Maison du Malheur laat Café Wilhelmina melancholisch swingen

J.P. Meskers uitgedunde boevenbende gaat voluit

Tekst: Theo Miggelbrink / Fotografie: Nadia Hagen ,

In de late jaren tachtig en de vroege jaren negentig toen (toen nog) Hilversum 3 verticaal geprogrammeerd was, maakten de illustere radiomannen Roel Bentz van den Berg en Martijn Stoffer op de late woensdagavond bij de VPRO programma’s met muziek uit de oertijd van de popmuziek. Daarbij lag de nadruk op authentieke rock (-‘n-roll), soul en rhythm & blues. Er kan bijna geen twijfel over bestaan dat J.P. Mesker, frontman van Maison du Malheur, destijds met rode konen en gloeiende oortjes naar die programma’s geluisterd heeft. Want zo’n authentieke sound als die van Maison du Malheur hebben maar weinig Nederlandse bands. De heren zien er bovendien uit alsof ze het Amerika van de drooglegging hoogstpersoonlijk meegemaakt hebben. En als je de rauwe strot van J.P. Mesker hoort, besef je dat die drooglegging bittere noodzaak was. Met een nog meer doorleefde schuurpapieren stem had hij wijlen Joe Cocker tot een Wiener Sängerknabe gedegradeerd.

Als Mesker en zijn mannen rond tienen het podium van Café Wilhemina betreden valt meteen op dat het vanavond om een uitgedunde versie van de band gaat. De woest ogende sousafoon-speler Arno Bakker heeft Maison du Malheur inmiddels verlaten om de heren van Orgel Vreten te gaan versterken. Zijn taak wordt overgenomen door contrabassist Donné la Fontaine, die vanavond samen met Martin de Ruiter (zijn collega uit T-99) op drums het soepel swingende ritmetandem van de band vormt. En ook in de rest van de brass-sectie zijn gaten gevallen omdat Janfie van Strien (altsax & klarinet) op tournee is met de Amsterdam Klezmer Band en Wouter Hakhoff (trompet) met het B-Movie Orchestra. Maar gelukkig weet Hans Sulmann, de enig overgebleven blazer, de “zware jongen” van de band, dit gemis met zijn bariton- en tenorsax adequaat op te vangen.

Desondanks is het niet ondenkbaar dat je als band op zo’n moment toch even pas op de plaats moet maken en dat doen de heren met opener ‘Reboot’ waarna ze met ‘Glow’, zo lijkt het, een mooie ode aan onze lichtstad brengen. In de wereld van Maison du Malheur is het kommer en kwel wat de klok slaat. Daar laat een welluidende songtitel als ‘Trouble’ geen misverstand over bestaan. Maar dankzij de vintage sound van de band klonk zelfbeklag nog nooit zo lekker. Zeker als die sound, dankzij het rudimentaire banjo-spel van de frontman zelf, met zo’n heerlijk ragtime sausje overgoten wordt. 

Maar wie nu denkt dat Maison du Malheur een stel zwartkijkers is vergist zich. Alle muzikale ellende wordt afgewisseld met verrassend vrolijke songs als single ‘Streams of Resonation’ en ‘Crow’. En wanneer de heren aan het einde van de show het tempo flink opvoeren, in songs als ‘Too Fast, Too Slow’, ‘Blinkers’ en ‘Stomping Ground’, dan komen zelfs de meest stramme heupen in Café Wilhelmina in beweging. Letterlijk niemand staat meer stil op dat moment. Deze toch al mooie finale maken de mannen in de toegift helemaal af met krakers als ‘Man For The Job’‚ ‘Jailbird’ en ‘Wolf’, waarmee een heerlijk avondje melancholisch swingen tot zijn einde komt.

Gezien: Maison du Malheur, op 19 februari 2016 in Café Wilhemina