Rewire 2016: zaterdag

Door de rook op ontdekkingstocht tijdens de tweede dag

Tekst: Joeri Gordijn & Frank de Jong | Foto’s: Stephan Kaffa, Jan Rijk en Maarten Ederveen ,

Rewire laat je verbazen, verwonderen en blaast je zonodig omver. Op de zaterdag was het ditmaal genieten voor liefhebbers van zowel synthesizers en rokerige hiphop. De diversiteit was vandaag nog groter dan op vrijdag, met tredmolens als decor bij Gazelle Twin en de experimentele pop van Animal Collective. Lees en bekijk de ontdekkingstocht die 3voor12 Den Haag maakte op de zaterdag van Rewire 2016.

Wie een hekel heeft aan het geluid van de accordeon (en ja, die mensen zijn er) moet vanavond niet bij Leo Svirsky aanwezig zijn in de foyer van Prins27. De componist en student aan het Haags Conservatorium vergt alles van zijn instrument, maar dat kan ook betekenen dat je zomaar een goede tien minuten lang naar één enkele hoge accordeontoon zit te luisteren. Gelukkig komt er naar het einde van zijn stukken meer variatie in zijn spel.

Eerder op de avond stonden drie Rewire-veteranen, Vessel, Black Rain en Pete Swanson, in het theater van Prins 27. Het Ierse duo Lakker neemt nu het stokje over. Vandaag is er geen sprake meer van een theateropstelling maar staan we in een echte popzaal. De stoelen zijn verdwenen en opeens is daar een gapende leegte. De leegte wordt opgevuld door de alomtegenwoordige dreunen van Lakker’s nieuwe werk ‘Struggle & Emerge’. Het lijkt op een trage variant van tekno, een genre dat voornamelijk gedraaid wordt in krakershollen. De visuals lijken zo uit het Nederlandse beeldarchief te zijn geplukt. Dit in combinatie met de goede hoeveelheid variatie, maakt het tot een onbezorgd beukfestijn.

Vandaag in Paard II is mogelijk om rustig op te starten. Anna Meredith is weinig uitdagend voor de oorschelpen in vergelijking met de andere artiesten die het blokkenschema sieren. De pastelkleurige diertjes achter de band zetten een gemoedelijke toon. Afgezien van de alarmerende begintonen van ‘Nautilus’ is het een meer dan aangename verrassing voor veel bezoekers. Bij de freakende 8-bit-achtige klanken van ‘R-Type’ is shredgitaar te horen en bij ‘Taken’ mag je zelfs van pop spreken. Deze dame doet het allemaal. Minder is dat als ze spreekt haar microfoon vaak enkele seconde uit staat, maar zelfs onverstaanbaar heeft ze de aandacht van het publiek.

Wanneer twee in regenjas gehulde onherkenbare figuren het podium betreden weet je al genoeg; dit wordt compleet anders dan Anna Meredith. Het podium is gestript van versterkers en instrumenten. Het decor bestaat uit twee tredmolens die zowel actief als passief door Gazelle Twin wordt gebruikt. Dus ook het aanbidden ervan. Het is zo theatraal als The Knife, alleen dan met een demonische ondertoon. De militante technodreunen worden bijgestaan door visuele representaties van urbanistische verschijnselen als winkelcentra en autogarages. Het halfvolle Paard II kijkt gehypnotiseerd toe. Aan het einde mengen de Twins ze zich in het publiek om angst aan te jagen en herhalen: ‘Don’t Touch Me’. Enkele durven het toch aan, geen reactie.

Heeft Babyfather – het nieuwste project de ongrijpbare artiest van Dean Blunt – wel opgetreden? Geen idee. Voor aanvang van de show wordt minutenlang rook in de zaal geblazen, tijdens de show ook. Resultaat is dat op het podium niets te zien is (af en toe een schim). Het enige wat te horen is zijn de duistere raps van Blunt (flarden tekst, lage bassen). De sfeer in de zaal is verward en gedesoriënteerd. Maar iedereen blijft staan en er staan rijen voor de ingang. Een van de meest memorabele shows van het festival.

In de Lutherse Kerk hebben Michel Banabila en Oene van Geel een aardige hoeveelheid toeschouwers verzameld. De heren improviseren met elektronica en viool. Dat klinkt knus, maar is het niet. Het wisselt tussen melancholisch loom en sinister snel. Volume is aanvankelijk op fluisterniveau en krijgt naarmate de show vordert meer gelaagdheid. Het duo is op de voet te volgen doordat er een fisheye lens op de muur is geprojecteerd. Het biedt inzicht in de mysterieuze wereld van neo-klassieke elektronische ambient. Het klinkt minder spannend dan de opgenomen twee edities van Music for Viola and Electronics, maar niet minder interessant.

Dé publiekstrekker in Paard I (grote zaal) dit jaar is Animal Collective. De band heeft door de jaren heen net zoveel genreveranderingen doorgemaakt dat het label psych folk eigenlijk niet meer past. Vandaag staat de band achter drie grote lessenaars vol elektronica. Ruim anderhalf uur lang wordt het in toegestromende volk overspoeld door synths, arpeggio’s en hyperactieve drums. Soms is dat een beetje té overweldigend en lijkt de focus te missen. De visuals zijn prachtig maar kunnen niet verbloemen dat er toch anderhalf uur lang drie mannen à la Kraftwerk achter hun synthesizers staan.

Wanneer Animal Collective het podium verlaat en Battles klaar staat om het podium onveilig te maken gaat het brandalarm af. Vermoedelijk is de rokerige show van Babyfather de boosdoener. De acht versterkers op de achtergrond beloven veel goeds. Paard I is tot de nok gevuld, zelfs op de derde verdieping is het publiek zichtbaar geïntrigeerd. Gitarist en keyboardist Ian Williams bespeelt in een razend tempo hoge tonen terwijl hij hyperactief op en neer jogt. Drummer John Stanier, bekend om zijn hoge crash bekken, speelt in een hoog tempo (en retestrak!). De minst bezwete bandlid, bassist Dave Konopka, overziet het geweld en stuurt waar nodig bij.

Na een aantal nummers te hebben gespeeld van de laatste twee albums, beginnen ze langzaam de fans te bespelen. Eerst de opmerking ‘we have a full Dutch Crew!’, dan zetten ze eerste noten in van ‘Atlas’. Dan, voor het eerst dit jaar, ontstaat er een vrolijk springende kolkende menigte. In dit geval werkt het om het beste voor het laatste te bewaren. Al het voorafgaande lijkt slechts een oefening. Dit is Battles! Eerder merkte ze al op ‘At first we didn’t really know what we were doing on stage, now we sorta do’. Blijkbaar, want met afsluiter ‘The Yabba’ gaat het dak er helemaal af. Briljant!

Na Battles wordt de Grote Zaal van het Paard de speeltuin van een rijtje producers, het publiek verandert daarmee ook direct (Rewire verkoopt ook nachttickets). Het hoogtepunt van de avond komt direct met Not Waving, deze Italiaanse artiest werkt vanuit London en blaast vanavond de zaal op met keiharde industriële stampmuziek (maar met flarden postpunk en disco). Het is gruizig maar dansbaar. Not Waving brengt zijn set tot het hoogtepunt, het publiek gaat uit zijn dak en….. weg is ‘ie. Gewoon weg. Foetsie.

Ook in de kleine zaal van het Paard een nachtprogramma vol eigenzinnige dance. Eerst kunnen we luisteren naar Gebben, die een gevarieerde dj-set neerzet. Interessanter zijn Beatrice Dillon, Via App en Lena Willikens. Deze drie dames volgen elkaar op en draaien compleet eigenzinnig. Met één gedeelde noemer: de vierkwartsmaat. Beatrice Dillon schotelt dub en folk in een spacende verpakking voor. Via App moet het vooral hebben van stevige bassen, die voorzien zijn van knotsgekke funk. Hierna draait Lena Willikens de zaal in trance met haar transcendentale ritmes. Ben UFO sluit af met overdonderende bassen. Heerlijk. Werkelijk een wonderbaarlijke stal dj’s.

Na de plotselinge verdwijning uit Paard I van Not Waving is het de beurt aan Factory Floor, hun set is iets meer ingetogen. De analoge synths herhalen zich tot in den einde, de computerdrums worden live ingespeeld. Paard II vindt het fantastisch. De volgende act: de Londense producer Truss, moet het met minder mensen doen, maar degene die op dit late uur nog overeind staan gaan er volledig voor. Twee uur lang beukt Truss alsof het het Paard een Londense underground rave is. Een fijne afsluiter van een diverse avond.