Afgelopen donderdag speelde de Haagse rockband Wodan Boys in de Altstadt, support komt van de Amsterdamse postpunkband THAMES. Twee bands met een duidelijke boodschap, en de kunde om elke kroeg in een zwetende menigte te veranderen met veel grommende gitaren, harde riffs en georganiseerde chaos.

THAMES

Als support brengen de Haagse rockers vanavond dus THAMES mee, die tevens bezig zijn aan een rijkelijk geboekte Popronde tour. De Britse invloeden zijn bij deze band (what’s in a name) onmiskenbaar, al vanaf de eerste noot bekruipt je een gevoel van herkenbaarheid. De klanken roepen overduidelijk herinneringen op aan iconische bands als Idles en The Cure, maar er is meer. THAMES heeft een missie: stoere muziek maken met een kwetsbare boodschap en dat doel hebben ze ongetwijfeld bereikt. Waarbij we in het begin nog worden ondergedompeld in harde riffs, wordt het halverwege de set serieus: “There is a lot of space here and we don’t like that”, zegt zanger Merlyn Baartman met een glimlach. Langzaam schuift het publiek naar voren en hij vervolgt: “Once bullied. I felt fear. And it wasn’t until last year that I discovered the full extent of my sexuality. I proudly present myself to you as a pansexual man. The moral here is, that we are who we are, and we should never feel ashamed. Be kind to yourself and be kind to the people in your environment.” Na deze woorden zet de band opnieuw hard in en weet Baartman te overtuigen met krachtige en evocatieve teksten. De zaal begint op te warmen, vibreert en we voelen ons verbonden met de artiest. Het mag duidelijk zijn: de boodschap is overgekomen.

Wodan Boys

Er is enige verwarring bij het publiek te bespeuren wanneer het nummer ‘Wat voor weer zou het zijn in Den Haag’ van Conny Stuart door de speakers galmt. Hoe het weer in Den Haag is weten we niet, maar wanneer de Wodan Boys al zingend het podium betreedt, is één ding zeker: vanavond stormt het in Eindhoven. De eerste kreet is eruit voordat we er erg in hebben. “Eindhovûh!!”, brult gitarist Mikkie B Wessels in de microfoon. “Eindhoven helemaal gek”. ‘Helemaal gek’ is vanavond het Haagse equivalent van ‘Eindhoven de gekste’. De eerste woorden zijn een voorbode van wat er op ons te wachten staat: vijftig minuten gek doen dus. Maar aanvankelijk lijkt de energie en gekheid alleen van het podium af te komen. Om meer pit uit het publiek te krijgen, wordt er nog een aantal keren “Eindhovûh” geroepen, waarop er vanuit de zaal grappend geantwoord wordt: “Spelûh”. En dat doen ze. Met ongekende energie en beukende drums zetten ze bij elk nummer nog een tandje bij. Vurig worden de gitaren ingezet, waarbij er zelfs een aantal snaren sneuvelen. Naarmate de set vordert, neemt de opwinding toe en kijk daar, bij het vijfde nummer begint zich de eerste moshpit te vormen en is de zaal uiteindelijk niet meer te houden. Daarbij vliegen er ook nog wat merch-sjaals vanaf het podium om onze oren, die het publiek gretig in ontvangst neemt.

“Vanavond gaan we gassen”, roept zanger-gitarist Thomas van der Want. Maar zelf trappen ze het gaspedaal al vanaf het begin van de show volledig in. Er volgt een reeks nummers elkaar naadloos op, onder andere ‘Horrific Terrific’ en meezinger ‘Bells’. Halverwege de set, worden we getrakteerd op een primeur, het nieuwe nummer ‘Power’, maar daar mogen we achteraf niet kut over doen, zegt Thomas. Doen we ook niet, want ook dit liedje overtuigt in ruigheid en catchiness. Het Haagse geweld van deze avond wordt afgesloten met het titulaire lied ‘Wodan Boys’, luidkeels schreeuwt de zaal nog een laatste keer mee voordat de mannen hun energieke set afronden. En zeg nu zelf, is er een betere manier dan te eindigen met je eigen anthem? Wij denken van niet.