Automatic Sam en Battles of 1977 trekken nagels over het schoolbord

Felle shows voor drie man en een paardenkop

Lilianne Laan | Foto’s: Remie Stronks ,

Het verplaatste optreden van Automatic Sam en Battles of 1977 vond plaats op 24 mei in de kleine zaal van Paard van Troje. Laat dit artikel het bewijs zijn, want veel getuigen waren er niet. Vooral toen Battles of 1977, alias Rudeboy (Urban Dance Squad, Junkie XL) met drummer en gitarist aantrad stond er vrijwel niemand meer in de zaal. Er werd niet minder hard om gespeeld, maar een prettige avond werd het niet.

Automatic Sam uit Nijmegen bracht vorig jaar derde plaat ‘Sonic Whip’ uit; een verleidelijke partij vuurwerkrock, ruiger dan voorloper ‘Texino’. Dat ze live nog feller spelen weet inmiddels gans garagerockminnend Nederland, dus een show van dit viertal wordt gewoonlijk likkebaardend tegemoet gezien. Des te vreemder dat de zalen zo leeg zijn deze tour. Teveel aanbod? Iets misgegaan met het verzetten van de datum? We doen het er maar mee, moeten de bandleden gedacht hebben, maar het lukt ze niet om het gevoel van zich af te schudden. De stiltes tussen de nummers, het applaus van zo weinig mensen dat te snel wegsterft. “Wat zijn jullie beleefd stil” merkt zanger Pieter Holkenborg op. Tja. We staan met kromme tenen in de zaal. Kut dit.

Concentreren op de muziek is het devies. Want daar is een hoop troost te halen: heerlijk rauw gruis, agressieve drums, Hendrix-herrijzend gesoleer op de gitaren, schuren en scheuren. Holkenborg heeft een waanzinnige stem die laveert tussen hoog helder gezang en uitzinnig krijsen. Hij preekt, schreeuwt, fluistert en schreeuwt weer, het is urgent, uiterst rock’n’roll en steengoed. Ook voor drie man en een paardenkop komt alles op tafel. Stukjes psychedelische jams vormen een geraffineerd filigraanwerkje tussen de harde nummers.
 
“Onze favoriete band komt uit Den Haag. Deze is voor Orange Sunshine.” Stevige kneiter ‘Sonic whip’ barst los, gericht aan de bassist van Haags beste psychedelische seventiesrockband, die in de zaal staat. De ode brengt alle aanwezigen dichter bij elkaar; de spanning is er eindelijk af. Een hoogtepunt in de set is het ijzersterke ‘You’re not gonna miss me’ van de vorige plaat, waarin de oerkrachten van drummer Jim Geurts nog eens op de voorgrond worden gezet (“Onze slager”, aldus Holkenborg). Ook ‘Rewind’ zorgt voor glimlachende gezichten: het nummer van de laatste plaat ontaardt in de ene waanzinnige jam na de andere.
 
Onder meer gunstige omstandigheden zien we het viertal nog meer spetteren en improviseren, maar de aanwezigen hebben ook nu niks te klagen. Een toegift zit er ook nog wel in: ‘Low desert punk’ van stonerlegende Brant Bjork. Zwaar en slepend desert rockend scheien we er zo mee uit. En dan maar gauw naar huis, vroegertje vanavond. Dat was de gedachte van de meeste aanwezigen, want het is akelig leeg wanneer Rudeboy met Battles of 1977 aantreedt. Pijnlijker zagen we het zelden: elf man opgelaten publiek waarvan de helft fotograaf, barman of anderszins aan het werk.
 
Niks aan te doen; schouders eronder en gaan. Rudeboy bedankt ons nog vriendelijk voor het komen, maar zijn aura spreekt boekdelen. Drummer Per Hoogendoorn en ex-Silkstone gitarist Frans van Essen lijkt het niet zoveel te kunnen schelen, die gaan glimlachend aan het werk. Rudeboy zelf trekt de helm nog wat verder over zijn ogen en schreeuwt zijn teksten des te kwader de kille leegte van de zaal in. Wie hem nog kent van zijn werk met Urban Dance Squad en Junkie XL; Rudeboy is geen spat veranderd, nog altijd een bommetje biefstuk met ducttape om de polsen. Hij pompt zichzelf op met beweging: slingert met het microfoonsnoer, springt over het podium in squats, lunges, het hele aerobicsrepertoire komt voorbij. 
 
Zijn rappen is een dreigend spoken word geworden, met hier en daar een Johnny Rotten-kreet. Tegelijk melodieuzer dan zijn eerdere werk door de songwriterkwaliteiten van Frans van Essen en neigend naar punk - 1977 is ‘the year that punk broke’. Echt rauw en anti-establishment komt het niet over, wel energiek. Aan power heeft hij niks ingeleverd. “We’re not the most succesvol band, but we don’t care. We’re working on our second album, we’re gonna mix it, gonna master it and gonna shit on people’s heads”. Dat wordt goed mikken dan, Rudeboy.