Sniester 2016: de vrijdag

Chaos, blijdschap en een biertje over de geluidstafel

Megan Lloyd, Marco Vlot, Frank de Jong en Debora Degreef | Foto's: Wouter Vellekoop en Jan Rijk ,

De eerste Sniesterdag was zeer geslaagd. Er was genoeg zon, de acts waren eclectisch en er heerste een kattige sfeer. Rockabilly, electropunkers en singer-songwriters: allemaal gaven ze die 100%. En dat scheen door naar het publiek dat lekker enthousiast meedeed. Enkelen van hen plakten zelfs geld op de voorhoofden van de muzikanten bij Kocani Orkestar. Het moet niet gekker worden! Of wel?

Sniester wordt geopend door Hillbilly Moonexplosion in De Beuk en de sfeer zit er al snel dik in. Een zonovergoten Grote Markt heeft het zichtbaar naar zijn zin. Ondanks de emotieloze uitdrukking op het gezicht van de zangeres wordt er volop gedanst. Zelfs Sniester laat zijn saffie voor wat het is en danst gezellig mee. Jong en oud bewegen gezellig mee met de Hillbilly Moonexplosion. De aanstekelijke rockabilly komt vooral goed uit de verf door de eigenzinnige zang.

Later speelt Kocani Orkestar in De Beuk en hier is maar één woord voor: episch. Niets meer, niets minder. Het blaasorkest is afkomstig uit Macedonië en brengt de Grote Markt in trance. Het is een muzikale ervaring van ruim een uur. De stagemanager moet ze letterlijk van het podium afsturen, want de heren hebben er enorm veel zin in.

Kocani Orkestar speelt gemakkelijk nog een uurtje, dus besluiten ze het laatste nummer tussen het publiek op te voeren. Het is een waar festijn. Toeschouwers plakken eurobiljetten op hun voorhoofd en het feestje gaat nog even door. Episch.

Daarna beveelt presentator Damion om naar de Uno te vertrekken. Daar speelt Roos Blufpand. De blootsvoetse Roos is in een euforische staat. Ze heeft een glimlach van oor tot oor. Bij alles wat ze zegt en doet is haar lach aanwezig. Dat gepaard met haar energieke opvoering maakt het optreden de moeite waard. Ze pakt geen seconde rust. Haar hele lichaam beweegt mee op de muziek; hierdoor worden zelfs de treurige nummers vrolijk en sensueel. De Uno is niet helemaal gevuld en het is sinds een lange tijd dat ze alleen speelt, zonder volledige bezetting. Ze bespeelt melodica. Haar stem redt de soms wat middelmatige instrumentatie.

Terwijl Roos haar spullen inpakt bij de Uno is The Rumjacks in het Paard al lekker bezig. De beste manier om The Rumjacks te omschrijven is toch de vergelijking met bands als Flogging Molly en Dropkick Murphys. Maar dan uit Australië. Een andere manier is: feest! Teksten worden meegezongen en shirts gaan uit.

En dan, halverwege het optreden, voert de band het tempo nog verder op. Tot dat moment wordt er al flink gedanst en gesprongen voor het podium, maar dan wordt het echt menens. Het zou zomaar kunnen dat de band uit Sydney hier verantwoordelijk wordt voor de eerste (en zeker niet de laatste) pit van het festival. En Sniester is nog maar net begonnen.

Je zou bijna medelijden krijgen met de jonge gasten van Dr. Meraki, de eerste act in het Paardcafé. Het kan namelijk bijna niet anders of ze komen nooit buiten. Hoe word je anders zo goed? De band blaast het fusiongenre, door onwetenden toch geassocieerd met virtuoze 50-plussers en liftmuziek, nieuw leven in met spannende instrumentale nummers en soulvolle zang. En dan die drummer. En die toetsenist. En... Nou ja, iemand eruit lichten is eigenlijk geen doen. Hier staan gewoon vier enorm muzikale jongens te spelen. Vandaag Sniester, volgende maand Parkpop en in de komende jaren door heel het land. Dr. Meraki kan nog wel eens het bewijs gaan worden voor het feit dat Den Haag niet alleen een rockstad is.

Verderop in de Rootz is het vol, warm en zweterig. Een ideale plek dus voor Iguana Death Cult om zijn garagerock op het publiek af te vuren. "Wie heeft er onder een steen gelegen?" vraagt de presentator voorafgaand aan het optreden. Er verschijnen wat voorzichtige handen die de lucht in gaan. Tijd om onder die steen vandaan te komen, want deze band is de moeite waard. Er wordt volop gedanst, wat dan ook bijna niet anders kan met de energie die de band op het publiek afvuurt.

De Amsterdamse mannen en vrouw van rock/punk formatie Indian Askin mogen het festival in de Zwarte Ruiter aftrappen. “Ik ben nog een beetje slaperig,” geeft zanger Chino aan. Hier is echter niks van te merken. Vanaf het eerste moment vloeit er een soort elektrische spanning door de zaal die tot het laatste moment vastgehouden wordt.

Het lijkt er ook op dat de hele Haagse muziekscene op dit moment bij het optreden aanwezig is. Het kwartet heeft een heerlijk speelse manier van muziek maken, wat moeiteloos en vol passie overgebracht wordt. Dat blijkt ook wel als zanger Chino inclusief gitaar zich in het publiek mengt. Eerlijk is eerlijk, het is bloedheet binnen, maar het is het zeker waard.

The Stangs is een echte Haagse beatrevival band. Blijkbaar hebben ze al een aardige fanbase opgebouwd, want bij het podium van de Hoender & Hop is het snikheet door de samengeklonterde toeschouwers. En dat terwijl The Stangs en Indian Askin, toch ook met een goede aanhang, tegelijkertijd spelen.

Ze zijn even onvoorspelbaar als de Arctic Monkeys en net zo aanstekelijk als de Beatles. Voeg daar een vleugje psychedelische The Doors aan toe en je krijgt The Stangs. Voor even doet de Hoender & Hop denken aan de Supermarkt. Een toffe band, een snikhete zaal en een goed hipstergehalte.

Na de Stangs is het in het Paard tijd voor De Likt. De Likt heeft een aantal ingrediënten. De voorspelbare ingrediënten leveren soms wat onvoorspelbare momenten op. Zo gaat frontman Simon (Jordy) op iemands hoofd door het publiek en wordt er door de heren gecrowdsurft. Terwijl Simon door het publiek op handen wordt gedragen gooit hij, per ongeluk, een biertje over het mengpaneel.

Even ontaardt de zaal in complete chaos. Het geluid is totaal verzopen en het regent ondertussen bier in de zaal. Nadat de geluidsman het podium heeft bereikt en Simon wat onwennig zijn excuses aanbiedt gaat de show door. Het geluid wordt verder geregeld op het podium zelf en bij het laatste nummer wordt de bas nog even belachelijk hard gezet. Ja, dat bedoel ik!

Inmiddels zijn de laatste lichting bands van start gegaan. In het Paardcafé loopt al de hele avond een man rond die er uitziet alsof hij net uit zijn vrachtwagen is gestapt. Plotseling staat hij op het podium en blijkt het de frontman van The Tubs te zijn. De pedal steel gitaar en de reusachtige afbeelding van Jezus op het bassdrumvel doen vermoeden dat we hier met een groep heuse rednecks van doen hebben, maar The Tubs komen toch echt uit België.

Muzikaal gezien klopt het dan weer wel: de band speelt voortkabbelende country met een vleugje rock. Het Paardcafé deint rustig mee.

The Mystery Lights, een New Yorkse band die naar eigen zeggen voor het eerst optreedt in Nederland, zet goed materiaal neer op De Beuk. De meeste toeschouwers hangen nog loom op de terrassen, maar dat ligt niet aan het energieke geluid dat de heren neerzetten. Met een vers debuutalbum op zak hebben ze er zin in. Juist wanneer je denkt dat je het in het hokje van de garagerock kunt plaatsen, gooien ze er wat punk tegenaan en hoor je zelfs blues invloeden. Geen verrassing dat de band houdt van het mengen van stijlen, want deze New Yorkers komen eigenlijk uit Californië. 

De Beuk wordt afgesloten door Drive Like Maria. De verwachtingen zijn hooggespannen en gelukkig kunnen ze dat grotendeels waar maken. Het is alleen net iets minder enthousiast in vergelijking tot The Mystery Lights, die hiervoor op De Beuk speelde. Dat betekent echter niet dat ze niet goed zijn. Het Nederlands/Belgische trio weet de Grote Markt goed te vermaken en zorgt voor flink wat knikkende koppen en lekkere rock momentjes. 

De andere act waar hoge verwachtingen van zijn is Klyne. Het elektronische duo doet denken aan Disclosure, maar eindigt net wanneer het een beetje op gang komt. Het is van korte duur en stelt toch een beetje teleur. Qua show stelt het namelijk niet zoveel voor en de Rootz staat maar halfvol. Ze vallen een beetje uit de boot, als danceduo in een rockcafé.

In het oosten van het land zet Bökkers menig feesttent op zijn kop, waarbij de nodige biertjes soldaat worden gemaakt en door de lucht vliegen. In Den Haag gaat het er in het begin wat rustiger aan toe, oftewel: de Sniesterkat wordt uit de boom gekeken. Maar al gauw blijkt die boerenrock toch wel erg lekker te zijn. En kom op: Den Haag noemt zichzelf rockstad, dus een vraag als 'Kun Ie Ok Rock'n' moet toch wel met een ja beantwoord kunnen worden? Al gauw ontstaan de eerste pits. Den Haag begint het te begrijpen. Als de band dan ook nog wat Nozem, de welbekende Achterhoekse shooter, uitdeelt en wat mooie dames het podium opvraagt komt het toch nog goed. Vergeleken bij een tentfeest in Drouwenermond gaat het er misschien wat mat aan toe in het Paard, maar Bökkers bouwt toch een feestje.

De laatste band in de Zwarte Ruiter kennen we van Marcel Veenendaal, de frontman van Di-rect. Machete Nightclub is vandaag maar een saaie bedoening. Ergens tijdens de eeuwig durende soundcheck begint de band. Geen introductie of startschot. Eigenaardig. Met als gevolg dat de mensen in de overvolle Zwarte Ruiter ongegeneerd door de band heen praten.

Op momenten is het zelfs onmogelijk te horen wat de heren nou eigenlijk spelen. Door het gepraat komt het totaal niet uit de verf. Het duurt even voordat ze op gang komen, maar de aandacht is al een tijd zoek. Tevergeefs. En zo is de bijzondere vrijdag van Sniester zonder climax aan zijn einde gekomen. Al gaat het in gaycafé de Pink natuurlijk nog tot in de vroege uurtjes door.