpit? En welke gehypte artiest kon de belofte niet inlossen? Je leest het in het overzicht van onze recensies van WTWTA dag 1.

Muzikaal en experimenteel Krill heeft het niet makkelijk

Het uit Boston afkomstige Krill is een gekke band. De muziek klinkt in eerste instantie nogal oppervlakkig, bijna tegen de eenvoudige punk aan, maar als je beter gaat luisteren ontdek je dat de muziek van dit trio gebaseerd is op ingewikkelde songstructuren en afwijkende drumritmes. Dat deze band Where The Wild Things Are mag openen, zegt wat over de risico’s die de programmeurs van het festival bereid zijn te nemen.

Krill is namelijk niet voor iedereen geschikt en het harde en schelle geluid in de Desperados-tent draag ook zeker niet bij aan de toegankelijkheid van de band. Aan het begin van het optreden loopt het publiek binnen tot een bijna volle tent in het midden van de show, aan het einde zijn daar weinig mensen van over. En dat is jammer. Want er zit meer in deze band dan wat er uitkomt vanavond. Op deze manier beleeft Where The Wild Things Are toch een ietwat valse start, al ligt dit niet aan Krill. 
 

Allah-Las kan de kou niet doorbreken

De surfpopband Allah-Las bracht onlangs hun tweede plaat Worship The Sun uit die, samen met hun debuut Allah-Las uit 2012, de luisteraar meeneemt naar de zon in de jaren zestig. De band uit Los Angeles heeft ondertussen al twee keer de wereld gezien door het vele toeren, maar is het reizen zeker nog niet zat. Zo staat de band vanavond op het hoofdpodium in Zeewolde om de nostalgische gitaarloopjes en dromerige zang ten gehore te brengen. 
 
De band opent met Busman’s Holiday, een nummer dat al meteen de neiging heeft om  je mee te nemen naar plekken met warmere temperaturen. Maar helaas lijkt dat gevoel niet meteen te worden overgebracht op het publiek, dat nog zoekend is naar warmte. De volgende nummers lopen feilloos in elkaar over, wat wel als gevolg heeft dat er geen ruimte is voor applaus. De gitaarsolo’s gaan soepel en de zang lijkt geen onzuiverheidje te bevatten. Maar daarmee is ook alles gezegd. Het publiek kan het eerste halfuur de muziek wel waarderen, maar als het viertal (dat vandaag een vijftal is) na de eerste zes nummers nog steeds temperamentloos op het podium staat, is het voor velen wel welletjes. Alleen het extra bandlid, dat zijn tamboerijn af en toe afwisselt met andere speeltjes uit zijn koffertje, weet nog wat energie uit te stralen. De rest van het optreden kabbelt de muziek maar rustig voort. De muziek past beter in een warmere context om ervan te kunnen genieten. Tijdens Where The Wild Things Are is het waarschijnlijk te koud (en te wild) voor Allah-Las.
 

Show van Magnus is minder dansbaar dan de muziek

Magnus is het zijproject van dEUS’ Tom Barman, die samen met Cj Bolland in 2004 een dance album uitbracht. Vorig jaar is de tweede danceplaat van Magnus verschenen met daarop gastoptredens van onder andere Editors’ Tom Smith en Selah Sue. Maar tot gastoptredens komt het vanavond, op een verschijning de bassist van dEUS op het einde na, niet. Gelukkig heeft de muziek geen gasten nodig, want de mix van techno en rock van Magnus is live nóg indringender dan op plaat.
 
Het jammere is dat de show zelf niet zo dansbaar is als de muziek. De dance wordt namelijk gebracht als een rockshow, wat grote verwarring onder het publiek veroorzaakt. Aan de ene kant staan mensen hun meest geoefende konijnendansjes uit te proberen terwijl aan de andere kant wat rockers mee knikken met de muziek. Het zorgt voor een tweestrijd die het hele optreden te voelen is. Dit doet niets af aan de kwaliteit waarmee Tom Barman en Cj Bolland samen met een drummer en gitarist de muziek van Magnus spelen. Het muzikale niveau blijft namelijk, zoals wel vaker bij Tom Barman, erg hoog. 
 
 

Afterpartees sloopt de Action Factory

Het grootste feest tot nu toe komt op naam van Afterpartees, die de Action Factory samen met het publiek nog harder weet te slopen dan de duizenden Duitse kinderen die hier normaal in het weekend te vinden zijn. De jongens uit Horst zijn zelf gelukkig soms ook wat kinderlijk:de show van de band is een aaneenschakeling van grappen en grollen. Iets wat de show zeker niet minder leuk maakt. Zanger Niek leest de huisregels van het bungalowpark voor om na elke regel duidelijk te maken dat deze regels er zijn om te breken.
 
Hier houdt het publiek zich dan ook goed aan, want regel 3 - nooit negatief zijn naar je collega’s- wordt aan de lopende band gebroken. Het hele optreden lang wordt er in het publiek ruw onderling getrokken, geschopt en geslagen. En zo hoort het ook bij een Afterpartees-show. Zo verliest Niek, als ware held op sokken, zijn schoenen bij het crowdsurfen. Het leukste moment van de avond is als Afterpartees voor de laatste keer ooit Taylor Swift’s Shake It Off covert. Dit zorgt voor het unieke beeld van hardrockers en hipsters die elkaar bont en blauw slaan in een moshpit op een liedje van Taylor Swift. Een typische Afterpartees-show dus. 
 

Bombay beukt de pan uit

Beginnend als een schoolproject in 2008, groeide de indierockband uit tot een indrukwekkend begrip in binnen- en buiteland. De Nederlanders hebben ons land een eer bewezen door te laten zien dat wij niet alleen grootse dj’s de buitenwereld in kunnen brengen, maar ook grootse indierockers. In 2012 brachten ze hun debuut ‘Vulture / Provider’ – toen nog onder de naam Bombay Show Pig – uit dat met open armen ontvangen werd. 3VOOR12 doopte het om als ‘Beste Album 2012’ en NPO 3FM als ‘Best Alternative’. De nog titelloze opvolger zit er aan te komen die een andere muzikale richting inslaat tezamen met een nieuwe bassist. Hier veranderde de bandnaam in mee en werd Bombay Show Pig slechts Bombay.
 

Vanavond staat op het knusse podium Desperados de driemansformatie klaar om de Wild Things eens flink wakker te schudden. Zoals de band al eerder aankondigde bestaat de show uit een hoop nieuw materiaal. Er worden slechts twee nummers gespeeld van het oude album, Shackles and Chains en Wires. Het nieuwe werk klinkt een stuk ruiger en meer lo-fi dan het vorige, en wordt met enthousiasme ontvangen. Zo enthousiast dat iemand – herkennen we hier Sweet Whites-drummer Albert? – over de monitoren hangt om te headbangen. Tussen de nieuwe nummers door speelt de band nog een piekfijne Beck-cover genaamd Gamma Ray. De band gaat vanavond tot de top, en daar ramt gitarist en zanger Mathias Janmaat nog een schepje bovenop. 

Benjamin Booker zit vast in de groef

De Afro-Amerikaan Benjamin Booker transformeerde van muziekjournalist naar ‘dé redder van rock & roll’.  Zijn muziek heeft haar roots liggen in het Mekka van de jazz: New Orleans, waar hij belandde na zijn studie. Met een mix van rhythm & blues en rock & roll creëerde Booker authentieke  garagerock. Afgelopen zomer verscheen het debuutalbum van de 25-jarige zanger en gitarist, dat voor vanavond hoge verwachtingen schept.
 
In de Action Factory staat al een grote groep mensen klaar voor een flinke dosis garagerock. Het optreden begint maar er is maar weinig te horen en te zien. Binnen staat het blauw en de lampen van het podium, die van achter en schuin boven op de band valt, maken het alleen maar erger. Ook wordt het gitaargeluid van Booker overstemd door de bas en de drummer, waardoor de nummers nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn - een tamelijk slechte opening. Daardoor lijkt Booker soms abrupt te stoppen met spelen. Zo wil het publiek net beginnen met meeklappen op Chippewa als het nummer opeens eindigt.  De eerste helft van de set beweegt het publiek slechts zachtjes het hoofd en het rechter knietje, iets wat je niet verwacht bij vuige garagerock. Pas bij het elfde nummer Violent Shiver wordt het geluid beter en het publiek losser – er wordt zelfs gecrowdsurft. Benjamin Booker eindigt jammer genoeg met een behoorljke anticlimax: een vaag drieminutenlang instrumentaal stuk. En zo wordt het publiek in verwarring achtergelaten.