Schaduw en schemer in de Kapel met Spinvis en Saartje

Eigenzinnige show met nieuwe insteek weet de aandacht vast te houden

Tekst: Niels van den Dungen / Fotografie: Nadia Hagen ,

Al sinds 2003 speelt Erik de Jong, alias Spinvis, samen met celliste Saartje van Camp. Zij veroverde zelfs een vaste plek in Spinvis’ band, nadat hij besloot zijn muziek aan te vullen met een groep strijkers. De samenwerking bereikte in 2014 een hoogtepunt met de gedanste opera ‘Kintsukuroi’ die De Jong en Van Camp samen schreven. Dit jaar volgt de theatertour 'Oogcontact van de eenzaamste soort', wederom in kleine bezetting. Een optreden waarbij niet alleen op muziekinstrumenten wordt gespeeld, maar ook met licht en donker, schaduw en schemer.

Spinvis’ in elkaar geknutselde liedjes met hun melancholische, soms ronduit absurde, teksten zijn niet bepaald lichte kost. Maar zo bijzonder en deze avond ten gehore gebracht in een minstens zo bijzonder decor: De Kapel van de Augustijnenkerk. Ondanks de slechte vindbaarheid van deze locatie, door een enkeling zelfs vervloekt, lijkt het een uitstekende keus voor een concert waarbij gespeeld wordt met licht en donker. De hoge kerkwanden, met bijbehorende katholieke symboliek, vormen het opvallende reliëf waarover verschillende lampen geprojecteerd zullen worden.

Helaas laat de keuze waarop het publiek is opgesteld wat te wensen over. Voor de toeschouwers achterin is het lastig te zien wat er precies op het niet-verhoogde podium gebeurt. Daarnaast vormt de slechte akoestiek van de Kapel en storende factor. Niet voor niets verontschuldigt De Jong zich halverwege het optreden met de belofte dat hij 'heel duidelijk zal articuleren'.

De gespeelde set bestaat voor iets meer dan de helft uit nieuw materiaal, waaronder de nummers 'Stefan en Lisette' en het titelnummer 'Oogcontact van de Eenzaamste Soort'. Ook van het album 'Tot Ziens, Justine Keller' worden flink wat nummers gespeeld. Bijzonder is de toelichting bij ‘Overvecht’,  over de multiculturele wijk in Utrecht waar vele huishoudens rond het sociaal minimum leven. Als jongetje zag De Jong een maquette van de nieuw te bouwen wijk. Op die maquette zag hij kleine poppetjes, vrolijk en blank; ze gingen een prachtige toekomst tegemoet. Het nummer omschrijft hoe anders de toekomst kan zijn dan je denkt.

De wat oudere nummers, zoals 'Kindje van God' en 'Bagagedrager', worden in een nieuw jasje gestoken. Ze krijgen een compleet nieuwe dimensie dankzij de soundloops, begeleiding van de cello, de percussie-instrumenten en gewijzigde arrangementen. Het krachtige geluid van de cello en de hoge stem van Van Camp sluiten naadloos aan op de eigenzinnige figuur De Jong.

Tijdens het optreden spelen beide muzikanten meerdere malen met het licht. Zoals De Jong die zijn hand om een gloeilamp heen beweegt en daarmee indrukwekkende schaduwen creëert op de kerkwanden. En een absurde, haast epileptische lichtshow doet zijn werk als intermezzo. Tegen het eind van het optreden laten De Jong en Van Camp schijnwerpers door het hele gebouw gaan, zelfs door het publiek, waarmee er ook op symbolische wijze 'oogcontact' wordt gemaakt.

Het concert wordt afgesloten met 'De Grote Zon', waarbij Van Camp langzaam maar zeker bijna alle lichten dooft en slechts één lamp aan laat. Samen zingen ze naar het einde toe - een soortgelijke reis die ook beschreven wordt in dat laatste nummer. Het brengt het einde aan een boeiend optreden, dat dankzij de nieuwe insteek nooit de aandacht doet verslappen.

Gezien: Spinvis & Saartje van Camp op 7 november 2015, in Het Muziekgebouw (Kapel).