Festivalverslag Naked Song 2016: met o.a. Black Oak, Douwe Bob, Lucinda Williams, Sun Kil Moon en Damien Jurado

Gevarieerde line-up met gevestigde namen en nieuw talent maakt indruk in Muziekgebouw

Tekst: Patric Muris, Paul Knippen & Rens Peters / Fotografie: Eefje Hendriks & Hans Anneveldt ,


Voor het elfde jaar op rij vond dit weekend in Eindhoven het Naked Song festival plaats. Een indoor-festival dat van oorsprong focust op singer-songwriters uit de indiefolk, americana en aanverwante genres. Al is van uitsluitend ‘naked’ tegenwoordig geen sprake meer, want de laatste edities is de programmering meer verbreed met ook aandacht voor bands en experimentele acts. Naast bekende namen als Lucinda Williams en Damien Jurado stonden bijvoorbeeld ook Max Meser en Sun Kil Moon op de planken van het Muziekgebouw. Allebei acts die niet in de traditionele singer-songwriter hoek zitten. Het maakte de sterke line-up van dit jaar echter een stuk spannender. 3voor12/Eindhoven was er dan ook bij en deed verslag.

Mr. Guy Fox
Sjoerd van Hulst, alias Mr. Guy Fox, heeft de ondankbare taak om het festival te openen en verwelkomt op het 2 meter sessies podium in de stadsfoyer de bezoekers die langzaam binnen druppelen. Ondankbaar, want in deze ruimte, met de muntverkoop en garderobe is het moeilijk om echt de aandacht te trekken. Desondanks blijven aan het begin van de set van deze Veldhovense singer-songwriter aardig wat mensen hangen. Terecht, want Mr. Guy Fox weet in zijn eentje de nummers van zijn debuut-EP Stories & Metaphors bijzonder goed naar het podium te vertalen. Zijn prettig in het gehoor liggende countryblues doet menig voorbijganger even stilstaan om aandachtig te luisteren.

Het uur dat Mr. Guy Fox geprogrammeerd staat blijkt erg lang voor iemand die slechts één EP uitgebracht heeft. Dat lost hij echter slim om op door een aantal covers te spelen, waaronder ‘Girl from the North Country’ van Bob Dylan. Knap hoe van Hulst het gehele optreden vol enthousiasme speelt en met veel humor vertelt, ondanks dat foyer na een half uur leegloopt. Vooral ‘Wizard Repair Man’, over een psychopaat die in zijn kelder de perfecte vrouw probeert te creëren, is met zijn zwarte humor typisch Mr. Guy Fox. Het maakt dan ook benieuwd hoe zijn muziek tot zijn recht zou komen in een andere setting. (RP)

Mick Flannery​
De Ier Mick Flannery landde vandaag om 15:00 uur op Eindhoven airport. Een dik uur later schuifelt hij alweer het podium van de kleine zaal in het Muziekgebouw op voor zijn eerste show ooit in Nederland. Schuchter, ietwat verbaasd over de volle zaal, neemt hij een uitbundig applaus in ontvangst en grijpt snel naar zijn gitaar. Wanneer Flannery zijn snaren aanslaat en begint te zingen blijkt hij te transformeren van stuntelige verteller naar een singer-songwriter met een prachtig doorleefde stem die met zijn verhalende nummers binnen luttele seconden de zaal muisstil krijgt. Dit contrast is zo groot, dat het in eerste instantie voor wat ongemak op het podium en in de zaal lijkt te zorgen. 

Solo, stripped down en naked is het motto van het Naked Song festival, en dat heeft Flannery goed begrepen. In Ierland, waar hij erg populair is, treedt hij veel met band op. In Eindhoven staat hij alleen onder enkele grote spotlights te spelen. Ieder nummer krijgt, zoals het hoort vandaag, een introductie vooraf. Soms in de vorm van een uitgebreide anekdote, soms zakelijk en kort, een andere keer onverstaanbaar: “Excuse me for my Irish mumbling.” Naarmate het concert vordert krijgen de inleidingen meer kleur en humor. De zanger lijkt zich steeds beter thuis te voelen in het Muziekgebouw. De muziek is daarentegen van een constant hoog niveau. De akoestische folk van Flannery klinkt de ene keer klein, verstilt en gevoelig, de andere keer vol vuur en geestdrift. De schuchtere songwriter wordt regelmatig vergeleken met bekende landgenoten als Glen Hansard en James Vincent Mcmorrow. Een rake gelijkenis, want ook hij beschikt over een stemgeluid vol emotie, en de daarbij passende hartverscheurende teksten. Met alweer vier albums op zijn naam is het een klein wonder dat Flannery nog relatief onbekend is in deze contreien. Vooral met ‘Boston’, ‘The Small Fire’ en ‘Get What You Give’ weet de Ier al vroeg op deze lange festivaldag indruk te maken. (PK)

Hein Cooper
Een verrassing ligt bij Naked Song ieder jaar wel weer op de loer. Dit jaar gaat de verrassingshoofdprijs naar Hein Cooper. De Australiër met Nederlandse moeder zingt over Arctic landscapes, polar bears, maar ook al zijn desires. En dat doet hij behoorlijk smooth en met veel bravoure. Maar als je zo belachelijk getalenteerd bent als deze jongeman is dat ook niet zo moeilijk. Zijn stem heeft een beetje datzelfde als een Teitur of Sufjan Stevens: fragiel (zeker in de kopstem) zonder het risico ooit te breken, krachtig ook als het nummer erom vraagt. Zijn gitaarspel is eenvoudig, maar doeltreffend. Zo sterk zelfs dat de nummers in deze kale opzet de rijke producties van debuutalbum The Art Of Escape doen vergeten.

Veel keuze had hij vandaag ook niet, want zijn spullen waren niet met de vlucht vanuit Oslo meegekomen en dus moest hij het wel doen met enkel een akoestische gitaar. Maar het deert dus niet. Thuis eenmaal de plaat weer opgezet na de show is het zelfs heimwee hebben naar alleen die man met de geleende gitaar, met die goeie kop en een nog betere stem. Voor vrouwen iemand om instant een crush op te krijgen. En dan nog wegkomen met zeer verdienstelijke covers van Kanye West en Radiohead ook. Vooral van ‘Runaway’ is het erg jammer dat die niet als bonustrack op het album terug te vinden is. Als Kanye hem toch nog ooit ergens eens hoort, durft hij zijn vingers er geheid niet meer aan te branden. (PM)

Douwe Bob
Douwe Bob is groot in Nederland. Na zijn doorbraak in 2012 – door zijn winnende deelname aan het programma ‘De Beste Singer Songwriter van Nederland’ – heeft hij al drie albums uitgebracht en stond hij recentelijk op het Eurovisiesongfestival. Een uitverkiezing waar het Nederlands artiestengilde zich niet meer voor schaamt na recente, succesvolle, passages van Anouk en The Common Linnets. Mede door alle Eurovisie-aandacht zijn de aankomende shows vrijwel overal uitverkocht. De populariteit van Douwe Bob is ook in de grote zaal van het Muziekgebouw meteen zichtbaar. Tientallen fans verkiezen hun comfortabele zetels voor een plekje recht voor het podium. Zo dicht mogelijk bij hun held, daar willen ze zijn. Deze brutaliteit kan de zanger wel waarderen. Minder tevreden is hij over de open deuren aan de zijkanten van de zaal. Zichtbaar geïrriteerd over de doorloop van mensen en het licht legt hij de show al snel stil. “We gaan dit even helemaal anders doen, doe die fucking deuren dicht! Mensen zijn gekomen voor een goede show, dit trek ik echt niet.” Aan zijn verzoek, eerder een bevel, wordt al snel gehoor gegeven. Of het nu echt allemaal aan die deuren te wijten was zal de vraag blijven, maar een feit is dat het optreden van Douwe Bob en consorten na dit korte oponthoud steeds beter wordt. 

Vandaag geen reguliere show, speciaal voor Naked Song wordt de zanger begeleid door een strijkkwartet. De balans tussen het geluid van de strijkers, de zanger en zijn gitaar is tijdens de eerste nummers helaas geheel zoek, al wordt dit euvel al snel herstelt. Het blijkt wennen, voor muzikanten en publiek, aan deze andere benadering van het songmateriaal. Na enkele nummers vertrekken de strijkers voor even en speelt de Amsterdammer solo, als echte singer-songwriter, verder – zoals het Nederlandse publiek hem heeft leren kennen. Later wordt Douwe Bob versterkt door twee bandleden op gitaar en piano, om uiteindelijk af te sluiten met band en strijkers. Tijdens deze laatste nummers lijkt alles samen te komen. Vooral de uitvoering van ‘Jacobs Song’ komt zeer goed uit de verf. De zanger lijkt oprecht te genieten van deze setting en zijn begeleiders voor vandaag.

Het band- en stemgeluid van Douwe Bob en zijn muzikanten klinkt goed, solide en buitengewoon smooth. Op voorhand werd de zanger wellicht als een vreemde eend gezien op Naked Song. Te veel binnen de gebaande paden, te commercieel; een songfestival-act. Maar het publiek bewijst het tegendeel: waar op dit festival veel aanwezigen na enkele nummers weer het hazenpad kiezen, zit het merendeel van de bezoekers deze show geheel uit. Dat dit geen routinematige clubshow is blijkt wel uit te keuzes op de setlist. Grote hits als ‘Sweet Sunshine’, en het – onvermijdelijk gewaande – ‘Slow Down’ ontbreken vandaag. Tijdgebrek of een bewuste keuze? Niemand lijkt er echt om te malen: de devote fans vooraan kunnen deze nummers dromen en de overige bezoekers hebben een andere kant van Douwe Bob kunnen zien. (PK)

Black Oak
Black Oak is een samenwerking tussen I Am Oak’s Thijs Kuijken en Geert van der Velde van The Black Atlantic. Beide frontmannen delen een grote liefde voor indiefolk en vandaag werkt de combinatie van deze acts in café Frits bijzonder goed. Van de Velde neemt de hoofdrol op zich met zijn androgyne stemgeluid en elektrische gitaar, terwijl Kuijken dit samen met de andere twee bandleden mooi aanvult met subtiele arrangementen.

Er is verassend veel publiek aanwezig en luistert aandachtig naar de dromerige nummers die rustig voortkabbelen, maar nooit vervelen. Van der Velde valt dit ook op en spreekt zijn dankbaarheid uit dat iedereen zo stil is. “Al mag er best een glimlachje vanaf”, grapt hij. Zo heeft van der Velde – die vrijwel als enige het woord voert – vaker de lachers op zijn hand. Ook kan hij niet laten om op het einde een sneer naar de programmeurs van De Effenaar te geven, die Black Oak niet wilden boeken omdat de band niet genoeg publiek zou trekken. Het tegendeel blijkt echter waar tijdens dit mooie optreden. De Effenaar is gewaarschuwd. (RP)

Max Meser
Net als andere jaren is de tweede foyer van het Muziekgebouw het podium van de Effenaar, dat de stage host. Het contrast is vaak groot met artiesten die geboekt staan in de kleine zaal. Zeker als Max Meser op volle sterkte speelt. Meer bombast zal het festival vandaag niet kennen. Meser laat weten dat hij zich daar bewust van is. Hij laat de mensen die voorafgaand aan zijn show al staan te klappen voor de nummers die gespeeld worden tijdens de soundcheck ook weten dat ze beter hun energie kunnen sparen. Het resultaat van die lange soundcheck is een gelikte sound die gekenmerkt kan worden als Jake Bugg vs het nieuwere werk van Arctic Monkeys. Of een Temples, maar dan wat minder psychedelisch en wat meer indie. Behoorlijk opzwepend dus. En hard vooral als de band in vol ornaat losgaat. Dit Naked Song-publiek is niet snel in de Effenaar te verwachten en het schrikt dan ook nogal van deze krachtige jaren 60 pop. Ergens vreemd te bedenken dat het juist muziek uit hun tijd is.

Dan ligt het misschien toch aan de herhaling van zetten van de band. De nummers lijken allemaal wel erg veel op elkaar. Wellicht had Meser hier dan toch beter solo kunnen staan, zoals hij ooit begonnen is. Dan komt die excentrieke stem ook wat beter tot zijn recht, zoals diverse sessies op YouTube eerder bewezen hebben. Als de band de stage echt helemaal leeg speelt, kondigen ze het laatste nummer aan met een meelijwekkend “Hallelujah”. Afscheid nemen met enigszins opgeheven hoofd had niet beter gekund dan met sterke single ‘Weak Love’, dat eenzelfde – onweerstaanbaar – akkoordenschema heeft als The Corals ‘Dreaming Of You’. (PM)

Lucinda Williams
De Amerikaanse zangeres Lucinda Williams staat al decennialang aan de top van het americana-genre. Haar albums – die gaan over een hard leven vol teleurstelling én hoop – ontvingen vaak lovende kritieken en Williams won in de jaren 90 zelfs een aantal grammy’s. Op Naked Song speelt de zangeres als duo met een gitarist, waarbij haar country-roots vandaag duidelijk naar voren komen. Zelf speelt ze het merendeel van de set akoestisch, terwijl haar muzikale partner prachtige solo’s op de elektrische gitaar speelt – zoals op ‘Bitter Memory’, afkomstig van haar veel geprezen nieuwe album The Ghosts Of Highway 20. 

Sowieso behoren de nieuwe nummers die ze vanavond speelt verassend genoeg tot de hoogtepunten. Zoals het titelnummer van Williams' meest recente album; een hartverscheurend lied over het diepe zuiden van de Verenigde Staten. Wel erg jammer dat ze de teksten vaak afleest van een blaadje. Het doet een beetje afbreuk aan de persoonlijke en emotionele verhalen die Williams zingt. Al is dat met klassieke nummers als ‘Drunken Angel’ – mét mondharmonica solo – haar vergeven. Een kippenvel-moment, waarvan er vele waren tijdens dit optreden. (RP)

Willy Tea Taylor
Het is loeidruk in café Frits wanneer folk-troubadour Willy Tea Taylor zijn gitaar omhangt. Wie de kleine, fors bebaarde man ziet, zal het niet verbazen dat hij afkomstig is uit Oakland; een stad die als ‘The Cowboy Capital of The World’ wordt bestempeld. Willy Tea Taylor is volgens eigen zeggen in zijn ‘Knuckeball Prime’. Deze term, afkomstig uit de Baseballwereld, betekent dat sommige spelers hun piek hebben in rond hun dertigste, terwijl de knuckleball pitchers deze doorgaans beleven rond hun veertigste. Willy Tea Taylor is veertig, en breekt nu pas langzaam door bij het grote publiek. 

Wanneer Taylor aan zijn eerste nummer begint, verstomt het geroezemoes in de kroeg meteen. Alleen achter de bar is nog een zoemend koffieapparaat en het geluid van rinkelend glas te horen. Gebiologeerd luistert en kijkt iedereen naar de zanger en zijn begeleider. Samen spelen ze vol overgave, zittend op het kleine, lage podium van café Frits. Vooral de expressie van Taylor is prachtig om te zien. Met dichtgeknepen ogen en een gebroken stem brengt hij zijn verhalende nummers. Muzikaal is het niet al te spannend, maar de teksten en intense voordracht zorgen er voor dat het optreden binnen een mum van tijd voorbij lijkt te vliegen. Ieder nummer wordt uitgebreid geïntroduceerd, zoals ‘Cattleman’, een ode aan zijn grootvaders die nog echte cowboys waren en de transitie van paard en wagen naar tractor hebben meegemaakt. Andere uitschieters in de set zijn ‘You Found Me’ , ‘Bull Riders and Songwriters’ en de afsluiter ‘Angel Band’ – een cover van The Stanley Brothers, ook wel bekend als een nummer uit de soundtrack van de film ‘Oh Brother Where Art Thou’. Helaas voor Taylor zijn zijn platen compleet uitverkocht, want aan het applaus en de belangstelling achteraf is te merken dat hij goede zaken had kunnen doen in Eindhoven vandaag. (PK)

Sun Kil Moon
Voor aanvang van Sun Kil Moon worden we al gewaarschuwd: tijdens het optreden mogen absoluut geen foto’s gemaakt worden en zelfs op je telefoon kijken is uit den boze. Want daar houdt Mark Kozelek, de onvoorspelbare frontman van Sun Kil Moon, dus helemaal niet van. Het is kenmerkend voor de shows van Kozelek, waarbij het altijd de vraag is in welke bui hij op het podium verschijnt. Vandaag hebben we geluk; Kozelek vertelt dat hij goed geslapen heeft en in opperbeste stemming is. In tegenstelling tot een dag eerder op Down The Rabbit Hole, dat volgens hem “a disaster” was. Als eerste nummer wordt een betoverende versie van ‘Somehow the Wonder of Life Prevails’ ingezet. Het is een vliegende start van een optreden dat muzikaal net zo grillig is als het karakter van Kozelek. Neem de Sinatra-cover van ‘Something Stupid’ van zijn meest recente coveralbum Mark Kozelek Sing Favorites. De zwakke uitvoering doet afbreuk aan het origineel en voelt nogal misplaatst in deze set. Of is de keuze van deze cover ironisch bedoeld? Met Kozelek weet je het nooit.

Met het nieuwe ‘Me We’ gaat hij meer de diepte in. Gehurkt leest Kozelek de pas geschreven tekst van een aantal A4-tjes. Het nummer lijkt meer op een merkwaardige monoloog dan een lied, maar maakt toch indruk door de intense wijze waarop Kozelek zijn emoties uit over de recente schietpartij in Orlando. Sowieso zijn het Kozelek’s verhalen die zijn muziek zo bijzonder maken. Onder begeleiding van electrische gitaar, keyboard en drums – van Sonic Youth-drummer Steven Shelley – trekt Kozelek je langzaam mee in zijn donkere universum. ‘Dogs’ en ‘Richard Ramirez Died Today of Natural Causes’ van prijsalbum Benji zijn wat dat betreft de hoogtepunten. Al valt er moeilijk in termen van ‘goed’ of ‘slecht’ te spreken als het aankomt op spel van Kozelek en zijn band. Daarvoor zijn arrangementen te ongrijpbaar en afwijkend van de albumversies. En waarom dat onnodige gerommel op het podium en onhandigheden met de gitaar? Van iemand als Kozelek verwacht je na al die jaren een professionelere performance, al is er altijd de kans dat hij dit puur doet om te stangen. Ondanks deze minpuntjes is het indrukwekkend wat Sun Kil Moon vanavond als vreemde eend in de bijt op Naked Song neerzet. Niet voor niks geeft de volle kleine zaal een staande ovatie wanneer de band, ruim over tijd, het podium verlaat. (RP)

Loney, Dear
Wat heeft Scandinavië toch veel innemende singer-songwriters, die niet vies zijn van een beetje experimenteren met het ambacht. Loney, Dear is er ook zo een. Ook hij combineert klassiek pianospel of de akoestische gitaar graag met soundscapes en elektronica. Dan kan hij zomaar klinken als een SOHN of James Blake. Maar vandaag is dat maar zelden het geval. Hij start naar eigen zeggen met zijn slechtste nummers, om de mensen die de set van Sun Kil Moon uitzitten kans te geven de beste nummers bij te wonen. Sympathiek. Dat is hij zeker, evenals geestig op een soms beetje goofy manier. Zijn kristalheldere stem is echter bloedserieus, voortdurend een weg zoekende om te raken. De liedjes van Loney, Dear zijn engelachtige liedjes die een luisterend oor verdienen. Nodig hebben ook. Anders beklijft het niet en klinkt het geheel veel te abstract, zeker met de vele langgerekte ‘oooohs’ die zijn set bevat.

Dat luisterende oor wordt helaas alleen op de eerste rijen gevonden. De nummers op de setlist van vanavond missen te veel een kop en een staart om ook de mensen erachter mee te nemen. Doordat het podium laag geplaatst is kunnen zij ook niet zien hoe de multi-instrumentalist heel zijn ziel en zaligheid erin stopt en met zijn schoenloze voeten bevlogen meetapt op de meeslepende muziek. En als dan het zoveelste erg rustige, traag opgebouwde nummer begint, haken die af. Het siert Emil Svanängen, zoals zijn echte naam luidt, dat hij onverstoord doorspeelt en hij krijgt toch nog ergens loon naar werken. Door de ontstane ruimte kunnen de mensen op de voorste rijen erbij gaan zitten. Zij blijven zwijmelend voor hem zitten en laten iedere uithaal – die zonder uitzondering loepzuiver is – op zich inwerken. Die mensen hebben ongetwijfeld een geweldige show ervaren. De rest misschien ook, als Loney, Dear niet op het rumoerige Effenaar-podium, maar in de kleine zaal had gestaan. (PM)

Damien Jurado
In tegenstelling tot Loney, Dear begint Damien Jurado zeker niet met zijn slechtste nummers. Hij pakt het publiek meteen bij de kladden met een prachtige uitvoering van ‘Metallic Cloud’ nadat eerder al sterk geopend is met ‘Silver Timothy’. En hij is duidelijk niet van plan om los te laten. Niet dat iemand ook maar de behoefte voelt om los te komen uit de houtgreep die voorzichtig wordt uitgevoerd door de singer-songwriter. Een eigenzinnige is het wel. Jurado loopt bij opkomst onverstoorbaar naar zijn plek en heeft tot een ieders verbazing geen oog voor het – op verzoek van de presentator – klappende en wavemakende publiek. Te midden van enkele grote spots wordt hij na het innemen van de plaatsen links en rechts bijgevallen door een toetseniste en gitarist. De tweede stem staat net iets te hard afgestemd en zit ruw in de mix, maar daar eenmaal aan gewend klinkt het geheel bijzonder weelderig. Het is haast onwerkelijk hoe zuiver en verfijnd de stem van Jurado live klinkt.

Van het dit jaar verschenen ‘Visions Of Us On The Land’ maakt ‘Onalaska’ een weergaloze indruk wanneer de zanger voortdurend van stemgeluid wisselt, alsof een interne dialoog wordt gevoerd. Door de weggepoetste opsmuk van de studioversie komen het gitaarspel, zijn stem en niet te vergeten de zielroerende tekst optimaal tot hun recht. En wat komen de zinnen dan een voor een binnen. Een betere ambassadeur voor Naked Song is er haast niet wanneer het doel van het festival zo goed bereikt wordt: nummers nog mooier maken door ze uit te laten kleden. Het is later nog een keer goed raak met ‘Working Titles’, een verhalend nummer over twijfel in de liefde. Net als op plaat valt ook nu de begeleidende muziek weg en vraagt Jurado ‘What’s It Like For You In Washington?’ De vraag is oorspronkelijk maar aan één persoon gericht, maar nu – net iets voor middernacht – vindt hij bij de hele zaal gehoor. Gereageerd wordt er echter pas na afloop van het werkelijk fenomenale optreden dat geen bombast nodig heeft gehad om groots te zijn. Ook na de bewezen diensten neemt Jurado de staande ovatie niet in ontvangst. Maar krijgen zal hij het. (PM)

The Deslondes
Aan The Deslondes uit New Orleans, Louisiana de eer om Naked Song 2016 af te sluiten. Deze band, vol fraai besnorde kerels doet in eerste instantie denken een Mumford and Sons cover-act, maar ze klinken – gelukkig – geheel anders. Variatie lijkt het sleutelwoord voor The Deslondes te zijn, of de bandleden zijn het nog niet eens over een te varen muzikale koers. Country, gospel, blues, boogie, soul, alles lijkt binnen een krap uur voorbij te komen. Ieder bandlid blijkt bovendien over een uitstekende strot te beschikken. Vooral de multi-instrumentalist die tijdens de show afwisselt tussen de viool, gitaar en lapsteel maakt indruk tijdens de nummers waarin hij de zang voor zijn rekening neemt. 

De snelle, dansbare nummers van The Deslondes doen het goed bij het Naked Song-publiek, dat in vrij grote getalen is blijven hangen bij het Effenaar-podium en na alle singer-songwriters wel toe lijkt te zijn aan wat meer feestelijke tonen. Tijdens de rustige, soms wel erg cheesy klinkende countrynummers verslapt die aandacht dan ook meteen. De band blijkt het beste materiaal voor de toegift te hebben bewaard, waarin op imponerende wijze met beeldschone, meerstemmige zanglijnen en stampende muziek de bezoekers voor even worden meegenomen naar een denkbeeldige, naar bourbon riekende kroeg in New Orleans. (PK)

Gezien: Naked Song festival 2016, op 25 juni 2016, in het Muziekgebouw Eindhoven.