Festivalverslag So What’s Next? 2015: Kamasi Washington is de ware ster van deze editie

Recensies van James Farm, Kamasi Washington, Jamie Woon, Jett Rebel en heel veel meer

Tekst: Patric Muris & Daan Krahmer / Fotografie: Lotte Schrander ,

So What’s Next? 2015 opent vandaag haar deuren voor de derde keer. Na twee succesvolle edities met headliners van buitenaf (Gregory Porter in 2013, Selah Sue in 2014) wordt vandaag de headliner gezocht binnen de eigen landsgrenzen: Jett Rebel. Voordat dat zover is tegen middernacht staan eerst nog acts als James Farm, Kamasi Washington en Jamie Woon op het programma. Zij zorgen voor jazz in de cross-over. 3voor12/Eindhoven pakt ze allemaal mee en doet uitgebreid verslag vanuit het Muziekgebouw.

Gallowstreet

Bij binnenkomst in het Muziekgebouw staan maar liefst negen blazers, aangevuld met een drummer en percussionist, de bezoekers op te wachten. Zij zorgen voor een warm welkom en een beleving die begint zodra de eerste voet binnen wordt gezet bij het festival dat vandaag alle zalen van het poppodium bezet. Gallowstreet speelt opzwepende funk in de stijl van de band die hier een jaar geleden Typhoon ondersteunde: de Titanenband. En dat doet de flamboyante formatie niet alleen voor de voorbijgangers. Genoeg mensen blijven bij binnenkomst staan om een paar nummers mee te pakken en in spaarzame gevallen de veelal fonetische zang (kreten?) van Gallowstreet mee te ‘zingen’. (PM)

James Farm

Voor de meer conventionele jazz begeeft de vroege bezoeker zich naar de hoofdzaal waar James Farm de aftrap verzorgt. “James Farm is not a gender. It is not a person. We are James Farm en James Farm is us”, maakt de saxofonist en frontman van de formatie maar meteen even duidelijk. Waar Gallowstreet een band vooral bestaande uit blazers is, ondersteunt bij James Farm de band, bestaande uit een pianist, een contrabassist en drummer juist de enkele blazer. Van het getokkel op de piano tot aan het geroffel op de drums; deze formatie is speels. Vooraan in de al goed gevulde DLL-zaal staan mensen met grote verwondering te kijken. De saxofoon is leidend en de man die erin blaast stuwt de noten met heel zijn lichaam de zaal in. De gebaren zijn groot. En het tempo ligt hoog. De nummers duren lang en klinken soms als free jazz of improv. Redman (niet de rapper, maar de saxofonist) stapt regelmatig opzij om zijn band even de eer op te laten strijken. En ongetwijfeld om even op adem te komen na de lange stukken op saxofoon. Zodra hij zijn plek op het podium opnieuw inneemt, krijgt hij direct groot applaus. Het zwaartepunt van de set ligt op het onvolprezen ‘City Folk’. Als ‘Unknown’ wordt ingezet, volgt een kentering waarbij de groove plaatsmaakt voor kalmte. De beheersing neemt toe en ook al zijn de saxofoonklanken wat intiemer, ze boeten niks aan kracht in. Ook hier is de lenigheid van de band weer goed hoorbaar, maar dan op een meer beheerste manier. (PM)

Ebbo Kraan

Met het daaropvolgende optreden wordt meteen de ruimdenkendheid van So What's Next? benadrukt. Een groter contrast dan tussen James Farm en Ebbo Kraan is haast niet denkbaar. Wegens het wegvallen van Dans Dans heeft de jonge Nederlandse dj een langere, meer prominente spot in het programma gekregen. Kraan is een labelgenoot van Jameszoo, en dat hoor je. Kraan maakt in de beginselen hiphop, maar hij flirt net zo makkelijk met soul, dance, dub en oosterse klanken, om maar eens iets te noemen. Zijn rudimentaire beats met diep ronkende bassen zijn een soort bindmiddel waarmee hij de meest onlogische dingen aan elkaar mixt. Zo klinkt plotseling het inktzwarte 'Yonkers' van rebel Tyler The Creator door het keurige muziekgebouw, afgewisseld met flarden Kendrick Lamar en een remake van Bill Withers' 'Ain't No Sunshine'. Het is een vrij obscure, wat onsamenhangende maar prima te behappen set. Het past eigenlijk helemaal niet in deze ambiance, maar daarom is het des te leuker. (DK)
 

Kamasi Washington

Hoewel publiekstrekkers als Jett Rebel en Jamie Woon hoog op het affiche prijken, kunnen we Kamasi Washington aanvoeren als de ware ster van deze editie. De 34-jarige saxofonist deed al gastoptredens op de meest recente platen van Kendrick Lamar en Flying Lotus, maar trad eerder dit jaar ook zelf volledig in de schijnwerpers. Zijn driedubbele solodebuut noemde hij The Epic. Deze keuze bleek geen hoogmoed maar zelfkennis. The Epic mag terecht genoemd worden als de beste jazzplaat van dit decennium. Een monumentale plaat, maar met drie uur op de teller ook een lange zit. Het is dan ook geen straf dat voor dit optreden enkele hoogtepunten van The Epic in vijf kwartier worden geperst. We horen vocale en instrumentale jazz, met hier en daar flarden funk en hiphop. De vocale gedeelten van de wat pathetisch ogende zangeres Patrice Quinn zijn prima te verteren, maar de instrumentale gedeelten van dit optreden zijn bij vlagen spectaculair goed.
 
Zijn plaat speelde hij in met ruim dertig muzikanten, maar op het podium zijn ze met zijn achten (de band is naar zijn eigen nummer The Next Step vernoemd). Ieder bandlid krijgt uitgebreid de ruimte om te soleren. Zo krijgen we bijvoorbeeld een zwoele bassolo van Miles Mosley, een belachelijk funky stuk op keytar van Brandon Coleman en perst 'special guest' en vader Ricky Washington wonderlijke tonen uit zijn dwarsfluit. Washington junior is een man van weinig woorden maar geniet zichtbaar van de inhoudelijke kwaliteiten van zijn hechte begeleidingsband. Toch doet hij er zelf steevast een schepje bovenop als hij de saxofoon ter hand neemt. Kamasi is een geweldenaar op alle fronten: qua uiterlijk maar zeker ook qua muzikale capaciteiten. In de saxofoonpartijen in een 'Change Of The Guard' en 'Re Run' zit zeldzaam veel expressie en power. Hij roept grootheid en jeugdheld John Coltrane in herinnering. Toch kan niet iedereen in het publiek hier iets mee: de lange composities van Washington zijn voor muzikale avonturiers en een groot gedeelte haakt af. Minpunt was de setopbouw die wat onsamenhangend klonk en geen logisch einde kende. Iets met time management. Maar dat mag je deze heerlijk broeierige, dansbare, overweldigende, opzwepende, oprechte én genadeloos strakke band eigenlijk niet aanrekenen. (DK)
 

Derrick Hodge & Alan Hampton

Dit duo staat geprogrammeerd op het podium van de foyer bij de kleine zaal. Al is de setting intiem, de sfeer wordt dat nooit. De singer-songwriter met ukele en de contrabassist produceren een fragiel geluid en als de uitversterking dan ook nog eens minimaal is, blijft er niet veel over. Zelfs niet wanneer de ukele later wordt verruild voor een elektrische gitaar. En dat is jammer, want de zang van Hampton is zuiver, mooi en bij vlagen innemend. De zangstijl lijkt wat op die van Teitur; mijmerend, met altijd een zoektocht naar de ziel van de luisteraar. De onrust bij het podium van komende en vertrekkende mensen zorgt er echter voor dat er te veel in de weg staat om die ook daadwerkelijk te bereiken. Ook de bas staat veel te zacht waardoor de drukke gebaren van Hodge op de contrabas lang niet altijd in geluid uitgedrukt worden. Het is duidelijk niet hun avond, al weten ze een stelletje helemaal vooraan toch maar mooi in zwijmel te hullen. Alleen het podium of de plaatsing de schuld geven is wat te makkelijk, want Taylor McFerrin maakte hier vorig jaar grote indruk. Dat is deze twee mannen vandaag helaas niet gegeven. (PM)

Hiatus Kaiyote

Als Prince en Erykah Badu fan zijn van je muziek, dan weet je eigenlijk genoeg. Hiatus Kaiyote, een kwartet uit Australië, speelt op de tweede verdieping van het muziekgebouw een zwoele soul- en funktrip. Met ook: psychedelica, hiphop en jazz. Deze act gaat alle kanten op en staat op een cross-over festival als So What's Next? dan ook uitstekend geprogrammeerd. Blikvanger van de band is de ietwat excentrieke zangeres en gitariste Nai Palm. Ze beschikt bovendien over een verleidelijk, zoet stemgeluid. Hiatus Kaiyote maakt echte liedjes, die zijn geïnspireerd door alleskunner Flying Lotus en Erykah Badu, zoals op het goed ontvangen 'Choose Your Weapon' ook te horen is. Het is goed om te zien dat er veel mensen op de been zijn gekomen om de band in de tweede foyer aan het werk te zien. Dit optreden is echter, mede door het soms onrespectvolle kakelpubliek, slecht verstaanbaar. Hiatus Kaiyote is een band die het moet hebben van de scherpe details, maar die komen in deze omgeving niet over. Misschien zijn de kwalitatief sterke liedjes van de groep daarvoor ook net wat te losjes, eenvormig en afstandelijk. Neemt niet weg dat deze band een betere spot verdient dan in zo'n open, rumoerige ruimte. (DK)
 

Jamie Woon

‘Making Time’, het tweede album van Jamie Woon is nog maar een week geleden uitgekomen en hij is vandaag in Eindhoven om het grotendeels live te spelen. Bij een van zijn eerste woorden gericht aan het publiek laat hij enigszins verheugd weten dat hij het zo goed als helemaal ten gehore gaat brengen. De Britse singer-songwriter die op zijn debuut de dub en elektronica bepaald niet schuwde, maar op ‘Making Time’ een lichte stijlverandering heeft ondergaan, opent met ‘Message’ en ‘Movement’. Beide nummers hebben een minimalistisch, maar aanstekelijk ritme, zijn funky en zorgen zo voor een goede start. De opstelling van het podium, met Woon en zijn twee achtergrondzangers op de voorgrond en de rest van de band bestaande uit een toetsenist, drummer en bassist op de achtergrond (waar zijn de trompettisten die op ‘Making Time’ zo fraai klinken?), oogt statisch. Maar is dat muzikaal gezien zeker niet. Woon speelt zelf vooral akoestische gitaar, al is die helaas nauwelijks hoorbaar. De nieuwe nummers moeten nog wat landen bij het publiek. Dat blijkt ook wel wanneer de oudere, wat bekendere nummers voorbij komen. ‘Night Air’ zorgt voor het (vroege) hoogtepunt van de set. Het nummer is in de studioversie rijk geproduceerd en dan is het des te knapper dat het live niet alleen volledig overeind blijft, maar zelfs een extra dimensie krijgt. Daar zorgen die achtergrondzangers voornamelijk voor, zonder Woon tekort te willen doen. Want het is waanzinnig knap hoe makkelijk hij wisselt van zijn soulvolle stem naar zijn knijpende kopstem.
 
Pas als ‘Skin’ wordt ingezet is het gitaarspel van Woon goed hoorbaar. Zijn band is even weggestuurd en alleen hij en zijn twee backing vocalisten zijn overgebleven. In deze opstelling had hij niet misstaan op Naked Song, het singer-songwriterfestival in ditzelfde Muziekgebouw. Verrassend dat de Brit het aandurft dit nummer zo ten gehore te brengen. En dat het zijn body behoudt. Het grootste deel van zijn kruit blijkt nu verschoten, want hierna wordt een vrije val ingezet. De mindere nummers van ‘Making Time’ (o.a. ‘Lament’ en ‘Dedication’, waarbij van de laatste het refrein onnavolgbaar is) volgen, zonder enige variatie en dan wordt het optreden al snel gezapig. De eendimensionaliteit van zijn stem en muzikale begeleiding in dit deel van de set krijgt niemand van het pluche in het Muziekgebouw. Tenzij er wordt opgestaan om de zaal te verlaten. Op het einde krijgt het sterke begin alsnog een vervolg met een funky medley van ‘Shoulda’ dat naadloos overgaat in een van de sterkste (festival)nummers van het nieuwe album – ‘Celebration’, maar dan is het al te laat en valt er weinig meer te vieren. (PM)
 

Jett Rebel

Hoe anders is de beleving bij Jett Rebel waar van minuut 1 tot aan de afscheidswoorden, die geheel onverwachts mededelelt dat er gratis condooms zijn voor iedereen - maar dat terzijde, een bombardement van energie op de zaal wordt losgelaten. Niet meedoen wordt eigenlijk simpelweg niet getolereerd. Natuurlijk is het soms wat aanstellerig en tilt het belang van het showelement hier misschien iets te zwaar, maar het werkt wel zo laat op de avond. Van opener ‘Sunshine’ tot aan voorlaatste afsluiter ‘Louise’. En alles wat er tussenin zit. Hij rent over het podium, zoekt de interactie met zijn band én publiek en speelt tussendoor ook nog eens heel fatsoenlijk op gitaar en piano. De sound van Jett Rebel laat veel overeenkomsten horen met Prince, maar in performance kiest hij toch echt zijn eigen manier. Het geluid in de grote zaal is echter van stukken mindere kwaliteit dan bij Kamasi Washington en Jamie Woon en dat komt de stem van de zanger niet ten goede. Die klinkt vaak schel en schreeuwerig zonder gepolijst randje. De bombast van de enorme band bestaande uit twee toetsenisten, een saxofonist, een drummer en gitarist weet de show wel veel volume en energie mee te geven. En dat laatste is van fundamenteel belang voor een Jett Rebel-show.

Inhoudelijk lijkt zijn show niet aangepast te zijn op het publiek van vanavond, dat niet voornamelijk bestaat uit jonge meisjes, maar eerder uit de ouders daarvan. Als hij dan heel expressief zijn feminiene kant laat zien in ‘Mary Anne’ (“I am just a feminine boy”), is het een mooi contrast met de mannen op leeftijd die er in colbert naar staan te kijken. Ook het publiek bespeelt hij alsof het wil feesten tot zonsondergang: “Het voelt hier zo goed. We mogen maar een uur en een kwartier spelen, maar misschien spelen we wel vier uur.” De helft wordt uiteindelijk bij lange na nog niet volgespeeld. Hij eindigt wel wat later, maar hij was dan ook later begonnen. Die belofte wordt dan niet ingelost, maar die van gedroomde headliner wel; de excentrieke duizendpoot is afstandelijk op dat grote podium waar hij zo druk in de weer is en dichtbij tegelijkertijd. Dat komt door diezelfde speelse vreugde waarin hij het publiek probeert mee te nemen, precies op eenzelfde manier zoals Typhoon dat in deze zelfde zaal een jaar geleden deed. Niet zo vreemd dus dat deze mannen voor zo’n bijna ieder festival in Nederland zijn geboekt afgelopen jaar, maar om het spannend en origineel te houden, moeten er in de toekomst wel wat nieuwe trucjes aan het kunstje toegevoegd worden. (PM)

Gezien: So What's Next? Festival, op 7 november 2015 in Muziekgebouw Eindhoven