Popronde Eindhoven ook in 2014 niet voor één gat te vangen

Verslag van festival met o.a. PAUW, Rondé, Feather & The White en Menhir

Tekst: Paul Knippenberg, Thijs Portz en Patric Muris / Fotografie: Patric Muris ,

Popronde Eindhoven is alweer toe aan zijn tiende editie. Ook dit jaar staat de binnenstad van Eindhoven weer vol met talentvolle bands uit alle windstreken. 51 bands op 25 podia om precies te zijn. 3voor12/Eindhoven pikt enkele opvallende acts uit deze lange lijst en doet verslag van een gevarieerde avond vol pop, punk, garage, stoner en bluesrock.

The Afterveins

Wanneer rond de klok van acht slechts twee gitaristen het podium van Kaffee De Groot betreden duiken de aanwezige Popronde-bezoekers meteen in hun programmaboekje. Hier zouden toch The Afterveins staan? Geen duo, of toch wel? Na enkele nummers wordt duidelijk dat het de timetable deugt, maar dat de drummer van de Rotterdammers vanavond verstek laat gaan. De twee overgebleven bandleden proberen er het beste van te maken. Dit lukt aardig, al is het materiaal zonder percussie bij tijden wat eentonig. Het tweetal groeit qua performance en vertrouwen echter met het nummer en blijft het publiek boeien met een mix van donkere garage, folk en psych. Vooral het doorleefde stemgeluid van Maks Bolhuis maakt indruk. Hoogtepunt van het optreden is een cover van The Velvet Underground; ‘Heroin’.
 
Vol zelfspot wordt er gesproken over de ontstane situatie: “We weten dat het kut is, we doen eigenlijk ook maar wat vandaag.” Wanneer een toeschouwer uit het publiek, weliswaar met een knipoog, blijft herhalen dat het inderdaad niet geweldig is, wordt hij het podium opgeroepen onder het mom van “doe het dan zelf maar.” En wat schetst eenieders verbazing, de gelegenheidszanger weet op een bluesrockriff een aardige, zelfs drietalige, freestyle neer te leggen. Een apart besluit van een grillig optreden, dat velen in de kroeg vooral nieuwsgierig heeft gemaakt naar een volwaardige show van The Afterveins. (PK)
 

Wooden Soldiers

Hoewel de crisis voorbij is, is het bij het Utrechtse Wooden Soldiers behelpen geblazen. In plaats van een voltallig, zeskoppig ‘soulfolk’ gezelschap, treden er vanavond in de koude Oude Rechtbank slechts drie bandleden aan. Zanger/gitarist Frank Wolff doet het vandaag enkel met zangeressen Nora Iburg en Agnes Loonstra, die daarnaast ook het Indiaas harmonium, een variant op de accordeon, voor haar rekening neemt.
Wooden Soldiers speelt folk die zwaar leunt op meerstemmig gezongen refreintjes en die rijkelijk gelardeerd wordt met ‘oh’s’, ‘yeah’s’ en meer vocale adlibs. In de uitgeklede versie valt die folk nogal tegen. De nummers kennen bijna allemaal eenzelfde opbouw: semi-funky gitaarloopje, eenstemmige zang tot het refrein en dan alle remmen los in het meerstemmige gedeelte. Als de nummers goed zijn, hoeft dat geen enkel probleem te zijn, maar het gebrek aan een ritmesectie legt de Achilleshiel van de band genadeloos bloot. Het ontbreekt Wooden Soldiers aan sterke melodieën en goede hooks waardoor de band geen moment echt weet te raken. Een gebrek dat zelfs de mooiste meerstemmigheid niet kan compenseren. Want, eerlijk is eerlijk, daarin weet het drietal wel degelijk te overtuigen. Met meer focus op het materiaal én met een complete band hebben de Utrechters in ieder geval voldoende potentie. (TP)
 

Rondé

Iedere Popronde is er wel een band die tijdens de reis een hype veroorzaakt. Door de optredens in eerdere steden (John Coffey, die moest je zien als aanstormende band in 2012) of door een hit die ontstaat in een van de Popronde-maanden (denk aan Handsome Poets en hun 'Dance The War Is Over' in 2010). Rondé heeft beide: de bejubelde optredens op eerdere Popronde-dagen (Eindhoven is traditioneel laat aan de beurt) én een 3FM Megahit. Die Megahit, 'Run', heeft ze al ver gebracht, maar als de setlist van vanavond een voorbode is, zal het debuutalbum allemaal van die popnummers volgens het geheid-succes-format bevatten. De thema's van de songs zijn jeugdig, evenals het voorkomen van de band. Vier goed uitziende gasten en een knappe zangeres, alsof ze gecast zijn en het talentenjachtprogramma eromheen ze gevormd heeft. Ook de sound van de band, te omschrijven als stadionpop met alle klassieke elementen van radiovriendelijke hits, lijkt gevormd door ervaren producers. Het zal vast het werk zijn van de leraren van de Herman Brood Academie die het genoegen hebben te werken met een flinke dosis talent. Wat zonder twijfel echt heel eigen is aan dit collectief: dat enthousiasme. En die drive. 

Ook al staat ze bijna de gehele set in het donker, de zangeres blijft het stralende middelpunt. Niet alleen met haar charmante voorkomen, maar ook met haar wat hese stem heeft ze ongetwijfeld al heel wat harten in al die Popronde-steden gestolen. In 'More Than Friends', de vermoedelijke titel van het nummer aangezien het voortdurend terugkomt in het refrein, dirigeert ze en laat ze de drummer volgen. Ook de, vooruit, soms wat flauwe, geintjes op het podium worden altijd van passend repliek voorzien door een ander bandlid. Heel verfrissend om een band als Rondé te zien; zonder kapsones, pretenties en met heel veel fijne popsongs die we in de toekomst nog wel vaker op de radio gaan horen. Ze zijn niet allemaal even origineel en de succesformule wordt veelvuldig gekopieerd (van anderen, maar ook van zichzelf), maar catchy zijn ze altijd. Op de radio, maar zeker ook live. (PM) 

Fake O’s

De Speedfest-bezoekers die al een dag eerder zijn afgekomen naar Eindhoven zijn spekkoper vandaag. Tussen de Popronde-acts zijn enkele Speedfest-fähige bands te ontdekken. Zo staat Fake O’s in een stampvol Café The Jack te spelen voor een zeer internationaal publiek. De hardcore-punk van de Groningers zorgt hier voor een ideale pre-party. 

Muzikaal grijpt Fake O’s terug naar de punk en hardcore uit de jaren 80. Gelijkenissen met The Germs, Circle Jerks en het vroege werk van Black Flag zijn veelvuldig zicht- en hoorbaar. Binnen een krap half uur komt een stortvloed aan korte, intense nummers voorbij. Langer hadden de bandleden waarschijnlijk niet volgehouden gezien de energie die in het optreden wordt gestoken. Bovendien ben je met nummers die zelden de tweeminutengrens passeren nogal snel door je totale repertoire heen. De energie die het viertal in zijn optreden stopt, slaat over naar de zaal waardoor voorin een pit ontstaat waar de zanger enkele keren induikt. Het rockcity-publiek lijkt ingepalmd na vanavond, wellicht prijkt de naam van Fake O’s volgend jaar wel op een ander affiche in Eindhoven. (PK)
 

The Shady Greys

In de Dr. Ink strijden ongeloof en jaloezie om voorrang bij het zien van The Shady Greys. Want ondanks hun geringe leeftijd laten Catherine Coutoux en Marcus Hayes zien dat zij de blues en de garagerock tot in de finesse beheersen. AC/DC, Wolfmother, Led Zeppelin, Dewolff en de onvermijdelijke White Stripes; de referenties zijn even evident als talrijk, maar wat wordt het goed gebracht. The Shady Greys zijn de belichaming van het less is more-principe. Zelfs het drumstel is wegbezuinigd en vervangen door een wooden box, een versterkte cajón. De gortdroge beats die Coutoux met haar box produceert, fungeren als een kale metronoom die het geweldige gitaarspel van Hayes nog meer glans geven. Zang wordt tot een minimum beperkt en fungeert eigenlijk alleen als decorstuk voor de vette jams die in bijna elk nummer terugkeren.
Het duo werkt zich razend, tierend en bovenal intens rockend door een goed uitgebalanceerde set zonder daarbij ook maar een moment aan kracht of energie in te boeten. Zelfs als het tempo omlaag gaat en het fundament nog kaler wordt, blijft de primaire rock van The Shady Greys moeiteloos overeind. Ook in een eerbetoon - een cover van ‘The Hardest Button To Button’ - aan oerduo en inspiratiebron The White Stripes laat het tweetal zien nauwelijks voor de grote voorbeelden onder te doen. En dat is knap, indrukwekkend en opwindend. (TP)
 

Feather & the White

Gitaar en drum-duo’s, je ziet ze tegenwoordig bijna vaker dan een band in standaardopstelling. Zo zijn daar ook de (zingende) drummer en gitarist van Feather & the White uit Amsterdam. Aan belangstelling voor het tweetal blijkt geen gebrek, in de minuten voor de show stroomt De Kram goed vol. De stampende, aanstekelijke rock-’n-roll met blues- en country-invloeden wordt aanvankelijk zeer goed ontvangen in het café. Tijdens het energieke ‘Rich Man’ wordt zelfs voorzichtig meegezongen met de rokerig klinkende stem van Ron Stoop. In het geluid van de Amsterdammers zijn invloeden van oude en nieuwe blueshelden als Son House en The Black Keys te ontdekken.   
 
Na enkele nummers blijkt dat Feather & the White herhaaldelijk dezelfde formule gebruikt, waardoor het optreden vrij voorspelbaar en eendimensionaal klinkt. Net wanneer het duo aandacht van het publiek lijkt te verliezen, wordt de avond voortgezet met een fraaie uitvoering van een van de grootste hits van het jaar; Lilly Wood and The Prick’s ‘Prayer in C’. Later in de set komt ook Moby’s ‘Natural Blues’ voorbij. Gezien de muzikale overeenkomstigheden en het vergelijkbare stemgeluid van de zanger/drummer ligt ‘Sweet Home Alabama’ van Kid Rock tevens in de lijn der verwachting. Deze cover van een cover blijft echter uit. De broodnodige afwisseling in de vorm van bewerkingen van bekende nummers en de vurige afsluiter ‘Highway 168’ zorgen ervoor dat het publiek tot het einde geïnteresseerd blijft. (PK)
 

PAUW

Zesentwintig. Dat is het aantal boekingen dat PAUW deze editie van Popronde binnen wist te hengelen. En dat zonder dat de band ook maar één release op zijn naam heeft staan. Sterker nog, de debuut-EP komt pas volgende week, 29 november, online. Dan moet er iets bijzonders aan de hand zijn. De hype is de band vooruitgesneld en dat vertaalt zich vanavond in een zeer goed gevulde Altstadt.
 
Alles wat PAUW doet, verraadt een grote voorliefde voor de jaren zeventig. Niet alleen artwork en muziek, maar ook het uiterlijk van de bandleden doet vermoeden dat we te maken hebben met drie mannen die in 1974 in een diepvrieskist zijn beland om er na 40 jaar weer ongeschonden uit te komen. Nu zijn er natuurlijk meer bands die retrorock brengen, maar wat PAUW zo goed maakt, is het feit dat zij onmiskenbaar psychedelische seventiesrock spelen maar dit op een volledig natuurlijke manier vermengen met meer moderne elementen. Want hoewel psychedelica ontegenzeglijk de boventoon voert, zit er ook een flinke dosis new wave en blues in de muziek van PAUW. Die muziek bestaat uit lang uitgesponnen nummers waarin zanger-gitarist Brian Pots volledig losgaat met zijn effectenpedalen. Dat resulteert meer dan eens in vage jams waarin de ritmesectie wonderbaarlijk strak blijft. Dat is vooral de verdienste van de geweldige drummer Rens Ottink, maar ook bassist/toetsenist Gerben Bielderman heeft een groot aandeel in het geheel. Zijn dikke basgeluid zorgt voor de lekker zware en logge groove waarop PAUW zijn nummers verder uitbouwt.
 
PAUW laat Eindhoven vanavond zien dat de hype rond de band meer dan terecht is. De band heeft alles in huis om uit te groeien tot een grote Nederlandse band. Dat het trio daarbij ook de rest van de wereld om zijn vingers gaat winden, is slechts een kwestie van tijd. (TP)
 

Menhir

Ook in kaffee Aloys stikt het van de Speedfest bezoekers. Een eerste teken dat Menhir een heftige act is. Wanneer de drie bandleden het podium betreden wordt dit vermoeden nog meer kracht bijgezet met het feit dat er maar liefst twee basgitaren worden omgehangen. Toch is het geluid dat even later door de kroeg raast niet enkel loodzwaar. Wel speelt het drietal constant spijkerhard en zeer krachtig. De t-shirts die ter promotie op het podium hangen wapperen zelfs mee op de voortgebrachte geluidsgolven. Menhir brengt groovende stoner, die dikwijls verrassend funky klinkt. Vrijwel alle nummers die voorbij komen zijn instrumentaal, waardoor de vergelijking met een band als Karma To Burn voor de hand ligt. De zang is grotendeels vervangen door samples uit toespraken of oude films, zoals wel vaker binnen deze muziekstroming, denk bijvoorbeeld aan Church Of Misery. Met ‘Mt. Aloha’, afkomstig van de meest recente EP Uberlith II, weet Menhir vanavond het meeste indruk te maken.
 
Wanneer er überhaupt wordt gezongen bedienen de bassisten zich van razende oerkreten. Met eenzelfde bulder wordt het publiek aangesproken. Vaak onverstaanbaar, maar het past in het plaatje. Heel veel afwisseling kent de alsmaar loeihard voortdenderende de show van Menhir niet, waardoor het Popronde-publiek uiteindelijk wordt uitgedund tot enkele doorbijters en liefhebbers van het genre.

Gezien: Popronde Eindhoven 2014, op 21 november 2014, op diverse locaties in de Eindhovense binnenstad.