The Sissies presenteren in de September vanavond drie jonge bandjes onder het thema Baby Boom. Het eerste piepjonge bandje is New Year’s Hero. De broertjes Jurre op gitaar en zang en Koen op basgitaar zijn pas 15 en 17 jaar oud. En dat is te zien. Wat verlegen en onwennig spreekt Jurre het publiek toe. Zeer geconcentreerd speelt hij gitaar en zingt hij tegelijk, wat hem nog enige moeite kost. Bassist Koen schreeuwt af en toe iets in de microfoon en zoekt veel oogcontact met zijn broertje. Drummer Rogier is duidelijk de stabiele basis in de band en heeft wel tijd voor grapjes, drumt zelfverzekerd en zoekt interactie met het publiek. Muzikaal is het duidelijk dat de band vroeger veel Blink-182 covers speelde en absoluut ook beïnvloed is door Green Day. Toch weet dit jonge trio met voor punkbandjes wat lange instrumentale intro’s een eigen draai te geven aan de muziek. (RK)
Haagse Pop Week 2012; maandag 15 oktober
Met Bombilate, Neighbour Neighbour, Organisms, Crystal Water en meer
De Grote Markt is al jaren het toneel van de maandagavond van de Haagse Pop Week. Zo ook dit jaar, al is het deze editie wel iets rustiger dan normaal. Aan het programma zal het niet hebben gelegen, want dat was goed voor elkaar met onder andere Neighbour Neighbour, Crystal Water, Bombilate, Organisms, Bullerslug en de Belgische formatie The New Bleeders.
Met alle drie hoog dichtgeknoopte bloesjes aan mag Crystal Water als tweede band het podium in de September betreden. Ondanks de jonge leeftijd staan de drie met groot zelfvertrouwen op het podium. Crystal Water klinkt zoals de zanger eruit ziet; op en top Brits. Overduidelijk is dat dit trio niet vies is van bands als Kasabian, Arctic Monkeys en Oasis, maar weet er een geheel eigen frisse draai aan te geven en verrassen regelmatig met onverwachte loopjes en wendingen in de nummers. Met gemak krijgen de heren het publiek mee. Afsluiter ‘Out of the blue’ gaat een paar keer mis, maar hoe zij daar mee om gaan maakt alleen maar dat je nog meer van ze gaat houden. De debuut EP komt op 27 oktober uit en dat wordt gevierd met een release in de SuperMarkt. Eindelijk eens een fris Brits geluid uit Den Haag. (RK)
In de SuperMarkt staan vanavond drie harde garage-/punkacts op het programma. The New Bleeders is een kwartet Belgen en door hun afkomst een wat vreemde eend in de bijt tijdens de Haagse Pop Week. Maar met hun stevige en gelaagde rock misstaan ze totaal niet op deze avond. Opener ‘Ox blood’ doet om meer dan één reden denken aan de hoogtijdagen van Rage Against The Machine en dat mag als compliment gezien worden. De industriële post-punk die worden gedomineerd door felle drums, gelaagde gitaarpartijen en beangstigende koortjes, overtuigt onmiddellijk. De band weet met de nodige afwisseling in de set de aandacht tot het laatste moment vast te houden en gaat zelf helemaal op in haar spel. Het als nieuw aangekondigde nummer ‘God hates a winner’ is daarbij een hoogtepunt: drijvend op een grimmige basloop bouwt het nummer op tot een bombastisch einde met een belangrijke bijrol voor overstuurde elektronica. Terwijl Pop. 1280 vanuit New York de post-punk nieuw leven inblaast, is de wederopstanding van het genre in Europa goed in de handen bij The New Bleeders. (FV)
Als Cult of the Secret Samurai het muzikale programma aftrapt in Zèta, staat dit café voor haar begrippen al vol. De electro-popband heeft qua fanbase niet te klagen. Als de band speelt, is het duidelijk hoe ze aan die fans zijn gekomen. Maria, samen met Egir de oprichtster van de band, heeft een prachtige stem. Ook bewerkt ze het publiek met een brede en sexy glimlach. Egir speelt gitaar en valt Maria soms bij op zang. En bij het nummer ‘Just dance’ laat hij ook zien dat hij behalve muziektalent ook danstalent bezit (“dit nummer heet ‘Just dance’, en dat is wat ik nu precies ga doen”). Het podium is duidelijk van hun. Misschien wat minder beweeglijk, maar daardoor zeker niet minder de moeite waard, is de saxofonist die ook aanwezig is. De dj zorgt voor de mystieke electro sound, dat de muziek net even wat anders maakt dan gewone pop. Dat laten ze goed horen in de cover van Gaga's ‘Pokerface’. Maar ook de teksten maken het verschil, zo hebben ze een lied over Satan. Ze zien het als een doel om het kwaad tegen te gaan met hun muziek. En dat is hen voor vanavond even gelukt. (WdK)
Als derde Baby Boom band mag The Breakfast Club aantreden in de September. The Breakfast Club bestaat uit vier jongens en speelt boybandrock. Gladde risicoloze, makkelijk in het gehoor liggende poprockliedjes. Vooraan staan vooral meisjes met wijntjes. De band speelt goed, best strak en krijgt het in redelijke getale aanwezige publiek, waarvan een deel toch tot de fans gerekend mag worden, makkelijk mee. Een goed optreden van een prima band. Je moet er alleen wel van houden. (RK)
Organisms bestaat uit vijf veteranen uit de Haagse indierockscene. De voormalig leden van onder andere Spider Rico en Incense bouwen in no-time een muur van gitaarherrie en laten ongegeneerd alle bij het genre horende clichés voorbij komen. Lekker rauw en knetterend ramt de band zich door het repertoire heen terwijl een speciale rol is weggelegd voor toetsenist Maurizio Pinna. Gezien zijn bezigheden in andere bands kan dit wel eens zijn laatste optreden met Organisms zijn. Voor zijn orgeltje is dat het in ieder geval. Nadat het arme ding ternauwernood de sprong van zijn bespeler heeft overleeft breekt bij het volgende nummer de zijkant volledig af. Met één hand ondersteunt Pinna het zwaar aangeslagen orgeltje en ramt er met zijn andere hand nog even vurig op los. Terwijl alle aandacht uitgaat naar de capriolen van Pinna staan de overige vier leden vooral heel hard te spelen, waarbij na verloop van tijd vrijwel geen verschil meer te horen is tussen de nummers. Hard om het hard, lijkt het devies van Organisms. (FV)
Voor Erik Hofland is het ongetwijfeld een apart optreden vanavond. Als Dyzack speelt hij vanavond in de Boterwaag, waar hij ook werkzaam is. Gelukkig hoeft hij geen bier te tappen tussen de nummers door. Moppen tappen doet hij echter wel. Het publiek staat in een ruime boog om het podium heen, met een gapend gat in het midden van de Boterwaag. Met de legendarische woorden “Ze dachten zeker dat ik salsa ging dansen vanavond. Komen jullie wat dichterbij staan?” weet hij iedereen richting het podium te trekken. En als er twee mensen weglopen: “Vinden jullie het niet leuk? Het is toch geen Nick & Simon hè? Dit zijn de liedjes die zij niet uit mochten brengen…” Ja, gevoel voor humor kan hem niet ontzegd worden. Het maken van muziek gaat hem minstens zo goed af. De akoestische nummers blijven ook na de zoveelste luisterbeurt indruk maken. Nieuw in de set is een cover van ‘Song to the siren’ van de Amerikaanse singer-songwriter Tim Buckley (inderdaad, vader van…), die Dyzack onlangs ontdekt heeft. Den Haag mag trots zijn op een artiest als Dyzack, en waarom hij niet genomineerd is voor de Haagse Pop Prijs is eigenlijk een raadsel. (RvdH)
Als de zeskoppige band Bombilate het podium opkomt, staat er al een klein publiek op hen te wachten. Bombilate heeft er zin in en begint de eerste nummers met volle overgave te spelen. Bombilate maakt soul, gecombineerd met funk en rock. De bandleden verrassen het publiek met het mooie stemgeluid van de zangeres en de zanger, het goede samenspel en vooral de energie en gezelligheid die ze met z'n allen uitstralen. Het mag duidelijk zijn dat ze passie hebben voor muziek. Vooral de zanger laat zijn passie zien door zijn aanlokkelijke uitstraling. Hij staat het publiek gewoon te versieren vanaf het podium. De enige die hier een beetje buiten valt, is de bassist. Hij blijft een beetje aan de rand van het podium staan en weet zich niet zo goed houding te geven. Gelukkig wordt dat redelijk opgevangen door de familie Bombilate en zo is het publiek inmiddels verdubbeld. Ze hopen bij de uitreiking van de Haagse Pop Prijzen ooit de prijs voor Aanstormend Talent te winnen, en daar maken ze zeker kans op na dit optreden. (WdK)
Mack Aru bestaat uit twee gitaristen, waarvan er een, Mark, ook de zang op zich neemt. Daarnaast zit er nog een man achter de band aan een laptop, waarvan het nu onzeker is of hij ook bij de band hoort of niet. Het is natuurlijk ongewoon dat er een bas mist in de formatie waardoor het logisch zou zijn dat hij die basgeluiden uit zijn laptop haalt. In dat geval mag hij er meer bij gaan zitten alsof hij ook echt bij het tweetal hóórt. Dit tweetal kan behoorlijk gitaarspelen, alleen daar moeten ze het dan ook bij laten. Mark zit regelmatig naast de melodielijn in zijn zang en helaas ook naast de noten. Het is niet plezierig om naar te luisteren. Dat moet het publiek ook denken, want het minieme publiek wat er al was, begint zich ook langzaamaan te halveren. Op Facebook is te vinden dat deze band nog bandleden zoekt. Dus mocht een zanger interesse hebben, die kunnen ze nog wel gebruiken. (WdK)
Voormalig Aux Rausser Bastiaan Bosma en voormalig zichzelf Elle Bandita zijn de spillen in de nieuwe punkrockband Bullerslug. Het vijftal spuwt dikke kluiten punkrock met een vleugje eighties de zaal in en kijkt niet op een hysterisch hoogtepuntje meer of minder. De band zit middenin het opnameproces voor haar debuutalbum en gebruikt het optreden in De SuperMarkt om het materiaal nog eens goed tegen het licht te houden. Het is vooral veel headbangen geblazen, al gebeurt dat meer op het podium dan in de zaal. Keurige punktradities als tegen het publiek inspuwen en een microfoonstandaard boven de hoofden van snel wegduikende bezoekers slingeren worden uit de kast getrokken voor een set waarbij de energie van het podium afspat. Een paar nummers steken met kop en schouders boven de rest uit, voor de rest is het zo op het eerste gehoor allemaal niet heel erg vernieuwend. Maar op z’n tijd is een potje ongecompliceerd raggen ook best lekker. Laat die plaat maar komen. (FV)
Je hebt van de die bands waarvan je de reden van het succes maar niet kunt bevatten, en je hebt bands waarvan je niet begrijpt waarom het maar niet wil lukken. Neighbour Neighbour valt in die tweede categorie. Onder de naam So What timmerde de band hard aan de weg en het album ‘Tiptoes’ (winnaar van de Haagse Pop Prijs 2009 voor Beste Album) stond vol potentiële indiehits. Toch bleef een doorbraak uit, veranderde de band van naam en werd het oude materiaal overboord gegooid. Aan de verdere ingrediënten veranderde weinig. De bezetting bleef hetzelfde en ook muzikaal tapt de band uit vergelijkbare vaatjes als So What. Wel heeft Neighbour Neighbour een meer volwassen sound gekregen en zijn de leden zelf ook flink vooruit gegaan. Ook de hits ontbreken niet. Bijna alle nummers hebben een catchy refrein of goede ‘hook’ en het repertoire blijft dan ook meteen hangen. Uitschieter is afsluitend nummer ‘Heartache’, wat de eerste dagen niet uit je kop te rammen is. Laat dit dan het nummer zijn waar de heren dan eindelijk het grote publiek mee weten te bereiken. Het is ze gegund. (RvdH)