Een klein jaar geleden presenteerden The Dirty Denims hun EP in The Rambler. Na dit optreden ging het erg snel met de Eindhovense ‘happy hardrock’ formatie. De aanstekelijke single ‘24/7/365’ werd door de landelijke radio opgepakt en de band rijgt sindsdien optreden aan optreden. Het mag dan ook geen verrassing genoemd worden dat hun naam vandaag op het Speedfest affiche prijkt.
Al die speeluren hebben ‘The Denims’ geen windeieren gelegd. Het viertal is uitgegroeid tot een zeer solide live act. Ze lijken – nog – meer vrijheid te hebben in het vertalen van de nummers naar het podium. Gitarist Jeroen Teunis toont bijvoorbeeld veel vaker zijn kunnen dan voorheen. Muzikaal is er echter weinig veranderd sinds de EP-presentatie. Er worden nog steeds vrolijke en ongecompliceerde nummers met een dikke knipoog naar het kenmerkende gitaarwerk van AC/DC gespeeld. Het publiek wordt zelfs op een stukje ‘Thunderstruck’ getrakteerd. De radiohit ‘24/7/365’ en nieuwe single ‘Famous’ worden door menigeen meegezongen wat aangeeft dat ook het eigen werk goed wordt gewaardeerd. En al aardig bekend wordt. Met veel enthousiasme weten The Dirty Denims de vroege Speedfest bezoekers prima op te warmen. Een vermakelijke en energieke set. (PK)
Uitverkocht Speedfest gaat los op stagedive sing-alongs
Recensies van John Coffey, Candybar Planet, ’77, Red Fang, Orange Goblin, Graveyard, Toy Dolls, Monster Magnet en veel meer
Voor de zevende keer alweer organiseert Peter Pan Speedrock Speedfest, het festival voor de liefhebber van steviger werk. Bezoekers weten inmiddels wel wat ze kunnen verwachten: grote namen uit de scene, uit binnen- en buitenland. En zelfs uit Eindhoven. Peter Pan Speedrock stelt ieder jaar zijn favoriete bands op en creëert zo zijn droom line-up, met zoals altijd ergens tussendoor een plek voor zijn eigen band. Het is dit jaar niet anders. Speedfest staat inmiddels garant voor een lange dag met heel veel acts, moshpits, zware riffs en bier. En dat heeft er voor gezorgd dat het festival zelfs uitverkocht raakte. 3voor12/Eindhoven ging er met een aantal redacteuren naar toe om verslag te doen.
The Dirty Denims
Tio Gingo
Na een heet begin van een lange dag door lange wachtrijen die leidden tot het missen van optredens voor velen, is het om 14.45 uur tijd voor Tio Gringo uit Breda om het publiek positief op te warmen. Op het Trashers Stage, nabij de hoofdingang gelegen, begint het dan al aardig druk te worden. Als de geheel in stijl geklede band met tuinbroeken, cowboyhoeden en zonnebrillen opkomt, zit de stemming er goed in. Luidkeels spreekt zanger Mo zijn publiek toe. Tio Gringo is een band die country muziek maakt zoals het ooit is ontstaan op de ouderwetse boerderijen. Deze stijl, ooit ontstaan bij onder meer Hank Williams, proberen zij het gehele optreden na te bootsen. Dat zorgt al snel voor een vrolijke ambiance. De zaal staat vol met dansende lieden met in hun ene hand een biertje en de dichtstbijzijnde man of vrouw aan de andere hand. Tio Gringo verbroedert het publiek vanmiddag.
Helaas is de muziek niet echt origineel te noemen. Oprichter van de band, Viktor Noatschk, bestempelt het genre zelf als ‘trash country’. Deze betiteling doet de band met name eer aan wanneer zanger Mo wordt ingeruild voor de rondborstige zangeres Bonny Hubers van Assenraad.
Pijnlijk en hard schreeuwt de zangeres door de microfoon. Inderdaad, trash dus. Het contrast tussen de oorspronkelijke zanger en zangeres Hubers is groot. De ingrediënten voor een feestje zijn zeker aanwezig bij Tio Gringo, het zou echter verstandig zijn om het op de mannelijke zanger te houden want Bonny Hubers van Assenraad heeft een stem die meer geschikt is voor achter een marktkraam. (BJ)
John Coffey
John Coffey heeft na Popronde – die uitmondde in een zegetocht – een reputatie te verdedigen; die van uitstekende en verbluffende live band. Vandaag geen kleine kroeg of zaaltje achteraf, maar het grote podium van Speedfest.
En op dat grote podium is een zeer energieke performance te zien. John Coffey knalt er in met gestrekt been en houdt dit vol overtuiging, met een enorm tempo het gehele optreden vast. De muziek is hard en rauw maar toch ook wel catchy. Een kwaliteit die weinig bands gegeven is. Zanger David Achter de Molen weet het vuurtje in het publiek aardig op te stoken. Enkele keren staat hij er zelfs tussenin. Het is nog vroeg op de festivaldag, maar in de voorste regionen van de zaal slaat de energie van het podium al over op het publiek.
Het merendeel van de setlist bestaat uit nummers van ‘Bright Companions’, de meest recente plaat van de band. Nummers als ‘Oh Oh Calamity’ en afsluiter ‘Romans’ worden hartstochtelijk meegebruld. Het zaalgeluid laat hier en daar te wensen over, waardoor de details van het album niet altijd goed hoorbaar zijn. Desondanks weet John Coffey op dit vroege uur zijn reputatie waar te maken. (PK)
Candybar Planet
Na bijna tien jaar is Candybar Planet terug van weggeweest. Na enkele reünieshows zijn ze nu weer volwaardig van de partij en staat een nieuwe cd gepland voor 2013. Een van de grondleggers van Eindhoven Rockcity laat vandaag het Klokgebouw op zijn grondvesten trillen op de zogenaamde Demolition Stage. Deze invloedrijke band in de Nederlandse stonerrock-scene zet opnieuw een muur van zwaar en meedogenloos geluid neer.
Meeslepende en typerende logge riffs gecombineerd met uitgestrekte tonen zorgen voor een space-achtige sfeer maar ook headbangende hoofden. Op een verslavende groove wordt de bezoeker meegesleept naar een afgelegen woestijn. Naast het oude werk wordt er ook een voorproefje gegeven van het te verwachten nieuwe album, maar ‘Dirttrack’ blijft publieksfavoriet. Op het podium gebeurt er vrij weinig, maar de lichtshow maakt veel goed. Het publiek wordt meegenomen op een wervelende trip, precies waar Candybar Planet zo goed in is. (JC)
'77
’77 is een grote belofte uit Spanje met een duidelijke gelijkenis met de band AC/DC (ja, ook al). Voornamelijk de zang van Armand Valeta doet akelig veel denken aan Bon Scott, de wereldberoemde frontman van AC/DC. Deze Spanjaarden maken het ook niet moeilijker dan noodzakelijk is: rechttoe rechtaan rock-‘n-roll zoals het hoort. Met tweede langspeler ‘High Decibels’ op zak zijn ze klaar om te rocken tijdens deze zevende editie van Speedfest.
Direct bij opkomst sprint gitarist Lg Valeta over het podium en tovert hij de betere solo’s uit zijn gitaar, een geluid dat sinds lange tijd niet meer live is gehoord. Het is een genot om te zien hoe de gitarist zich als een jongere versie van Angus Young verplaatst van links naar rechts. 'Het podium is van ons en de nabijgelegen omgeving dus ook, geen regels als wij spelen vandaag', dit motto draagt ’77 de gehele show uit. Het publiek gaat helemaal uit zijn dak als Valeta zich in het publiek mengt. Onder luid applaus en met volle overtuiging wordt deze betaalbare AC/DC band onthaalt. Tijdens afsluiter ‘Big Smoker Pig’ gaan voor het eerst vandaag de gebalde vuisten in de lucht terwijl er volop wordt meegezongen. Inmiddels is ook de eerste crowdsurfer gespot. In april dit jaar was de Altstadt veel te groot, toen speelde de band voor een select gezelschap van zo'n dertig bezoekers, vandaag lijkt het Trashers Stage aan de kleine kant voor deze grote belofte uit Spanje. (BJ)
Violation Of Trust
Nog een band die op reünietour is, is het Eindhovense V.O.T. oftewel Violation Of Trust. Een van de meest bekende hardcorebands in de hoogtijdagen van de eurocore. Vandaag zetten zij de Wrecker Stage in vuur en vlam met de hardcore die raast van Warzone tot Carnivore. Dat de band weer in trek is, bewijst de volle zaal met jonge hardcorekids en oude knarren die jeugdsentiment opdoen.
Het gas wordt flink ingedrukt en beukende en scheurende gitaarriffs vliegen je om de oren. Het publiek wordt opgezweept tot crowdsurfen en ook de moshpits blijven niet uit. De zanger spuwt zijn teksten uit met veel gal alsof de band veel onrecht is aangedaan. Maar dit wordt de grond ingeboord door de meer dan genoeg flauwekul die gemaakt wordt tussen de songs door. Right Direction cover ‘Sex And Violence’ blijkt een ware meebruller. (JC)
Sick On The Bus
Het Engelse Sick On The Bus laat niet lang op zich wachten na de '77 show van zoeven. Zanger en gitarist Biff en bassist Brian draaien vanavond dubbele diensten want ook een optreden van The Varukers staat nog op de planning. Sick On The Bus maakt ouderwetse punk-rock in de stijl van Sex Pistols versus Motorhead en al jarenlang speelt deze band in verschillende opstellingen. Zo stierf de eerste drummer plotseling aan leukemie en passeerden al diverse zangers totdat Biff de vocalen voor zijn rekening ging nemen.
Tijdens het optreden valt meteen op dat de zang veel weg heeft van Sex Pistols' zanger Johnny Rotten. Schreeuwerig spreekt zanger Biff zijn publiek toe. Het statement dat de band wil maken is 'Protest’ en ‘No fucking bullshit’. De gehele show gaat zo’n beetje hierover. De performance komt wat gemaakt over, maar de vaart zit er duidelijk in. Toch is deze sneltrein iets teveel van het goede. Door de geringe variatie in de nummers voelt het al snel aan als een lange zit. Het statement is gemaakt maar komt niet echt over. Uiteindelijk leidt dit slechts tot een groepje dat vooraan compleet uit zijn dak gaat en alleen nog oog heeft voor elkaar, leidend tot blauwe tenen bij eenieder die om deze groep heen staat. De kisten op Speedfest laten hun sporen na. (BJ)
Red Fang
De populariteit van het Amerikaanse kwartet Red Fang is snel gestegen en nog steeds stijgende. Van support-act van Mastodon tot een eigen headlinetour, niets is deze band te min. Op Speedfest zet Red Fang de Demolition Stage op zijn kop. Het aantal Red Fang shirts is niet meer te tellen, zoveel mensen lopen er mee rond. Bloedserieuze muziek maken ze, die met een pot humor wordt gebracht.
Deze bloedserieuze maar met veel bier doordrenkte nummers gaan erin als zoete koek bij het compleet losgeslagen publiek. De groovende hardrock bestaande uit smerige gitaarlicks, in je buik rondtollende bass en retestrakke drums wordt zonder problemen de zaal ingegooid. Even zweeft men en een paar momenten later wordt men weer ongenadig tegen de grond gesmeten door de opbouwende spanningsbogen. Bier in de hand, vuist in de lucht en raggen maar op nummers als ‘Wires’ en ‘Hank Is Dead’. Gruizig, zompig, hard en vooral als winnaar komt Red Fang uit de hoek. (JC)
The Bronx
“We Are The Bronx, we are professional musicians and we are here to razzle and dazzle you”, met deze woorden opent zanger c.q. lolbroek Matt Caughthran het optreden van The Bronx. De toon is meteen gezet. Deze band uit Los Angeles is naar Eindhoven afgereisd om er een feest van te maken. Vele aspecten van dit optreden zijn geheel gelijk aan dat van John Coffey; de band is energiek, de zanger stuitert over het podium en duikt meerdere malen het publiek in. Nog een raakvlak: rauwe edoch meezingbare hardcore punk.
Het tempo van deze show is van een andere orde. Meerdere malen haalt Caughtran de vaart er uit om een praatje te maken. Zo draagt hij nummers op aan personen waar hij nog geld van krijgt en noemt hij het optreden van vandaag een ‘out of body experience’. Dit overigens allemaal met een vette knipoog. Wanneer op dreef weet The Bronx de zaal makkelijk mee te krijgen. De moshpit lijkt iedere minuut groter te worden. Helaas is de focus niet altijd daar met als gevolg dat het spel soms wat aan de slordige en ongeïnteresseerde kant is.
Het zaalgeluid is een groot gedeelte van het optreden opvallend zacht. Dit blijkt een black-out van de geluidstechnicus te zijn. Voor de laatste nummers gaat de volumeknop fors omhoog, een ingreep die het enthousiasme in de zaal alleen maar weet te bevorderen. (PK)
Orange Goblin
De populariteit van het Engelse Orange Goblin is afgelopen jaren immens gestegen. Het duurde vijf jaar voordat album ‘A Eulogy For The Damned’ het daglicht zag, maar het heeft de band goed gedaan. Op bijna ieder Europees festival waren ze te zien en overwonnen ze. Ook Speedfest weet de stonerrockers voor een one-offshow op de Demolition Stage te krijgen.
Orange Goblin kan niet meer als een doorsnee stonerrockband gezien worden. Natuurlijk worden de smerige, trage riffs niet gemeden maar er is ook plaats voor recht-toe-recht-aan southern rock-’n-roll. Vandaag zijn er enkele technische mankementen, maar gelukkig beïnvloeden die de show verder niet al teveel. De goliath, zanger Ben Ward, is een persoon die je niet over het hoofd kan zien, zo immens groot is hij. Goliath zet een overtuigende set neer en toont zich dankbaar naar het altijd enthousiaste publiek. ‘Some You Win, Some You Lose’ blijft favoriet en ‘The Fog’ wordt opgedragen aan het Nederlandse publiek. (JC)
No Turning Back
No Turning Back brengt Hardcore. Oldschool Hardcore. Niets meer en vooral niets minder. Maar vergis je niet: deze Brabantse band behoort al jaren tot de Europese top binnen het genre. In verschillende bezettingen toerde deze band al over alle continenten die de aardbol rijk is. Wat is er op de Trashers Stage dan te zien? Aan alle hardcore stereotypen wordt voldaan. We zien de bekende sprongen en poses van de gitaristen en een bedreven zanger die het publiek blijft opjutten om harder los te gaan. Volgens deze brulboei speelt de band ‘stagedive sing-alongs’. En die belofte houdt zeker stand vanavond. De microfoon gaat meerdere malen het publiek in en fans springen – soms niet geheel succesvol – van het podium.
De tijd die ze gegeven is maakt het viertal niet geheel vol. Niet dat veel mensen daar om zullen malen, want een hardcore-show is kort en krachtig op zijn best. Bovendien was er weinig diversiteit te ontdekken in de muziek en het spel van No Turning Back. Degelijk was het wel. (PK)
Mad Sin
In 2007 stond Mad Sin ook al op Speedfest, toen om hun twintigjarig bestaan te vieren. Ook dit jaar mag de grootste psychoband uit Duitsland hun energie afvuren van de Wrecker Stage. Mad Sin slaat met een stuiterende mix van psychobilly, rockabilly, country, punk en surf flink om de oren en weet dit na vijfentwintig jaar nog steeds met veel speelplezier en bravoure gemakkelijk voor elkaar te krijgen, zo blijkt.
Het is en blijft een vermakelijk gezicht: die rode kuiven, leren jassen en de instrumenten met kerstverlichting. Deze dwazen geven ook op Speedfest de speedrockers een flinke trap onder hun reet. Frontman Koefte weet een flinke les te geven in psychobilly in plaats van zelf in de schoolbanken te zitten. De contrabas tolt tig malen om zijn eigen as heen, maar verliest geen seconde zijn typische geluid. Jammer is alleen dat het op den duur allemaal hetzelfde klinkt waardoor de aandacht verslapt en het massaal op een zuipen gezet wordt. Ach, het past bij de muziek en zo danst ook de psychobilly-leek lekker hard mee. (JC)
Graveyard
De favoriete band van organisator Peter Pan Speedrock komt vanavond uit Zweden: Graveyard. Deze band liet al een sterke indruk achter op Lowlands 2012 en ook het tweede album ‘Hisingen Blues’ werd lovend ontvangen. Onlangs is nieuw werk uitgekomen, ‘Lights Out’, dat nog betere kritieken kreeg dan de voorganger. Zo betitelde de kritische muziekwebsite ‘Pitchfork’ de band als nostalgie waar altijd ruimte voor moet zijn, ook in het heden. Wat Graveyard doet is namelijk helemaal niet origineel, maar wel herkenbaar voor een generatie die niet is opgegroeid met bands als Led Zeppelin, Deep Purple en Black Sabbath. Vanavond zal Graveyard aan het publiek moeten bewijzen of zij met deze druk om kunnen gaan en het niveau van deze grootheden halen op Demolition Stage.
Om kwart over acht verschijnen de langharige mannen van Graveyard op het podium. Zanger/gitarist Joakim Nilsson spreekt het publiek wat schuchter toe. Wellicht geschrokken van de in grote getale toegestroomde bezoekers die reikhalzend uitkijken naar het optreden van de Zweden. Al bij de aftrap valt op dat de zang slecht is afgesteld. De drums en met name de gitaren overstemmen de zanger waardoor er nauwelijks te horen is wat Joakim Nillson zingt. Tijdens ‘Seven Seven’, afkomstig van het nieuwe album ‘Lights Out’, ramt drummer Axel Sjoberg letterlijk de vocalen weg. Jammer, want muzikaal gezien zit Graveyard heel goed in elkaar met titeltrack ‘Hisingen Blues’ als uitblinker door het onderlinge samenspel. Als Joakim Nilsson de kans krijgt zijn stem te laten horen dan komt het wel goed met deze Zweden… (BJ)
The Toy Dolls
Carnaval valt erg laat dit jaar. Een gedachte die naar binnenschiet wanneer de Engelse The Toy Dolls met hun zonnebrillen, maatpakken en fel gekleurde punkkapsels het podium betreden. Carnaval is het misschien niet helemaal, een feest wel degelijk. De trukendoos gaat vanaf minuut één volledig open. Kostuums, synchroon gitaar spelen – als we dat kennen van ZZ Top – en confetti kanonnen. Meerdere confettikanonnen zelfs. Entertainment van de bovenste plank.
Muzikaal heeft het allemaal wat minder om het lijf. De band speelt al zijn gehele carrière punksongs zoals men ze nog al eens maakte in Engeland in de jaren 80. De periode van onder meer de comedyserie The Young Ones en andere pretpunkbands als The Buzzcocks. Zo lang het maar ongecompliceerd meebrullen geblazen is. Soms is er wat variatie hoorbaar en neigt het geluid van The Toy Dolls meer richting folky Irish drinking songs.
Maar het moet gezegd, het werkt wel. De hele zaal gaat compleet uit zijn plaat. Hoogtepunt van de avond is de cult-hit van de band ‘Nelly The Elephant’. Ga er maar aan staan. Zanger en gitarist Michael Algar speelt al sinds 1979 met deze band. Wanneer hij aan het publiek vraagt of hij er niet te oud voor is geworden, wordt dit luidkeels ontkent. Men zal wel gelijk hebben. (PK)
Peter Pan Speedrock
Na Graveyard is het tijd voor Peter Pan Speedrock zelf, de huisband van Speedfest. Het is een gegeven, de band speelt al jaar in jaar uit op het eigen festival. Vanavond zal moeten blijken of Eindhoven de pioniers van de lichtstad nog steeds als koploper de Rockcity vlag dragen. Tijdens Speedfest valt al op dat er meer dan genoeg liefhebbers rondlopen van jong en oud met T-shirts, hoodies en petten van de band. Aan aandacht en populariteit geen gebrek. Monster Magnet moet nog komen, maar men zit al goed in de olie. Wanneer Dikke Dennis dan ook nog wat olie op het vuur gooit door op te komen met het nummer ‘Schoppenaas’ wordt de gehele zaal letterlijk afgebroken. De crowdsurfers en vele pitbouwers gaan ervoor alsof het laatste beetje adem dat ze hebben gebruikt moet worden. Het is opvallend hoe goed Peter Pan Speedrock elk jaar weer opnieuw het niveau vasthoudt. Origineel is het niet meer, maar wel zeer vermakelijk. Ook nieuwer werk zoals het nummer ‘We Want Blood’ wordt luidkeels meegeschreeuwd.
Toch jammer dat veel oudere nummers niet aan bod komen vanavond. Het oudere werk heeft toch een tandje meer invloed op de bezoekers zoals te zien valt tijdens ‘Resurrection’. ‘Red Wings’ is het muzikaal hoogtepunt doordat de Eindhovenaren dan pas echt zien en horen waarom zij nog steeds de terechte ‘Rockcity’ pioniers van de stad zijn. De gitaarsolo’s van Peter van Elderen gieren door het klokgebouw en de drumpartijen van Bart zijn zo strak dat de reet van Dikke Dennis er niets bij is. Nog lang zullen de oren na piepen. (BJ)
Monster Magnet
Festivals lenen zich doorgaans vooral voor de ‘greatest hits’ van een band. Deze vlieger gaat de laatste jaren niet op voor Monster Magnet. Nadat ze vorig jaar op Speedfest ‘Dopes To Infinity’ in zijn geheel brachten, spelen ze vandaag hun debuutalbum ‘Spine Of God’ integraal. Van de originele line-up is tegenwoordig alleen zanger Dave Wyndorf nog over. Erg nadelig hoeft dit overigens niet te zijn, aangezien hij duidelijk de blikvanger van de band is.
Het album ‘Spine Of God’ is inmiddels meer dan twintig jaar oud. Het is een klassiek album in stonerrock-kringen en wordt, samen met albums van Kyuss en Karma To Burn, ook wel gezien als de blauwdruk voor het muziekgenre. Voor de show aanvangt, verwelkomt Wyndorf zijn publiek zoals een priester dat bij zijn parochianen zou doen. Hij heeft er duidelijk zin in. De eerste nummers van ‘Spine Of God’, gelukkig geheel in volgorde gespeeld, worden enthousiast ontvangen in de zaal. De spacy intro van ‘Pill Shovel’, het stuwende ‘Medicine’ en publieksfavoriet ‘Nod Scene’ komen erg goed uit de verf. Na rustpunt ‘Zodiac lung’ kakt de show een beetje in. De inmiddels zesenvijftig jaar oude Wyndorf kan het vocaal niet overal meer bijbenen. De rest van de band kan dit met spel en presentatie niet opvangen. De bezetenheid en felheid die op het album hoorbaar is, mist vooral in de tweede helft van het optreden. Maar boeiend blijft het wel. En dat is vooral te danken aan Dave Wyndorf. Het is een frontman pur sang, een die zijn publiek goed bij de les weet te houden. Soms poseert hij wel erg opzichtig als rockgod, maar ach, Monster Magnet heeft altijd op de lijn van credible en pure camp gebalanceerd.
De band keert nog terug voor een korte toegift, met als hoogtepunt de hit ‘Tractor’. Daarna is het echt gedaan. Wellicht volgend jaar weer terug met het album ‘Powertrip’ of toch gewoon die greatest hits? Ik zou voor het laatste gaan. (PK)
Gezien: Speedfest 7, op 8 december 2012, in het Klokgebouw.