Altijd wat te beleven bij ruimdenkende Róisín Murphy

Surrealistisch catwalkconcert bevreemdend en verleidelijk

Tekst: Daan Krahmer / Fotografie: Hans Anneveldt ,

Róisín Murphy (42) is een eigenwijs stijlicoon. Zo vaak als David Bowie zijn uiterlijk veranderde gedurende zijn leven, zo vaak verkleedt Murphy zich tijdens haar concerten. Dit was tijdens shows van de Ierse zangeres altijd al zo, maar voor haar huidige tournee was de koffer nog rijkelijker gevuld. Er passeert een heel scala aan jurken, pruiken en ondefinieerbare hoofddeksels. Niet alleen haar uiterlijk, maar ook haar muzikale voorkeur verandert per plaat. Het maakt Murphy tot een wat glibberige, eigenzinnige artieste die vaak links afslaat waar de massa rechts verwacht.

Aan de ene kant zit het haar carrière soms in de weg; zo duurde het acht jaar voor het langverwachte ‘Hairless Toy’ in de schappen lag en werd Murphy nooit de grote popster die kenners verspelden. Aan de andere kant zorgt juist die drang tot vernieuwing en haast obsessieve wil tot perfectie voor onderkoelde, bijster creatieve muziek. Vooruit, het vooruitstrevende ‘Hairless Toys’ was geen makkelijke plaat, met acht tracks uitgesmeerd over bijna een uur. De plaat werd genomineerd voor de Mercury Prize, waarvoor haar show in het Klokgebouw in november reeds werd afgezegd, maar won de prestigieuze muziekprijs niet. Al bewijzen de nummers van 'Hairless Toys' vanavond dat een second opinion op zijn plaats zou zijn.

Ooit werd Róisín Murphy bekend als zingende helft van het duo Moloko, maar als soloartieste is ze inmiddels niet meer weg te denken uit het muzieklandschap. Soms klinkt Murphy genadeloos hitgevoelig, vaker verbazingwekkend eigenwijs. Dat laatste is in het Klokgebouw ook weer aan de orde. Het optreden steekt anders in elkaar dan de geprezen festivalshow op Down The Rabbit Hole van vorig jaar. Grootste verschil is dat er iets meer naar de behoefte van de bezoekers wordt gekeken. Dat betekent concreet dat de tijdloze disco-pop-krakers van 'mislukte' plaat ‘Overpowered’ weer geadopteerd zijn in de liveset. Bij aanvang klinkt 'Let Me Know' door het Klokgebouw en niet veel later gaan de eerste voetjes van de vloer tijdens het herschreven 'Overpowered'. Ander verschil is dat Murphy nog een tikkeltje theatraler voor de dag komt dan liefhebbers van haar gewend zijn. In ieder nummer verkleedt Murphy zich minimaal één keer. Noem dit optreden daarom gerust een catwalkconcert, waarbij de ogen onafgebroken op Murphy zijn gericht. Het is een artistiek, bevreemdend en surrealistisch schouwspel.

Zo'n catwalkconcert wil de aandacht nog wel eens afleiden van de muziek en het publiek vergeet daarom soms te dansen op de verleidelijke sfeer die Murphy en haar strakke, zeskoppige liveband neerzetten. Róisín Murphy is namelijk op haar best wanneer het sfeerloze Klokgebouw omgetoverd wordt tot een nachtclub. Van de zomer gebeurde dit aan de lopende band, maar haar huidige show is ietwat schizofreen. Desondanks zijn er hoogtepunten te over. Zo spatten het waanzinnige 'Evil Eyes', 'Gone Fishing' en de disco-bewerking van 'Jealousy' van het podium af. Buitengewoon smaakvol is ook de uitvoering van het onderkoelde 'House Of Glass', waarbij het tempo haast onopgemerkt opgeschroefd wordt tot iets dat aan techno doet denken. Op soortgelijke momenten verkeert het publiek – terecht – in extase. De sympathieke Róisín Murphy bewijst met shows als deze een klasse apart te zijn, en heeft meer te bieden dan de vele one-hit wonders die zalen van dit formaat vullen. Het theatrale sausje en de gestructureerde vrolijke gekte zijn leuk en authentiek, maar moeten niet de overhand krijgen. Murphy heeft in het verleden bewezen nog beter te kunnen dan ze in het Klokgebouw liet zien, maar ook met concerten als deze krijgt Róisín Murphy niet genoeg erkenning voor wat ze doet.

Gezien: Róisín Murphy, op 20 februari in het Klokgebouw