Op het zeer bescheiden aangeklede podium staan opgesteld een stoel, een tekststandaard en een tafeltje met daarop een brandende kaars. De verzamelde aanwezigen zetelen zich op de in de kleine zaal opgestelde stoelen. Het belooft een intieme avond te worden. Dit wordt dan ook bevestigd door de ceremoniemeester van het Paard, die het publiek erop attent maakt dat alle lichten en de airco zullen worden afgezet, zodat Ribot in alle stilte zijn werk ten gehore kan brengen. Jazzy muziek klinkt door de speakers, de temperatuur loopt al wat op en dan gaat het licht uit. Het is muisstil. Helaas gebeurt er net te lang niets, waardoor langzaamaan het geroezemoes weer aanzwelt. Er is wat gerommel aan de geluidstafel, een zenuwachtig akoestisch gitaarmuziekje laait op en dan verschijnt Ribot ten tonele. Een applaus volgt.
Marc Ribot laat niemand onberoerd
Grenzen van het muzikaal toelaatbare opgezocht
Dinsdagavond 17 maart 2015 speelde begenadigd gitarist Marc Ribot in de kleine zaal van Paard van Troje. Hij speelde in zijn carrière tot nog toe samen met onder andere Tom Waits, Wilson Pickett, Elvis Costello, Allen Ginsberg, Robert Plant & Alison Krauss, en The Black Keys. Bewapend met zijn akoestische gitaar, een tiental geoefende vingers en overdadige intimiteit, bespeelde hij op markante wijze het gehoor van de zo’n honderdvijftig aanwezigen. Hij zocht in het Paard de grenzen op van het muzikaal toelaatbare en liet geen enkele luisteraar onberoerd, zij het in positieve zin, zij het in negatieve zin.
Het spel van Ribot roept het gevoel op van een opera waarvan de luisteraar in eerste instantie ook de tekst niet verstaat, maar waarvan na verloop van tijd de luisteraar in ieder geval het idee bekruipt dat hij snapt wat hij hoort terwijl hij weet dat wat hij hoort, hij juist niet snapt. De emotie is te proeven. Het kan haast niet anders dat het publiek iets ervaart, maar deze ervaring niet kan duiden. Het ligt zo voor de hand te veronderstellen dat alles wat wordt waargenomen ook betekenis heeft, of althans geacht wordt die te hebben. Ribot noopt de luisteraar om waarde en gevoel toe te kennen aan dat wat hij aanschouwt of aanhoort, zonder dat hij snapt wat hij aanschouwt. De intensiteit en toewijding waarmee Ribot speelt, is wat dat betreft al de helft van het werk.