Het is inmiddels een traditie tijdens de Haagse Pop Week, een extra grote editie van The Hague Bandstand in het Koorenhuis. Het project is een samenwerking tussen House Of Rock en het Haags Pop Centrum. Een zestal acts mag zich voor een panel van programmeurs, producers en andere muziekprofessionals presenteren. Het doel is de Haagse acts een kans te geven met deze mensen te netwerken en meteen nuttige feedback op de muziek of performance te krijgen. Vandaag loopt het helaas niet helemaal zoals gepland, twee van de zes acts kunnen om verschillende redenen niet optreden. Zowel dj Amero als hiphopformatie Loco Crew Selectiv’ ontbreken vanmiddag. Cookie and the Crunch is er wel en mag het programma aftrappen. Stevige poprock met een basisbezetting van zang, gitaar, bas en drums. De band heeft zich in vrij korte tijd goed ontwikkeld en speelt een strakke set met aardig songmateriaal. Wel mist de band nog een eigen smoel, om zo echt boven het maaiveld uit te kunnen steken. (RvdH)
Haagse Pop Week 2012; zaterdag 13 oktober
Met The Hague Bandstand, Tim Akkerman, The Fudge, Dagga Dagga, Robin Brock en meer
De tweede dag van de Haagse Pop Week gaat al vroeg van start. ’s Middags om 14.00 uur was er namelijk een nieuwe editie van The Hague Bandstand in het Koorenhuis. ’s Avonds was er veel live muziek in de Haagse binnenstad met onder andere optredens van Tim Akkerman, The Fudge, Dagga Dagga, Robin Brock, LoYu en Boutros Bubba.
Rapper J. Chris is de volgende in de rij. Onlangs werden we op de redactie van 3voor12 Den Haag erg enthousiast over zijn eerste single ‘Let’s roll’. Dat nummer is vandaag ook een van de hoogtepunten in de set, waarbij het grootste gedeelte van het songmateriaal niet aan het eerder genoemde nummer kunnen tippen. Wel weet J. Chris met zijn laatste nummer nog even indruk te maken, als hij slechts begeleid wordt door akoestisch gitaar. Gedurfd en daarvoor alle lof. Klopje Popje lijkt niet zo goed te weten wat ze hier vanmiddag doen, en daar zit eigenlijk wel wat in. Met hun absurdistische rock is de band duidelijk een paar stappen verder dan de meeste acts tijdens The Hague Bandstand. Wel leuk om de nieuwe gitarist Alex van den Kleijenberg (Neighbour Neighbour) aan de slag te zien. Terwijl Klopje Popje een stuk verder is, komt Audiodaycare nog wat te kort. Het viertal heeft de zaken duidelijk nog niet voor elkaar. Het spel is vrij slordig en de nummers blijven niet hangen. Ook het podiumgeluid is niet op orde en als je daar dan over gaat bakkeleien met de geluidsman heb je het echt niet begrepen. (RvdH)
Een paar uur later gaat het avondprogramma van start in de Fiddler, en het eerste hoogtepunt hebben we meteen te pakken. Elektronisch duo LoYu staat op de eerste verdieping geprogrammeerd, wat overigens een leuke toevoeging is. Normaal zijn er namelijk alleen beneden optredens te zien. LoYu bestaat uit producer Andreas Lo-A-Njoe (voorheen opererend onder de naam Clipslice) en zangeres/toetsenist Baiba Yurkevich. Met hun muziek weten de twee een sfeervol geheel te creëren in de Fiddler. Beklemmende soundscapes worden afgewisseld met intense beats, met elkaar verbonden door de sprookjesachtige zang van Baiba. Het geheel roept daarbij al snel associaties op met Björk en Massive Attack, maar is toch ook heel eigen. Goed begin van de avond. (RvdH)
Aan garagefunkband Lyssa de ondankbare taak om voor een publiek van hooguit zes geïnteresseerde luisteraars te spelen in De Bieb. De band komt langzaam op gang met groovy poprock, maar komt het beste uit de verf tijdens funky nummers als ‘Beam me up’, ‘Lookin’ so good’ en het reggae-achtige ‘He la’. In een andere setting zou het viertal met deze nummers - vooral dankzij de soulvolle samenzang - zeker de voetjes van de vloer kunnen krijgen. In de Bieb is dit een onmogelijke opgave: zanger Marten lijkt dit te beseffen wanneer hij ruim een kwartier voor het einde van de set aan de organisatie vraagt hoe lang ze nog mogen blijven spelen. De ‘niet goed geld terug’-garantie die hij het publiek na een missertje toezegt is echter overbodig. Hoewel de sound van Lyssa uit zoveel invloeden put dat de band soms een tikkeltje zoekende lijkt, wordt er strak gespeeld en smaken de goede composities naar meer. Nu maar hopen dat er de volgende keer gedanst mag worden. (LA)
Viermansformatie Colt Nevada uit Lisse opent om een uur of half tien op het podium van O'Caseys voor een klein publiek. Aanvankelijk is het geluid wat dun, waardoor de geluidsman vaak het podium op loopt om te finetunen. Toch blijft de tweede stem het gehele optreden voor het publiek onhoorbaar. Gelukkig is de frontman goed bij stem, en kan hij het optreden ook alleen dragen. De muziek gaat van stonerrock naar poprock. Het nummer ‘Eye for an eye’ klinkt bijvoorbeeld bijna als een Stereophonics cover. Het gevolg is een vreemde mix van stijlen, waardoor je jezelf de vraag kunt stellen: welke kant willen ze eigenlijk op? De band komt pas echt in de flow met de cover van ‘Berlin’ van Black Rebel Motorcycle Club. Dit lijkt daardoor nog het meest op het genre waar Colt Nevada zich in thuis voelt. Goed, de drums mogen wel wat strakker, het geluid valt af en toe wat tegen, en het zou de band helpen om een heldere keuze te maken qua stijl. (JvdB)
De drie heren van Fine China Superbone, wat een geweldige bandnaam, trappen de avond af in De Vinger. De band staat bekend om zijn noiserock, oftewel keihard raggen op de drums en gitaren. Een handjevol mensen staat nog gezellig te kletsen wanneer het eerste nummer voluit wordt ingezet. Zo hard dat de versterker van de basgitaar kapot gaat en het nummer verder zonder wordt gespeeld. Als het is afgelopen moet er toch echt een nieuwe versterker komen. Het duurt zo’ n kwartier voordat er een het podium wordt opgedragen. Het drietal rockt flink verder waarbij het soms lijkt alsof iedereen zijn eigen ding doet en niet naar elkaar luistert, waardoor het lastig is een melodie te ontdekken. De zang raakt hierdoor, misschien wel bedoeld, op de achtergrond. De tekst is onverstaanbaar en eigenlijk weet alleen af en toe wat geschreeuw boven het geraas uit te komen. Het publiek probeert wat te bewegen op de klanken, maar echt los gaat het niet. (LK)
In The Fiddler weet Tim Akkerman je om 22.00 uur thuis te laten komen. De karakteristieke bar en de zoete nummers van de ex-zanger van DI-RECT geven het gevoel alsof je met al je vrienden in je huiskamer staat. Terwijl de regen tegen de ruiten klettert, is het binnen warm. Zowel letterlijk als figuurlijk. Akkerman gooit alles in de strijd om de Haagse popcultuur eer aan te doen. Ten eerste speelt hij al zijn nummers zo goed als foutloos met de band waarmee hij voor de laatste keer dit jaar speelt (volgend jaar staat Akkerman in het theater als Buddy Holly). Daarnaast vindt hij ook nog de ruimte om tussen nummers door wat grapjes te maken: “Dit nummer is voor mijn dochter die nu ligt te slapen achter in de auto in de parkeergarage met het raam een klein stukje open”. Helaas besteedt niet iedereen in het publiek even veel aandacht aan de man als verdiend. Het geroezemoes stijgt dan ook wel meer dan eens boven de muziek uit. Jammer, want het is het wel waard te luisteren. (TB)
Wanneer Robin Brock aan de bak mag in café De Bieb is er gelukkig wat meer publiek binnengedruppeld dan tijdens openingsact Lyssa. Zijn set is dan ook een mooi opwarmertje voor de aangekondigde lancering van het album ‘Use At Your Discretion’ in de SuperMarkt. Brock is duidelijk een showman, die zijn stinkende best doet om het veelal zittende en hangende publiek mee te krijgen (zoals tijdens de single ‘Move’). Tijdens de funky, door Prince beïnvloede uptempo nummers laat Brock zich muzikaal van zijn beste kant zien. Wanneer het tempo vertraagt neigt hij in de ergste gevallen naar een crooner als Bublé: Brock lijkt zo graag te willen laten zien waar zijn soepele stembanden toe in staat zijn, dat er geen ruimte is voor een ingetogen momentje. Gelukkig zal hier op 9 november geen enkele noodzaak toe zijn, wanneer Brock met een twaalfkoppige bigband zijn debuutalbum zal presenteren. Dan zal blijken of hij zich te midden van alle bombarie staande kan houden als frontman en meer is dan een jongen met een lekkere stem. (LA)
In de Irisch pub op het Noordeinde, O’Casey’s, staan om stipt elf uur drie ladies (drums, zang, bas) en een heer op de elektrische gitaar de bier drinkende Engelse mannen te entertainen met hun rock en groove sound. Het is de beurt aan The Mrs.. “Vrouwen die een muziekinstrument spelen zijn gewoon sexy”, zegt een man tegen zijn vriend al hangend aan de bar met een flinke pint bier in zijn hand. Daar heeft hij zeker gelijk in, het is een frisse nieuwe verschijning. Vol overtuiging en met ogenschijnlijk veel podiumervaring spelen ze nummers uit hun eigen repertoire en enkele covers. De pub staat vol en het publiek swingt op de groove van de band. Karen Wangko, de zangeres, praat de nummers aan elkaar en weet zo het publiek erbij te betrekken. Een gevarieerd optreden met een frisse look. (LK)
De normaal gesproken vijfkoppige band Raspy Stone bestaat vanavond uit een man meer. Boven in The Fiddler hebben ze knap genoeg op een paar vierkante meter zes artiesten weten te plaatsen. De extra trompettist weet de swingende muziek van de band goed aan te vullen. Vanaf het vierde nummer is hij echter minder hard nodig aangezien de vrolijke folk nummers nu een ietwat psychedelische kant op gaan. De stemmen van Nadja Freeman en Tom Besuyen sterken elkaar dan ook extra aan, iets wat minder te horen is in de nummers ervoor. A turn for the good, ook al was het begin ook niet slecht. Toch steelt het laatste nummer alle aandacht. ‘Single drop of nonsense’ begint rustig, maar schijn bedriegt. Het nummer mondt uit in een vloedgolf van geluid met vooral veel gitaar. Een betere afsluiting van dit sterke optreden is niet te wensen. (TB)
De heren van Boutros Bubba hebben iets met het nummer 100. Zo waren er van hun laatste album ‘Ridiculous Wrists’ maar 100 cd's gedrukt, en spelen ze op 27 oktober hun 100e concert. En dat is volgens de heren zelf een mooie gelegenheid om er een eind aan te breien. Ze spelen op 13 oktober dus één van hun laatste concerten in Café De Vinger. In het pikkedonker. "Handjes in de lucht!", schreeuwt bassist Freddy Mercury (!) halverwege de set. Als je een beetje bekend bent met het oeuvre van de band is dit een hilarische oproep. Boutros Bubba maakt namelijk absurdistische noiserock, een beetje in het straatje van Slint en Shellac. Gebroken ritmes en scheurende gitaren zorgen voor een alles behalve dansbaar geluid. Boutros Bubba is een acquired taste, je moet er van houden. Maar dan bieden ze je een haast ongeëvenaard goede bak noise. Moet je alleen wel snel zijn, want je kunt nog maar twee weken van de band genieten. Tot dan kun je er van verzekerd zijn dat ze er voor de volle 100% voor gaan. (JvdB)
De ‘World Ghetto Beats’-set van de tweekoppige dj-crew Dagga Dagga is de ideale formule voor een broeierig feestje. Hoewel de door de ghetto’s en favela’s beïnvloede tropical bass-sound van Dagga Dagga een ietwat curieuze combi is met de studentikoze meute in het Paardcafé, slaat ook hier de formule dik aan. Misschien wel omdat de muziekkeuze van de dj’s soms ronduit vunzig is, met geilnevennummers als Ginuine’s ‘Pony’. De mix van fout/herkenbaar en underground/experiment is een slimme keuze, die Dagga Dagga de ruimte biedt om origineel te blijven en toch het podium vol te krijgen met schuddende jongens en meisjes. Ook de als decor dienende ananassen en bananen op de dj-booth (blijkbaar nodig om het Paardcafé wat meer ‘tropical’ te maken) moeten het uiteindelijk ontgelden. Die suikers komen immers goed van pas als je tot in de late uurtjes moet blijven schudden… (LA)
Toch wel de klapper van de avond vindt plaats in The Fiddler, waar de band The Fudge de avond afsluit met een feestje. Den Haag is nog maar net bijgekomen van de clip release van ‘Moviestar’, die zo’n twee weken geleden in De SuperMarkt plaats vond, maar deze jonge en succesvolle band mag tijdens de Haagse Pop Week natuurlijk niet ontbreken. The Fiddler staat vol en de vijf heren nemen hun plaats achter de instrumenten in. Het eerste nummer begint ingetogen en het publiek kletst nog wat, maar dan barst het geweld dat The Fudge heet plots los. Het publiek is wakker en begint mee te dansen op de harde indierock met verrassende uitspattingen. De mannen hebben er plezier in en sluiten nacht twee van de Haagse Pop Week feestelijk af. Op naar dag drie! (LK)