“Ik houd gewoon niet van country!”

Keuvelen met No Can Do

Tekst: Yorgos Mayenburg, ,

In de vooraankondigingen van Flavourland noemden Lisanne Bogaard (16 jaar) Jony Overdijk (17 jaar) zichzelf een akoestische singer-songwriterband uit Almere. Aan die omschrijving valt weinig af te dingen. Zeker niet op de avond van dit interview, vlak voor de finale. De dames lijken niet bepaald zenuwachtig voor wat komen gaat.

Keuvelen met No Can Do

“Ik word rockster,” antwoordt Lisanne, één van de singer-songwriters van No Can Do, op de vraag naar beroepsambities. “Nee, ik weet het nog niet. Maar ik zeg maar dat ik rockster word. Ik bedoel: alle rocksterren zeiden dat toch? En die werden het uiteindelijk maar wel!” Typisch een antwoord zoals Lisanne ze steeds geeft: twijfel tussen sociaal verantwoord en humor komt er hardop uit. Meestal flappen beide mogelijkheden eruit. Want als één ding al snel duidelijk is, is het dit: de dames praten graag, makkelijk en vooral ‘heul veul’. Zowel Lisanne als Jony zit in haar examenjaar, vandaar die vervelende vraag. Jony wil naar het conservatorium. Ze doet ook al een klassieke zang-opleiding: “Dus ik houd van opera tot Guns and Roses of Anouk en Ilse de Lange.” “Vreselijk,” moppert Lisanne bij het vallen van die laatste naam. “Wat!?” reageert Jony direct. Lisanne zegt dat ze Ilse de Lange vindt klinken als een geit: “Dat hoort bij het genre ja, maar ik houd gewoon niet country!” “Je kan anders wel line-dansen als de beste!” lacht Jony haar uit, waarop een ongemakkelijke stilte zijn keel schraapt. Of Lisanne écht aan line dance doet? “Nee natuurlijk niet!” Haar blik oogt bij die ontkenning zowel beschaamd als verontwaardigd. Gevraagd naar de bedoeling van hun deelname aan Flavourland, steekt Jony serieus van wal. Zij is sowieso degene die de serieuze toon voert. Hoewel de dames al zes jaar samen spelen (een paar jaar terug deden ze met de band Damian mee aan de Kan van Almere, maar verloren van Ape Dirt), is No Can Do pas drie maanden geleden opgericht. Doel van deze band: deelname aan Flavourland. Maar waar het vanaf hier tot gaat leiden weet Jony zelf ook niet. “Je pony is écht donker,” geeft Lisanne Jony’s monoloog kracht. “Waar gáát het over!?” roept Jony vervolgens quasi-geïrriteerd uit. In ieder geval doen de liedjesschrijvers mee voor hun plezier. Maar of er gewonnen wordt? Jony denkt van niet: “Het is moeilijk om tussen die luidruchtige bandjes te staan. Sowieso omdat het publiek bij ons dan denkt: hé rust. En dan gaan ze staan praten. Het is lastig om een stage-act neer te zetten met z’n tweetjes. In een band kan een zanger gekke dingen doen enzo, van de drumstellen afspringen of gek dansen. Maar wij zitten daar maar!” Dus zijn er plannen voor een hele band? Jony: “Nou, in eerste instantie was het gewoon niet anders en waren we op elkaar aangewezen. Maar die keuze begint steeds beter bevallen. We kunnen goed met elkaar door de bocht. Maar wie weet?” Toch is het opvallend dat twee jonge meisjes juist voor zo’n zwaar muziekgenre kiezen. Waarom? Lisanne zegt meteen dat ze zelf erg van singer-songwriters houdt. Damian Rice wordt in dat verband als eerste voorbeeld genoemd. Maar eerlijk is eerlijk: is dat hele dames-met-gitaren-ding niet ook wel erg modieus? Vooral in Engeland schieten ze als paddestoelen uit de grond: KT Tunstall, Kate Nash, Lily Allen, Amy McDonald. “Ja, het lijkt er inderdaad op. Maar wij doen dit al zes jaar, we doen het niet daardoor!” Toch vinden ze de Engelse dames wel leuk. Amy McDonald vooral, behalve als ze live zingt. Lisanne: “Live zingt ze heel raar. Is dat je nooit opgevallen? Maar wel hebben we dat nummer ergens een keer gedaan.” “Kate Nash vind ik ook heel leuk,” voegt Jony daaraan toe, “die heeft ook een leuke kledingstijl enzo. En jij vindt Lily Allen leuk toch?” Lisanne knikt instemmend. Dat doet ze vaker. Bijvoorbeeld als ze vertelt dat ze ook van EMO houdt. Of als ze vertelt hoe ze met een vorig vriendje veel meeging naar Metal-dingen, terwijl ze daar eigenlijk niet heel erg van hield. Uiteraard kan één gespreksonderwerp met de dames niet uitblijven: wat maakt een tekst goed en hoe schrijf je teksten? Beide dames schrijven zelf, soms samen, soms alleen. Lisanne vindt het vooral belangrijk dat een liedje ergens over gaat: “Het moet niet alleen maar rijmelarij zijn. Er moet sowieso meer staan dan woorden die rijmen.” “En de kunst is om dingen niet direct te zeggen maar suggestief!” vindt Jony, “Dat doe ik ook meer. Ik probeer, zeg maar, wat meer diepgang in de nummers te krijgen en…” “Oh, en ik ben dus oppervlakkig?” valt Lisanne aan. “Dat zeg ik toch niet?” probeert Jony nog, maar dat maakt geen indruk meer. “In ieder geval komt de tekst op het moment zelf,” zegt Jony, “Kijk, een liedje hoeft niet perse een verhaal te vertellen. Het belangrijkste is dat je het schrijft om een reden, omdat je het voelt. Of gewoon omdat je het wíl schrijven. En als je emotie heftig is, kun je daar ook mooier over schrijven!” “De ene keer schrijf je om de melodie in te vullen,” vult Lisanne aan, “maar een andere keer juist omdat je heel erg boos bent. Dan schrijf je echt van die lekkere fuck-you-nummers!” “Maar we schrijven nog wel te braaf. We willen eigenlijk wat meer buiten de lijntjes gaan denken, we doen het nu nog teveel zoals het hoort!” Klinkt ambitieus. Maar waar gaan de liedjes dan zoal over? “Over de liefde!” de dames zeggen het in koor. Jony vraagt: “Waar moet je anders over schrijven?” Over de dood? “Ja, maar op dat gebied hebben we nog niet zoveel meegemaakt.” “Only you heeft Jony geschreven voor haar vriendje,” verklapt Lisanne. Het laatste woord in haar zin spreekt ze met een over-the-top kopstem uit. Uiteraard wordt erom gegiecheld. Toch een interessant onderwerp: waar moet een man aan voldoen? “Het belangrijkste is natuurlijk dat hij fucking sexy is!” stelt Lisanne bout. Mannen moeten lief zijn en respect hebben. En uiteraard van muziek houden. Dat moeten ze delen. Of in ieder geval moet een man passie hebben voor iets, vindt Lisanne: “Hij moet niet de hele dag achter zijn computer hangen of zo!” “Dat kan toch ook een passie zijn?” vraagt Jony kritisch. “Ja, maar dat is een lelijke passie!” zegt Lisanne, ze knikt er stellig bij. Omdat er niet echt een einde aan het gesprek komt, lijkt een laatste dooddoener op zijn plaats: hebben de dames nog een boodschap voor de lezer? “Nee niet echt,” denkt Jony hardop, “we hebben toch al best veel verteld?” “Ik ben de aanvoerder van het debatteam op school!” steekt Lisanne een nieuw gespreksonderwerp van wal. Ja, het is duidelijk: deze dames praten graag en vermakelijk, maar vooral ‘heul veul’…