Kaderock verslag 2016: Hoofdpodium

Rocklegendes, rockchicks en een joker

Tekst: Joeri Gordijn, Marco Vlot, Eric Hoetjes, en Frank de Jong | Foto's: Wouter Vellekoop, Maarten Ederveen, Peter Balkema, Moos Wolfs en Roland Wichser ,

Kaderock, al eenentwintig jaar een begrip onder rockliefhebbers in Den Haag. Dit jaar staat het festival in het teken van de Haagse Q65, die vijftig jaar geleden de single ‘The Life I Live’ uitbracht. Er is wat merchandise verkrijgbaar en er worden nummers van Q65 op het hoofdpodium gespeeld. De hele dag langs is het lekker warm en zonnig, precies zoals Kaderock zou moeten zijn.

Op het Hoofdpodium van Kaderock is het aan The Navigators om in de volle zon het programma te openen. Het festivalterrein stroomt op dat moment al langzaam vol met Kaderockpubliek en wordt warm onthaald door het vijftal. De band maakt goede popliedjes in het straatje van Fleetwood Mac. Pakkende refreintjes in typische liedjes structuur (wat nooit slecht is). Het publiek vermaakt zich op dit vroege uur kostelijk met dit jonge bandje. De opmerking van Kaderock presentator René Bom na afloop van het optreden (“Al het begin is moeilijk”) is dan ook zwaar misplaatst.

The Navigators zijn pas net van het podium en het festivalterrein loopt helemaal vol. Vooral voor de zon, maar ook voor The Clarks. Deze band is inmiddels vaste prik voor Kaderockers. De heren spelen elke editie trouw een mix van hits van band uit de jaren ’60 en ’70. Maar om dit optreden wat ruchtbaarheid te geven komen Q65 bassist Peter Vink en Jim Bieler, zoon van de oorspronkelijke zanger, The Clarks verstevigen. Ook Cesar Zuiderwijk drumt de eerste Golden Earring nummers mee. De handvol Q65 nummers die worden gespeeld zijn zeker wel de moeite waard. Al was het maar om ‘The Life I Live’ uit volle borst mee te blèren.

Massada, waar is de tijd gebleven? De latinrockers zijn al meer dan dertig jaar actief. Er was voorspeld dat het vandaag zou gaan regenen, maar dat kan helemaal niet bij een band als Massada. De vrolijke en zonnige (jaja!) muziek maakt doorgaans korte metten met de regenvoorspellingen. Na een langdradige instrumentele opening wordt het publiek een uur lang getrakteerd op ritmische songs. De Nederlands-Molukse groep krijgt het publiek van voor tot achteraan aan het dansen. Als Massada afsluit met meezinger ‘Sageru’ barst Kaderock barst bijna uit zijn voegen. Het festival is op zijn drukst en de sfeer is top.

“Are you ready to be Luminized?!”, natuurlijk! Maar is dat niet precies dezelfde babbel die we vorig jaar op Parkpop gehoord hebben? Luminize maakt pop rockliedjes voor de stadions: meezingen en klappen op voorspelbare refreintjes en veel deuntjes waar van je denkt “heb ik die niet al eerder gehoord?” Voeg daar nog een aantal covers bij (Be The One van Dua Lipa bijvoorbeeld) en je krijgt door wat Luminize probeert te doen: scoren! En al hebben de meiden waarschijnlijk zelf het muzikale hart op de juiste plek, het voelt allemaal net te gekunsteld, te bedacht. Zonde, de band zou er goed aan doen om eens rond te kijken (of luisteren) in hun “hometown” Den Haag, luisteren naar andere – talentvolle – rockbands die de stad rijk is. Later op de dag krijg je een paar mooie voorbeelden. 

Tegen het einde van de middag komt er een Nightliner (zo’n zwarte tourbus) aanrijden en wordt de volledige backstage-ingang geblokkeerd door een grote vrachtwagen. Het moge duidelijk zijn: Wild Romance is gearriveerd. Nederlands eigen rock ‘n’ roll legendes en misschien wel één van meest iconische begeleidingsbands die ooit heeft bestaan. De show die de mannen vervolgens opvoeren zit vol met de rauwe rock ‘n’ roll klassiekers van Brood en zijn mannen. Soms kijk je bij dit soort jubileum shows naar vergane glorie maar het optreden van Wild Romance is puur en energiek. Met Danny Lademacher als muzikale duwboot. Dat de gitarist de monsterhit Saturday Night precies inzet op het moment dat er donkergrijze wolken over het festivalterrein heen rollen zou je bijna kunnen zien als een teken van goedkeuring vanuit de hemel.  

Het podium wordt na Wild Romance volledig omgebouwd voor de volgende act: Orgel Vreten. Twee reuzen van Hammondorgels nemen alle ruimte in beslag en aan weerskanten van de bakbeesten staan een bassist en drummer om het plaatje compleet te maken. Maar het gaat vandaag natuurlijk om de orgels. Darius Timmer en Thijs Schrijnemakers gaan een dikke drie kwartier lang als bezetenen tekeer op hun orgels. De instrumentale liedjes worden enkel afgebroken voor een enkele (ietwat flauwe) praatjes van Thijs Schrijnemakers, maar daar blijft het ook bij. Het Kaderock publiek kan op dit moment (en in de volle zon) helaas niet hun aandacht bij de act houden en het is beduidend rustiger voor het podium. Misschien had Orgel Vreten beter voor een selecter publiek op het Binnenpodium kunnen staan, al hadden daar nooit twee orgels gepast natuurlijk.

Na het optreden van Orgel Vreten is het aan Taymir om het buitenpodium op stelten te zetten. Het zal één van de laatste optredens op Haagse bodem zijn, de band stopt er namelijk mee na de zomer. Bas Prins zingt vanaf de eerste noten vanuit zijn standaardpose en de rest van de bandleden lijken dit showtje vaak neergezet te hebben. Aan de show is weinig op te merken, het klinkt goed en er zit genoeg vaart in. Jammer is de Drake cover van ‘Hotline Bling’, zelfs Taymir kan zo’n nummer niet redden. Positief punt is dat het optreden hierna wel een stuk losser begint te worden. Bas springt aan het einde van het optreden bovenop de orgel en creëert een laag geluid door zijn armen op de toetsen te rusten. Tof!

Vorig jaar sloten De Kraaien af op het hoofdpodium en het is natuurlijk lastig om daar nog overheen te komen. Gelukkig herbergt Den Haag nog één kraai-achtig rock ‘n’ roll wezen, de ultieme gangmaker en joker in het lijstje van elke festivalprogrammeur: Spike van Zoest met zijn The Deaf. Vanaf de eerste tonen wordt het publiek (dat bij Taymir soms nog ietwat schaapachtig stond te kijken) verplicht mee te liften op de Beattrein van The Deaf. Het enige rustmomentje dat The Deaf zichzelf en het publiek gunt is als halverwege het optreden de basversterker van ‘Miss Fuzz’ het opgeeft en een legertje doorgewinterde Deaf-crewleden het probleem moet komen verhelpen. Bij de bar bestelt een jongen met bloedlip en mank been halsoverkop nog een biertje “ik moet de pit weer in!” Als kers op de taart speelt de band ‘You’re the Victor’ van Q65. Toepasselijke songtitel maar over wie heeft Spike het eigenlijk? Zichzelf, Kaderock of ons allemaal?