Kaderock 2015: Binnenpodium

Prinsenkind de koning van de dag, een verslag van het binnenpodium

Lone Mokkenstorm, Marco Vlot, Joeri Gordijn en Lilianne Laan | Foto's: Wouter Vellekoop, Moos Wolfs en Peter Balkema ,

Het binnenpodium van Kaderock was met o.a Prinsenkind, Dyzack, I Chaos en Woof! Woof! Ridicule divers en goed geprogrammeerd. Elk genre kreeg de aandacht, dus het was volop genieten voor de diverse publiek van Kaderock. 3voor12 Den Haag was aanwezig.

Wie 's middags op zoek is naar wat verkoeling, doet er goed aan ook eens een kijkje te nemen bij het binnenpodium. Het Haagse trio Three High Fives zet hier vandaag een flinke portie dansbare rock neer. Rauwe nummers en lieve liedjes met toegankelijke onderwerpen wisselen elkaar af, waarbij de drie bandleden ieder hun steentje bijdragen op vocaal gebied.

De enorme hoeveelheid energie van bassist Mike Teeuwisse geeft een echte rock-'n-roll draai aan het geheel. Dit blijkt helaas niet over te slaan op de iets afstandelijke toeschouwers, ondanks de pogingen van de band om ze bij de show te betrekken. Gitariste en zangeres Laura Nijhuis, lief gekleed in een stippeltjestuniek, steekt scherp af tegen de twee wat oudere podiumbeesten naast haar. Desondanks blijkt ook zij genoeg pit in zich te hebben. Three High Fives weet een interessante en energieke show neer te zetten: zeker voor herhaling vatbaar, maar dan wel voor een wat vollere en enthousiastere zaal. (LM)

Vanaf de eerste seconde is het duidelijk: Machine Makes Man is van plan om Musicon vandaag op z’n kop te zetten. Deze band bestaat uit ervaren frontman Robin Brock, bijgestaan door de twee minstens zo getalenteerde en doorgewinterde muzikanten Nikkie Freeke en Rick Kuyper. Het trio omschrijft zichzelf als een ‘Power-trio extraordinaire’ en met name de power is vanaf het begin af aan al goed te voelen. De volumeknop staat op 11 en het publiek wordt steeds dichter- en dichterbij gelokt. De band speelt dynamische rockmuziek met interessante meerstemmige zangpartijen, waarbij zelfs de drummer meedoet.

Het drietal lijkt in elk geval enthousiast, maar dit enthousiasme slaat niet echt over op het afwachtende publiek, maar dit lijkt de band echter niet te ontmoedigen. Halverwege de show stroomt toch een deel van het publiek langzaam de zaal uit, wat waarschijnlijk te maken heeft met de overlap met het optreden van Smutfish. Toch mag er zeker gesproken worden van een dynamische en getalenteerde band, die wellicht meer aandacht verdient dan het vandaag gekregen heeft. (LM)

Zowel de zaal als het podium zelf staan stampvol als The Wishing Well de eerste akkoorden aanslaat. Deze (voormalige) superband, een gigantisch ‘samenraapsel’ van bandleden van onder andere Hallo Venray, Easy Meat en Suburbs, komt vandaag weer eenmalig samen om Den Haag op een optreden te trakteren. De twaalf aanwezige bandleden rouleren en spelen met zichtbaar plezier een set vol rockmuziek.

Hoewel de opstelling af en toe wat rommelig oogt en enkele bandleden er bij het laatste nummer aanvankelijk maar een beetje bij lijken te staan, is het merendeel van het publiek dolenthousiast: er wordt gedanst en zelfs meegezongen. De wat jongere toeschouwers zegt het begrip The Wishing Well waarschijnlijk wat minder en zij zijn dan ook iets terughoudender. Toch blijkt inspelen op nostalgie vandaag een goed recept te zijn voor een succesvol optreden, en deze rockreünie heeft hier uitstekend gebruik van gemaakt. (LM)

Op deze twintigste editie van Kaderock spelen diverse Haagse muzikale helden van vroeger en nu, en natuurlijk kan Hans Vandenburg dan niet ontbreken. Slechts gewapend met een gitaar en een mondharmonica vermaakt hij het goedgevulde Musicon met nummers uit zijn hele carrière. Er komen kinderliedjes voorbij, een nummer over een oud popidool en natuurlijk wat hits van Gruppo Sportivo. Het nummer Jezus staat volgens hem voor ‘Jezus wat slecht’, maar met dat soort grappen doet hij zichzelf toch tekort. Hans Vandenburg is misschien niet de beste zanger, maar wel een rasentertainer die het publiek vandaag weer moeiteloos meekrijgt. (MV)

Het woord is aan hofstads hofbard Dyzack. Heerlijk, dat virtuoos getokkel op zijn twaalfsnarige gitaar. Het Monomythesque synthesizergesuis dat we op de achtergrond horen voegt daaraan weinig toe, maar ook een hofbard wil wel eens wat nieuws proberen nietwaar. Het eerste deel van de set wil nog niet echt doordringen tot achterste regionen van de zon-en-bier-bedwelmde massa. Iets te subtiel. 'Is-tie al begonnen' vraagt een redneck vanachter de duinen tijdens een echt hartverscheurend mooi liedje, 'Ik hoor niks.' Maar later weet Dyzack ook hem bij de les te krijgen met Cream-cover ‘Sunshine of your love’. Hij sluit af met een nog steviger nummer en eindigt zo alsnog met de hele zaal in de pocket. (LL) 

Om maar direct op zijn Haags met de deur in huis te vallen: wát kan die Leif gitaar spelen. Als een opgevoerde brommer scheurt hij dwars door elke toonladder. Leif de Leeuw Band is de bluesband rond De Leeuw, zelf zingt hij niet, maar hij geeft wel in elk nummer een gitaarsolo die bij elke gitaarfan het hart sneller doet kloppen. Hij wordt bijgestaan door een goede band, met bassist op een 6-snarige bas. Omdat de liedjes soms een beetje in het niet vallen bij het gitaargeweld van Leif (hadden we al gezegd dat hij heel goed is?) krijg je soms het gevoel dat je de zangpartijen aan het uitzitten bent. Het publiek wil toch graag Leif horen spelen, en gelukkig is daar vandaag genoeg tijd voor. Elke keer als Leif een solo afmaakt ontvangt hij een luid applaus, en terecht. (JG)

Prinsenkind, zoveel meer dan half F. ‘Doe ‘t licht uit en dans in ’t donker’ wordt ons hardhandig toegehiphopt, en we zijn los. Nik van den Berg en Damion Grey rappen elkaar volmaakt aanvullend aan als een malafide Kwik en Kwek, met San Holo als grijnzende beatbouwer Kwak voor de fundamenten. Dat doet hij eigenlijk te bescheiden, want we horen veel van hetzelfde. We dansen er geen haar minder om, maar San Holo heeft meer in zijn mars dan hij bij Prinsenkind laat zien. Het venijn zit hem in de teksten. De vindingrijk verhaspelde neologismetjes vliegen je om de oren en dat klinkt in het echt een stuk minder truttig dan op papier. ‘Guys night out’ krijgt beide geslachten aan het grooven; afsluiter ‘Schiet op’ duwt de zaal over het randje met zijn harde dubstep, getuige de moshpit en de massa handjes in de lucht. Wedje leggen: werd jij daar in het zweterig vooronder van Musicon ruw bemind door Prinsenkind, dan was deze superscherpe set HET hoogtepunt van jouw Kaderock. (LL) 

Als een donderslag slaan de eerste tonen van I Chaos in. Het publiek ontploft en binnen een paar seconden ontstaat er voor het podium een enorme pit. Vanachter een dik rookgordijn vuurt drummer –en Haagse trots– Koen Herfst mitrailleur-salvo's af richting het publiek: dit is death metal van een nieuw niveau. Deze band speelt zo strak dat het angstaanjagend is.

Ook voor de niet-kenners is dit een show die je niet wilt missen, al is het maar omdat I Chaos een goed voorbeeld is van dat Den Haag meer biedt dan alleen singer-songwriters en brave gitaarbandjes. De show is van het begin tot het eind een ervaring. Jammer is dat een festival als Kaderock dan soms ook volk trekt dat niet begrijpt dat zo’n pit vriendschappelijk is, waardoor er af en toe opstootjes ontstaan. I Chaos is in ieder geval een band om trots op te zijn. (JG)

Na afloop van het optreden van De Kraaien loopt Kaderock langzaamaan leeg. Degenen die nog even bij Musicon naar binnen gaan, zien echter nog de echte afsluiter van het festival, Woof! Woof! Ridicule, en zijn getuige van misschien wel het leukste en meest dansbare optreden van de dag.

De band speelt vrolijke electropop en heeft een frontvrouw wier enthousiasme zo aanstekelijk is dat de kans klein is dat iemand de zaal heeft verlaten met een slecht humeur. De bassist danst vol overgave het podium over, en zelfs bekers bier worden als instrument gebruikt. Maar boven alles: de nummers zijn catchy en worden uitstekend uitgevoerd. Woof! Woof! Ridicule bouwt nog een laatste feestje op een geslaagd Kaderock. (MV)